De energietransitie is een van de belangrijkste uitdagingen van deze tijd. Onderdeel van die transitie is zoveel mogelijk huishoudens te bewegen over te stappen naar het gebruik van nieuwe en meer duurzame energiebronnen. Het kan lastig zijn om een keuze te maken uit de vele alternatieve energiemaatregelen. Ook de financierbaarheid van die maatregelen is een belangrijke overweging. Adviseurs kunnen een belangrijke rol spelen bij het maken van keuzes. Maar daarbij moet wel worden gelet op de grenzen die de Wet op het financieel toezicht daaraan stelt.
De energietransitie is een van de belangrijkste uitdagingen van deze tijd. Onderdeel van die transitie is zoveel mogelijk huishoudens te bewegen over te stappen naar het gebruik van nieuwe en meer duurzame energiebronnen. Het kan lastig zijn om een keuze te maken uit de vele alternatieve energiemaatregelen. Ook de financierbaarheid van die maatregelen is een belangrijke overweging. Adviseurs kunnen een belangrijke rol spelen bij het maken van keuzes. Maar daarbij moet wel worden gelet op de grenzen die de Wet op het financieel toezicht daaraan stelt.
Medewerkers van overheids- en (semi-)publieke instellingen bieden huishoudens steeds vaker ondersteuning bij het maken van een keuze bij alternatieve energiemaatregelen. Uiteraard gaat het in de eerste plaats over het nemen van de juiste en passende energiemaatregelen, die in de praktijk het meeste rendement opleveren.
Bij het maken van een keuze speelt ook de betaalbaarheid van de investeringen die nodig zijn een grote rol. Niet ieder huishouden beschikt nu eenmaal over hetzelfde budget om die investeringen te financieren. Over het algemeen is het nu eenmaal zo, dat met meer geld meer te veranderen valt dan met minder geld. Daarom nemen veel adviseurs, in het verlengde van hun advisering over de technische geschiktheid van de maatregelen, ook de financiële haalbaarheid daarvan mee in hun advies. Dan wordt gekeken naar de beschikbaarheid van eigen middelen, nationale of lokale subsidieregelingen of de toegang tot financieringen, zoals hypothecaire of persoonlijke leningen.
Het doel is om een technisch ontwerp op maat voor te leggen, dat voor de consument ook financieel haalbaar is. Maar mogen adviseurs dit financiële plaatje zomaar uittekenen voor de consument? Niet altijd. Mogelijk moeten zij over een vergunning als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (Wft) beschikken. Hieronder geven wij in hoofdlijnen aan wanneer hiervan sprake kan zijn.
Artikel 2:75 lid 1 van de Wft verbiedt, kort gezegd, om zonder vergunning in de uitoefening van een beroep of bedrijf één of meer specifieke financiële producten aan te bevelen aan consumenten. Wanneer een kredietvorm in de advisering wordt meegenomen, bijvoorbeeld het afsluiten van een persoonlijke lening, valt de advisering mogelijk binnen de reikwijdte van de Wft. Of het advies wordt verstrekt door een private of (semi-)publieke instelling, maakt daarbij in beginsel geen verschil.
Wel geldt dat dit advies moet zijn verstrekt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Aan dit vereiste is in de praktijk snel voldaan. Als het verstrekken van financieel advies de specifieke doelstelling is, dan ligt het voor de hand aan te nemen dat wordt geadviseerd in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf. Maar als het financieel advies wordt verstrekt in het kader van andere (hoofd)werkzaamheden, dan moet verder worden gekeken naar de concrete omstandigheden. We kijken dan naar de presentatie aan de buitenwereld, of bijvoorbeeld het incidentele karakter van de werkzaamheden. Houdt als vuistregel dus aan dat in de praktijk doorgaans snel wordt aangenomen dat sprake is van advisering in de uitoefening een beroep of bedrijf.
De volgende relevante vraag – en eigenlijk ook de kernvraag – is of de bemoeienis van de adviseur kan worden gekwalificeerd als adviseren in de zin van de Wft, of dat er ‘slechts’ sprake is van informeren. Er moet sprake zijn van een aanbeveling, wat meer is dan het delen van objectieve informatie. Informatie wordt een aanbeveling als de adviseur een mening over die informatie geeft en daarmee de klant in een bepaalde richting stuurt. In de praktijk blijkt dat de scheidslijn tussen het verstrekken van informatie en het verstrekken van advies in de zin van de Wft niet een hele scherpe is, en iedere keer van geval tot geval moet worden beoordeeld.
Wanneer er sprake is van een aanbeveling, moet deze ook persoonlijk zijn om als advies in de zin van de Wft te worden gekwalificeerd. Een aanbeveling is bijvoorbeeld persoonlijk, wanneer aangegeven wordt dat een bepaalde financiering het beste aansluit bij uw situatie.
Ten slotte moet de aanbeveling zien op een specifieke financiering. Dit betekent dat bij een aanbeveling alleen gericht op een soort of type financieel product geen sprake is van adviseren. Maar wanneer wordt verwezen naar een specifieke financier, is mogelijk wel weer sprake van een aanbeveling over een specifiek product.