De Europese Commissie heeft haar driejaarlijkse Evaluatie van de uitvoering van het milieubeleid (Environmental Implementation Review) gepubliceerd. Hierin wordt voor elke lidstaat de balans op gemaakt voor wat betreft de uitvoering van milieuwetgeving, met onder andere aandacht voor waterkwaliteit en -beheer.
De Commissie bevestigt dat de waterkwaliteit, waaronder de kwaliteit van drinkwaterbronnen, in Nederland onder druk staat. Vewin onderschrijft de oproep van de Commissie om vervuiling bij de bron aan te pakken, met prioriteit voor nutriënten en chemische stoffen.
De evaluatie maakt duidelijk dat Nederland onvoldoende op koers ligt om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te behalen. Slechts een zeer klein percentage van de Nederlandse oppervlaktewateren voldoet aan de ecologische en chemische eisen. De Commissie noemt als oorzaken onder meer de milieueffecten van de intensieve veehouderij, een tekort aan biologische landbouw en een onvolledige implementatie van de Nitraatrichtlijn. Dit heeft direct gevolgen voor de kwaliteit van drinkwaterbronnen.
Vergeleken met oppervlaktewater is de situatie voor grondwater wat beter. Dat komt deels doordat grondwater beter beschermd is en minder kwetsbaar voor neerslag van luchtverontreinigende stoffen. De problemen in oppervlaktewater en grondwater worden vooral veroorzaakt door een beperkte groep verontreinigende stoffen, die vrijwel allemaal samenhangen met de landbouw: nitraat, bestrijdingsmiddelen, chloride en fosfor.
De constatering van de Europese Commissie onderstreept het belang van een gerichte aanpak van vervuiling bij de bron. Het is nodig om het landelijke generieke beleid (o.a. 8e Nitraat Actieprogramma) aan te scherpen om de doelen bij drinkwaterbronnen (grond- en oppervlaktewater) tijdig te bereiken. Ook moet de toelating van stoffen zoals bestrijdingsmiddelen beter afgestemd worden op KRW-normen.