Dit artikel is afkomstig uit PONT, vakblad Bouwen met Kwaliteit, editie 2025-3
Bouwproducten zijn halffabricaten die worden verwerkt in bouwwerken, waarbij informatie over de aanvankelijke productprestaties en hun herkomst vaak verloren is gegaan. Of deze is – bij einde levensfase – slechts partieel beschikbaar, dan wel versnipperd aanwezig in gemeentearchieven, in bestekken, bij marktdeelnemers of gebouweigenaren. Welke woningeigenaar heeft bijvoorbeeld nog de volledige productinformatie beschikbaar over de herkomst en prestaties van bouwproducten uit alle in het verleden ondernomen verbouwingen door vroegere woningeigenaren?
Met de voortgaande digitalisering in de bouw komt daar verandering in. De productinformatie is niet meer afhankelijk van een toevallige bron, zoals de gebouweigenaar die op zolder nog wat vergeelde bestektekeningen of een doos met bouwproductgaranties heeft liggen. Productinformatie wordt in het digitale tijdperk traceerbaar via een gegevensdrager
1, die wordt aangebracht op het bouwproduct of – indien dat onmogelijk is – op de verpakking.
Gegevensdragers
Anders dan voor consumentenproducten zijn gegevensdragers op bouwproducten wel lastiger aan te brengen. Deze kunnen bij verwerking van bouwproducten in bouwwerken ook gemakkelijk in het ongerede raken. Als gegevensdragers door praktische noodzaak alleen op verpakkingen van bouwproducten worden aangebracht, zijn die dragers al helemaal geen lang leven beschoren.
Een direct spoor, stroomopwaarts in de toeleveringsketen van eindproduct naar de bron (fabrikant, importeur of distributeur) is daarom in de bouw nog vaak een utopie. Daar komt geleidelijk aan wel verandering in, nu de bouw steeds meer inzet op losmaakbare detaillering van bouwcomponenten en prefabricage. Ook is voorstelbaar dat gegevensdragers van bouwproducten door bijvoorbeeld de aannemer worden verzameld in een app waarna de aannemer deze data vervolgens overdraagt aan zijn klanten.
Los van de nog gebrekkige informatie over eindproducten beschikt de bouwindustrie aan de voorkant van de toeleveringsketen straks over consistente digitale bronnen, waarin productinformatie langdurig wordt opgeslagen. Fabrikanten slaan informatie van hun bouwproducten op in productenpaspoorten (DPP) en vervolgens leveren zij ook kopieën van DPP’s aan hun afnemers. De fabrikant die zijn bouwproduct in de handel brengt, verstrekt aan actoren die hun bouwproducten online of op afstand in de handel brengen, tevens een digitale kopie van de gegevensdrager en de unieke identificatiecode(s) van die producten.
Naast het nut van langdurige opslag in meerdere digitale bronnen voor circulariteitsdoelen, betekent digitale opslag van data voor marktdeelnemers tevens een vermindering van administratieve lasten. Zo worden elektronische kopieën van prestatie- en conformiteitsverklaringen straks vervangen door DPP’s en verwijzen ook gegevensdragers, die zijn gekoppeld aan het CE-markeringslabel, naar DPP’s.

Nationale en Europese initiatieven
Ter bevordering van circulariteit zijn de afgelopen jaren in de lidstaten allerlei nationale initiatieven ontstaan voor het digitaal opslaan van product- en bouwwerkinformatie, zoals Madaster in Nederland. Met digitale informatieopslag op zowel gebouw- als productniveau is volgens deze initiatiefnemers een betere afstemming mogelijk van vraag en aanbod van beschikbare materialen bij toepassing van hergebruik.
De Europese productregelgeving haakt in op deze trend van nationale initiatieven. Als eerste de ESPR-verordening.
2 Deze verordening stelt – uit oogpunt van circulariteit – een digitaal materialenpaspoort (DPP) voor CE-gemarkeerde consumentenproducten verplicht. De EcoDesign- verordening legt verder vast dat de Commissie een register beheert van zogeheten ‘unieke identificatiecodes’ van producten. Hiertoe stelt de Commissie een openbaar webportaal in dat toegang regelt tot productinformatie. Ook de hernieuwde Verordening bouwproducten (EU 2024/3110) haakt in op de trend van digitale productinformatie met het verplichten van DPP’s voor alle CE-gemarkeerde bouwproducten, dus ook voor de vrijwillige CE-markering op basis van Europese beoordelingsdocumenten.
