De komende jaren staan we voor de grootste onderhoudsopgave ooit aan onze wegen, vaarwegen en spoorwegen. Dat vraagt veel mankracht, materialen en investeringen, maar het onderhoud is noodzakelijk om Nederland nu en in de toekomst in beweging te houden. Hierdoor is er minder geld beschikbaar voor grote nieuwe investeringen in de Nederlandse infrastructuur. Nieuwe projecten, met name voor de aanleg van wegen, zijn daarnaast door gebrek aan financiële middelen, stikstofruimte en personele capaciteit moeilijk uitvoerbaar. Maar we kijken naar wat wél kan om Nederland bereikbaar te houden en waar mogelijk de bereikbaarheid te verbeteren.
Het kabinet heeft € 2,5 miljard beschikbaar om nieuwe woonwijken goed bereikbaar te maken. Daarmee wil de regering de bouw van nieuwe woningen stimuleren en makkelijker maken. Het gaat om maatregelen op plekken waar op korte termijn nieuwe woningen gebouwd kunnen worden. Om welke projecten het precies gaat, wordt op een later moment besloten.
Ondanks dat er een aantal grote aanlegprojecten in de vorige kabinetsperiode gepauzeerd zijn, wordt er ongeveer € 700 miljoen geïnvesteerd in de aanpak van wegen en bereikbaarheidsmaatregelen in de regio’s.
De afgelopen week gingen minister Barry Madlener en staatssecretaris Chris Jansen, samen met minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, het gesprek aan met de provincies om te praten over hun plannen voor de komende jaren.
€ 700 miljoen voor wegen en doorstroming
Het kabinet wil € 200 miljoen reserveren voor het opstarten van wegenprojecten die eerder gepauzeerd werden. Regio’s waar projecten gepauzeerd zijn, hebben verschillende voorstellen ingediend om de bereikbaarheid te verbeteren. Er wordt € 206 miljoen uitgegeven aan verbeteringen van wegen of aan andere maatregelen die de doorstroming op de weg bevorderen. Hiervan gaat € 47 miljoen naar maatregelen op de A1/A30 en A4 Haaglanden-N14 en € 159 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor maatregelen die knelpunten verminderen zoals bijvoorbeeld de aanpak van sluipverkeer, stimuleren van OV en fiets en/of een werkgeversaanpak. Deze maatregelen worden uitgevoerd door de regio’s zelf. Het gaat om de volgende projecten: in de regio Breda-Tilburg (€ 23 miljoen), A2 Deil-Vught (€ 54 miljoen), A15 Papendrecht-Gorinchem (€ 16 miljoen) en de A4 Haaglanden-N14 (€ 16 miljoen) en A1/A28 knooppunt Hoevelaken (€ 50 miljoen). Voor betere doorstroming op het hoofdwegennet wil het kabinet € 290 miljoen reserveren. Regionale partners kunnen de komende periode voorstellen doen voor kleine maatregelen die de doorstroming op het nationale weggennet verbeteren. Definitieve besluiten over maatregelen voor het bevorderen van de doorstroming en het opstarten van gepauzeerde wegenprojecten worden genomen in het voorjaar van 2025.
Minister Madlener: “Om Nederland goed bereikbaar te houden moet er fors geïnvesteerd worden in onderhoud, maar óók in aanleg. Projecten die gepauzeerd zijn moeten worden opgestart zodra dat kan, zodat weggebruikers straks weer beter kunnen doorrijden. De auto en dus onze wegen zijn een belangrijke voorwaarde voor het gevoel van vrijheid. Daarom investeren we ook € 700 miljoen in kleinere maatregelen om de doorstroming op het wegennet en de bereikbaarheid in de regio’s te verbeteren.”
Noord en Oost Nederland
Tijdens de gesprekken met Noordelijk Nederland is er nog geen besluit genomen over hoe er verder wordt gegaan met de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. De twee spoorlijnen bieden in potentie een grotere kans op werk voor de inwoners van Noordelijk Nederland en belangrijke voorzieningen zoals ziekenhuizen, scholen en culturele instellingen worden beter bereikbaar. Daarnaast zouden de spoorlijnen veel nieuwe woningen kunnen ontsluiten. Maar beide projecten vragen om forse investeringen. Het Rijk en Noordelijk Nederland hebben afgesproken dat er de komende tijd nog meer gesprekken nodig zijn voordat wordt besloten hoe deze projecten een vervolg kunnen krijgen.
