Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Een definitief verbod op energie-onzuinige kantoren: over welke regels hebben we het?

In een driedelig blog zal ik komende weken ingaan op wijzigingen die samenhangen met het wijzigen van het bouwbesluit en het energieakkoord. Dit heeft gevolgen voor onder meer alle kantooreigenaren en huurders, voor de ontwikkeling van nieuwe kantoorpanden en de koop en verkoop van kantoorpanden. Uit het akkoord volgt dat in 2050 alle gebouwen van een energielabel A voorzien moeten zijn. In aanloop naar dat doel is nu het bouwbesluit als volgt gewijzigd: alle kantoorgebouwen moeten per 1 januari 2023 minimaal van energielabel C voorzien zijn. De verkoper is bij verkoop, verhuur of oplevering van o.m. kantoren verplicht een geldig energielabel te overleggen en een energielabel te tonen in advertenties. Vanaf 2023 geldt voor kantoren dat dit minimaal een energielabel C moet zijn.

15 maart 2022

Niet alle kantoorgebouwen vallen onder het verbod

Om de regel te bevestigen is er immers altijd de uitzondering. Deze staan opgesomd in artikel 5.11 Bouwbesluit 2012. Ten eerste is de verplichting niet van toepassing voor kantoorgebouwen die minder dan 50% van de gebruiksoppervlakte in gebruik hebben ten behoeve van kantoorfuncties. Dat betekent dus dat gebouwen tot aan 50% nevenfuncties wél aan de verplichting moeten voldoen. Ten tweede geldt de verplichting niet voor kantoren kleiner dan 100m2. Dit geldt voor losse kantoren, maar ook wanneer de kantoorruimte een deel uit maakt van een groter gebouw. Dan is er nog een ruimere categorie gebouwen die uitgezonderd worden van de labelverplichting, opgesomd in artikel 2.2 van het Besluit Energieprestatie gebouwen. Onder andere rijksmonumenten, gebouwen die ten hoogste twee jaar worden gebruikt en vrijstaande gebouwen met een gebruiksoppervlakte van minder dan 50m2 worden uitgezonderd. Voor verhuurder, huurder en verkoper dus relevant: lang niet altijd geldt deze “label-C-verplichting” onverkort. Het loont dus uit te zoeken of het gebouw in kwestie valt onder een van de uitzonderingen.

Terugverdientijd erg lang?

De laatste uitzondering voor de “label-C-verplichting’’ ziet op de terugverdientijd op de maatregelen die nodig zijn tot minimaal een label-C-kantoor te komen. Wanneer deze langer is dan 10 jaar, volstaan investeringen met een terugverdientijd tot maximaal 10 jaar. Het energielabel dat hier ‘’aangehangen’’ kan worden volstaat dan om aan de verplichtingen van het bouwbesluit te voldoen. Een maximale inspanning om richting C-label te komen blijft in deze categorie dus onverkort gelden.

Gemeenten gaan handhaven vanaf 2023

Belangrijk om te beseffen is dat vanaf 1 januari 2023 het toezichthoudend orgaan Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voor wat betreft het Label an sich en gemeenten voor wat betreft het naleven van het bouwbesluit zullen overgaan tot handhaving. Dat betekent dat de gemeente zal waarschuwen, maar ook dat een last onder dwangsom of zelfs een last bestuursdwang (het sluiten van een gebouw) tot de mogelijkheden zal behoren voor de gemeente. Investeer daarom tijdig, en combineer als het even kan met een al geplande onderhoudsbeurt. Overigens geldt dat een behoorlijk deel van de maatregelen zogenaamde ‘’no-regret’’ maatregelen zijn. Energiebesparende maatregelen verdienen zich immers veelal terug door de besparingen die ze opleveren. Bovendien kunnen ze in sommige gevallen gesubsidieerd worden. Wie maakt de kosten voor de wijzingen en wat voor risico’s zijn er voor de verantwoordelijke? Daar ga ik de komende twee weken op in. Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen? Neem dan contact op met onze sectie Vastgoed.

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.