Iedereen produceert afval en we zijn ook allemaal bekend met het concept van stedelijk afval: het wordt geproduceerd in huishoudens en andere inrichtingen, zoals kantoren en winkels. Stedelijk afval maakt een kwart uit van de totale hoeveelheid afval die in de EU wordt geproduceerd, en het wordt doorgaans door of namens gemeenten ingezameld. De Europese Rekenkamer (ERK) zal naar verwachting eind dit najaar een controleverslag over dit onderwerp publiceren. Daarin gaat zij na in hoeverre de lidstaten vooruitgang hebben geboekt met het beheer van stedelijk afval in de richting van de door de EU beoogde circulaire economie.

In 2023 produceerden EU-burgers gemiddeld 511 kg stedelijk afval per persoon. De situatie verschilt echter aanzienlijk per lidstaat, variërend van ongeveer 300 kg tot ongeveer 800 kg per hoofd van de bevolking. Factoren als welvaart, het leven in een stad, gemak en verpakte goederen spelen hierbij een grote rol.
Verder is het van cruciaal belang dat burgers hun afval sorteren: er kunnen dan wel aparte afvalbakken zijn, maar als burgers en bedrijven hun afval niet correct scheiden, kan dat ernstige gevolgen hebben voor de recycling. Bovendien kan zelfs correct gescheiden afval in verbrandingsovens of op stortplaatsen terechtkomen als er geen levensvatbare markt voor gerecyclede materialen is.
De EU heeft een duidelijke langetermijndoelstelling vastgesteld: een circulaire economie tot stand brengen waarin afval geen afval meer is, maar een hulpbron. Dit vereist meer dan alleen EU-richtlijnen: het vergt ook politieke wil, investeringen en een sterke burgerparticipatie.
Het verslag inzake vroegtijdige waarschuwing van de Europese Commissie van 2023(opens in new window) schetste een somber beeld: tien lidstaten liepen het risico beide EU-streefcijfers voor 2025 niet te halen, namelijk het streefcijfer voor de voorbereiding voor hergebruik en recycling van stedelijk afval en dat voor de recycling van verpakkingsafval. Acht andere lidstaten liepen het risico om het streefcijfer voor hergebruik en recycling van stedelijk afval niet te halen.
Bovendien waren 13 landen nog ver verwijderd van het EU-streefdoel om uiterlijk in 2035 de hoeveelheid gestort stedelijk afval(opens in new window) tot 10 % te verminderen. Uiteindelijk lagen slechts negen landen (Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland en Slovenië) op schema met het behalen van de belangrijkste EU-streefdoelen. Dit was geen nieuwe ontwikkeling: in ons speciaal verslag van 2012 merkten wij al op dat het ingezamelde afval aan de bron slecht werd gescheiden, dat de behandelingsinstallaties overbelast waren, dat de behandeling vóór storten ontoereikend was en dat het preventiebeleid tekortschoot.
Vertonen systemen voor het beheer van stedelijk afval meer dan tien jaar na ons vorige verslag nog steeds dezelfde tekortkomingen? En dit terwijl de EU — voornamelijk via het cohesiebeleid en de herstel- en veerkrachtfaciliteit — miljarden euro’s heeft geïnvesteerd in de verbetering van het beheer van stedelijk afval? In ons komende controleverslag wordt antwoord gegeven op deze en andere vragen.
Onze auditors hebben de maatregelen beoordeeld die de Europese Commissie en de lidstaten hebben genomen om de EU-doelstellingen voor stedelijk afval te realiseren. Daarnaast hebben zij 16 door de EU gefinancierde afvalbeheerprojecten in Griekenland, Polen, Portugal en Roemenië geanalyseerd. De controle had betrekking op de periode van 2014 tot en met 2024. Het controleverslag zal naar verwachting in december op onze website worden gepubliceerd. Zo wordt u er rond de kerst nog eens aan herinnerd om uw inpakpapier en etensresten op de juiste manier te sorteren.