Nu is primair hergebruik in de bouwpraktijk van alledag vaak ondoenlijk omdat de te ontmantelen bouwproducten te veel schade hebben opgelopen, of als vorm en afmetingen van de ontmantelde bouwproducten onbruikbaar blijken te zijn voor nieuwe toepassingen. Daarnaast kunnen oorspronkelijke productprestaties niet meer voldoen aan vigerende nieuwbouweisen. Een secundaire circulariteitsoptie is dan herproductie, waarbij de ontmantelde en gesorteerde bouwproducten als grondstof voor nieuwe toepassingen worden ingezet.
Of het nu – bij inzet naar een tweede levensfase – om secundaire toepassingen (urban mining) gaat of om primair hergebruik, altijd is kennis over de oorspronkelijke productprestaties en bijbehorende contactgegevens nuttig. Dit dient daarmee zowel opspoorbaarheid naar de oorspronkelijke fabrikant alsook verantwoorde en veilige recyclingtoepassingen. Mocht de oorspronkelijke fabrikant failliet zijn gegaan, of een productielocatie op een te grote afstand hebben, of simpelweg niet bereid zijn om bouwproducten terug te nemen, dan is alle bijkomende technische productinformatie via DPP’s toch beschikbaar. Dat is zinvol voor andere fabrikanten die de ontmantelde partij bouwproducten wel willen inzetten voor recyclingdoelen.
DPP-Systeemvereisten voor bouwproducten
Overheid en IT is doorgaans geen goed huwelijk. Daarom is het de vraag of de elektronische registratie van gegevensdragers straks door de Commissie beheerd gaat worden, dan wel wordt uitbesteed aan een of meerdere service providers. Daar is nog discussie over. Het wordt overigens geen gigantische Europese database met dito opslag van technische productinformatie voor alle CE-gemarkeerde bouwproducten in de EU. Het wordt een lijst van gegevensdragers die de unieke identificatiecodes van bouwproducten representeren en daarmee verwijzen naar de afzonderlijke DPP’s waarin informatie over die bouwproducten is opgeslagen.
Los van vragen over toekomstig beheer en onderhoud van de elektronische DPP-registratie, stelt de Commissie in ieder geval via een zogeheten gedelegeerde handeling
3 de systeemvereisten voor DPP’s vast. De digitale systematiek waarmee DPP’s voor bouwproducten worden opgesteld dient interoperabel te zijn en uitwisseling mogelijk te maken met andere digitale systemen, zoals bouwinformatiemodellen (BIM). Alle informatie in het DPP is gebaseerd op open normen, machineleesbaar, doorzoekbaar en overdraagbaar middels een uitwisselingsnetwerk, zonder dat sprake mag zijn van enige afhankelijkheid van een enkele service provider.
In de DPP-systematiek wordt verder vastgelegd welke actoren toegang hebben tot het DPP en welke actoren informatie in DPP’s mogen invoeren of updaten. Daarnaast komen er regels voor de beschikbaarheid van het DPP na insolventie, liquidatie of staking van werkzaamheden van de fabrikant en eisen voor DPP dienstverleners, zoals certificatie. DPP’s dienen ten minste 25 jaar toegankelijk te zijn nadat het laatste bouwproduct als vastgelegd in die DPP’s in de handel is gebracht. Na afloop van fabrikantenverplichtingen wordt – ter waarborging van de beschikbaarheid van DPP’s – door de Commissie voorzien in een back-upsysteem.
Informatie in DPP voor bouwproducten
Het DPP bevat voor bouwproducten de volgende informatie:
- contactgegevens;
- prestatie- en conformiteitsverklaring (DOPC) van de fabrikant, inclusief een verplichte opname van milieuprestaties, de zogeheten EPD’s (environmental product declarations);
- productvereisten en productinformatie met betrekking tot risico’s, veiligheid, functionaliteit en ecologische duurzaamheid;
- technische documentatie ter onderbouwing van productprestaties;
- unieke identificatiemiddelen en gegevensdragers;
- indien van toepassing, etiketteringsmiddelen voor ecologische duurzaamheid (bijvoorbeeld stoplichtaanduiding);
- persoonsgegevens van eindgebruikers, uitsluitend ingeval daar toestemming voor is gegeven.
Het DPP voor de CPR gaat – gelet op deze lijst – niet louter over kenmerken voor ecologische duurzaamheid, maar bevat daarnaast veel technische informatie over productprestaties met onderliggende technische documentatie, inclusief product- en veiligheidsinformatie. Het DPP is elektronisch toegankelijk via een gegevensdrager, zoals een barcode, en kosteloos toegankelijk voor marktdeelnemers, klanten, gebruikers en autoriteiten via deze gegevensdrager. Hierbij zijn er verschillende niveaus van toegang tot DPP’s ingebouwd. Bij het vaststellen van toegangsrechten gaat het om toegangverlening tot uitsluitend die productinformatie die voor actoren van belang is.
