Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De Wet betaalbare huur: de tussenstand

Met de Wet betaalbare huur (Wbh) staat er een behoorlijke verandering in huur- en verhuurland aan te komen. Er wordt – begrijpelijk – veel geschreven en gesproken over deze wet. Maar waar staan we nu precies? Mick van der Valk geeft een overzicht.

27 mei 2024

De Wet betaalbare huur is op 25 april 2024 aangenomen door de Tweede Kamer. Daarmee is het nog geen wet: de Eerste Kamer zal daarvoor ook met de wet in moeten stemmen.

De Eerste Kamer heeft al laten weten geen haast te zullen maken met de behandeling van de wet: de Eerste Kamer overweegt zelfs de Raad van State te vragen een nieuw advies uit te laten brengen over de wet.

Hoewel het kabinet had beoogd de wet op 1 juli 2024 in te laten treden, lijkt dat niet meer realistisch. Het ligt meer voor de hand dat de wet, als deze wordt aangenomen, op 1 januari of 1 juli 2025 in werking treedt.

Of de wet in werking treedt, is onzeker. Hoewel de partijen die in de Tweede Kamer vóór de wet hebben gestemd in de Eerste Kamer samen veertig zetels (en daarmee een kleine meerderheid) hebben, stemmen fracties in de Eerste Kamer niet altijd hetzelfde als hun evenknie in de Tweede Kamer. Of de Eerste Kamer de wet zal goedkeuren, is dus zeker nog geen uitgemaakte zaak.

Overzicht bekende wijzigingen

De Wet betaalbare huur (en het daarmee ingediende Besluit huurprijzen woonruimte, Bhw) veranderen een aantal cruciale verplichtingen van verhuurders. De belangrijkste daarvan zijn:

  • Introductie van een gereguleerd middensegment voor woninghuur: woningen tot en met 186 punten in het Woningwaarderingsstelsel (WWS) zijn vanaf de inwerkingtreding van de Wbh prijsgereguleerd, dat wil zeggen, voor deze woningen geldt een maximale huurprijs.

  • Het wordt strafbaar een woning te verhuren voor een hogere huurprijs dan toegestaan volgens het WWS. Nu is het nog aan de huurder om bij de Huurcommissie een lagere huurprijs af te dwingen; onder de Wbh zal de gemeente aan zowel particulieren als woningcorporaties boetes (tot thans maximaal € 103.000 bij herhaalde overtreding) op kunnen leggen. Particuliere verhuurders hebben na een derde overtreding voorts te vrezen voor de overname van het beheer (en bijbehorende huurinkomsten!) van hun foutief verhuurde woningen.

  • Huurders van woningen die thans geliberaliseerd verhuurd zijn, in het WWS met maximaal 186 punten gewaardeerd worden, kunnen een jaar na inwerkingtreding van de Wbh hun huurprijs verlagen naar de huurprijs volgens dat puntenaantal in het WWS.

  • De woning van drie of meer woningdelers zonder duurzame gemeenschappelijke huishouding wordt beoordeeld aan de hand van het WWS voor onzelfstandige woningen (WWSO).

  • Verandering van het WWS en het WWSO: andere waardering, toevoeging en schrapping van meerdere rubrieken.

Nieuwe wijzigingen

De Tweede Kamer heeft een aantal wijzigingen aangebracht in de Wbh en het Bhw. De hoogtepunten daarvan zijn:

  • Woningen met energielabels E, F en G krijgen zwaardere strafpunten (resp. -4, -9 en -15) in het WWS

  • Ook huurders in het vrije segment kunnen, net als huurders in het sociale of middensegment, naar de Huurcommissie om hun servicekostenafrekening te laten beoordelen.

  • De leges voor het verliezen van procedures bij de huurcommissie worden verhoogd als de verhuurder in een periode van vier jaar tijd al eerder een procedure bij de Huurcommissie heeft verlopen, tot maximaal de kosten van de behandeling van het geschil (geschat op € 1.850)

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.