De unieke identificatiecode van een bouwproduct komt overeen met het producttype: de set van productprestaties (feitelijk, de set van door de fabrikant uitgevoerde Europees geharmoniseerde testen en hun overeenkomstige testresultaten), zoals de fabrikant die heeft geclaimd in zijn DOPC. Het DPP is dus in principe gekoppeld aan één enkel bouwproduct, dat identificeerbaar is door zijn unieke identificatiecode (het prototype). Vaak worden bouwproducten die tot eenzelfde productcategorie behoren, maar onderling kleine verschillen vertonen in productprestaties, ondergebracht in een zogeheten verzamel-DOPC. In dat geval zal naar een generieke identificatiecode moeten worden verwezen, bijvoorbeeld het nummer van de verzamel-DOPC. Deze generieke code leidt vervolgens naar meerdere unieke sub-codes van de verschillende bouwproducten uit de verzamel-DOPC met alle bijbehorende productprestaties en productinformatie.
Nadere bepalingen van het DPP
- Data in het DPP mogen niet door geautoriseerde deelnemers of service providers worden doorverkocht, hergebruikt, of verwerkt voor andere doeleinden, tenzij daar overeenstemming over is bereikt met de marktdeelnemer die het product in de handel brengt.
- Bescherming van data die bedrijfsgeheimen zijn of intellectueel eigendomsrecht moeten worden gewaarborgd.
- DPP’s worden ontworpen en gebruikt met een hoog niveau van beveiliging, voorkoming van fraude en waarborging van privacy.
- Wat betreft de opzet en het beheer van een webportaal voor DPP’s verwijst de CPR naar artikel 14 van de ESPR-verordening. In dit artikel is aangegeven dat de Commissie een openbaar toegankelijk webportaal creëert en beheert. Als hiervoor aangegeven is er nog discussie over de uitvoering hiervan. Het portaal stelt belanghebbenden in staat om DPP’s op te zoeken en met elkaar te vergelijken op een wijze die aansluit bij de toegangsrechten van die belanghebbenden.
Inwerkingtreding DPP
De CPR geeft geen datum waarop het digitale registratiesysteem, systeemvereisten en software voor DPP’s beschikbaar is. Dat geldt ook voor verplichting tot het opstellen van DPP’s voor CE-gemarkeerde bouwproducten door marktdeelnemers. De DPP-systematiek wordt door de Commissie per gedelegeerde handeling vastgesteld, waarbij het systeem zes maanden na inwerkingtreding volledig operationeel moet zijn. De fabrikant is vervolgens achttien maanden na inwerkingtreding van de DPP-systematiek verplicht om DPP’s voor CE-gemarkeerde bouwproducten ter beschikking te stellen.
Naar verwachting worden de eerste geharmoniseerde productnormen op basis van de hernieuwde CPR in 2028 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Commissie (OJ). Voor fabrikanten die hun CE-gemarkeerde bouwproducten onder deze hernieuwde geharmoniseerde productnormen in de handel brengen, zal tevens invoer van de vereiste productinformatie in DPP’s worden verplicht.
De DPP-systematiek mag in de overgangsperiode ook vrijwillig worden gebruikt. Het zal verder geen verbazing wekken dat de DPP-systematiek, gelet op de snelle ontwikkelingen van AI, in de toekomst de nodige wijzigingen of aanvullingen kan ondergaan. De Commissie heeft dan ook de bevoegdheid om de DPP-systematiek in het kader van technische vooruitgang te amenderen. Last but not least doen nationale initiatiefnemers van materiaalpaspoorten op zowel bouwproduct- als bouwwerkniveau er goed aan om de Europese DPP-systematiek, gebaseerd op uitwisselbaarheid van data, nauwkeurig te volgen. Hierdoor is straks een soepele overgang mogelijk van nationale systemen naar een overkoepelend Europees systeem voor de interne markt.
1 Gegevensdrager: een streepjescode, tweedimensionaal symbool of ander medium voor automatische vergaring van identificatiegegevens, dat met een apparaat te lezen is.
2 Ecodesign requirements for sustainable products, EU 2024/1781.
3 Besluiten van de Commissie waarvoor zij wettelijke bevoegdheid heeft verkregen. Europees Parlement en Raad zijn gemachtigd deze bevoegdheid van de Commissie weer in te trekken.
Dit artikel staat in PONT, vakblad Bouwen met Kwaliteit (editie 2025-3). Bouwen met Kwaliteit is het vakblad dat PONT 9 keer per jaar uitbrengt in samenwerking met de Vereniging BWT Nederland en Vereniging Kwaliteitsborging Nederland. Iedere editie duiken we met dit nieuwe magazine de diepte in, met interviews, verdiepingsartikelen en opinies van experts op het gebied van bouwkwaliteit. Klik hier voor meer informatie.