Staatssecretaris Chris Jansen: “In het regeerprogramma en het hoofdlijnenakkoord staan de Lelylijn en Nedersaksenlijn opgenomen als belangrijke spoorlijnen. Ik zou daarom graag bij beide projecten een stap vooruit willen zetten. Op dit moment is de tijd daar echter nog niet rijp voor. Met het kabinet hebben we nog geen standpunt ingenomen hoe we het beste verder kunnen gaan met deze twee projecten. Enerzijds hebben we grote ambities en zien we dat beide spoorlijnen van grote meerwaarde kunnen zijn voor Noordelijk Nederland. Anderzijds is er op dit moment geen zicht op de financiële middelen die nodig zijn voor deze projecten. Daarom heb ik met de regionale Noordelijke partijen afgesproken dat we voor het einde van het jaar nog een keer met elkaar om tafel gaan om te spreken over een vervolg voor de Lelylijn en Nedersaksenlijn.”
In Noord Nederland zijn wel afspraken gemaakt over € 75 miljoen die eerder beschikbaar is gekomen voor aanpassingen aan station Meppel. Het geld zal onder andere worden gebruikt voor het aanpassen van emplacement Meppel waarbij er een vierde perronspoor wordt aangelegd. Dit vergroot de capaciteit en komt de betrouwbaarheid van de dienstregeling ten goede.
N33 Midden en Noord
Met de regio is afgesproken de twee Tracés van de N33 te combineren in één project. Voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) wordt op dit moment een MIRT-onderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek worden eind 2025 besproken. Eerder is geld vrijgemaakt voor de N33 Midden (Zuidbroek – Appingedam) in het kader van het herstelpakket voor Groningen. Dit project moet zo snel mogelijk weer worden opgestart. Dit gebeurt zodra er voldoende stikstofruimte, geld en personeel beschikbaar is.
ViA15
De Raad van State verklaarde begin oktober het Tracébesluit voor de ViA15 onherroepelijk. Dat betekent dat de A15 wordt verbonden met de A12 en daarmee de bereikbaarheid in en via de regio Arnhem-Nijmegen verbetert. Dat is goed nieuws voor de regio, maar ook voor de bereikbaarheid tussen de haven Rotterdam en Duitsland. Door de lange beroepsprocedure lag het project langere tijd stil en werden projectteams afgebouwd. De komende tijd worden de projectorganisaties van de aannemerscombinatie en Rijkswaterstaat weer opgebouwd en wordt er gewerkt aan onder andere een nieuwe projectplanning.
Noordwest, Zuidwest en Zuid Nederland
Rijk en regio Amsterdam hebben de samenwerkingsovereenkomst voor de MIRT-Verkenning OV-Verbinding Amsterdam Sloterdijk-Amsterdam Centrum ondertekend. Met deze overeenkomst leggen partijen afspraken vast over de samenwerking in de verkenningsfase. Het onderzoek richt zich op een betere bereikbaarheid en ontsluiting met openbaar vervoer tussen Sloterdijk en Amsterdam Centrum, specifiek voor de eerste fase van de grootschalige woningbouwontwikkeling in Haven-Stad. Deze samenwerkingsovereenkomst is een belangrijke mijlpaal in het verdere proces.
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag en het ministerie hebben vorig jaar afgesproken dat gezamenlijk € 550 miljoen wordt geïnvesteerd in de uitbreiding van het metronet van Rotterdam en in de Randstadrail. Deze afspraken zijn dit jaar verder uitgewerkt. Zo wordt de capaciteit van metrostation Beurs vergroot en de doorstroming verbeterd. Ook wordt de spoorbeveiliging van het gezamenlijke spoor van de RandstadRail en Metronet verbeterd zodat hier vaker kan worden gereden.
Staatssecretaris Chris Jansen: “De komende jaren worden er veel nieuwe woningen gebouwd. Dat zorgt voor meer reizigers. Het Rijk en de regio investeren daarom samen fors in de bereikbaarheid van metropoolregio Rotterdam Den Haag. Met € 550 miljoen zorgen we dat het ov in de regio de reizigersgroei aankan. Zo kunnen reizigers straks op de lijn Rotterdam-Den Haag elke 5 minuten de metro pakken in plaats van elke 10 minuten.”
In de regio Zuid hebben de provincie Limburg en het Rijk afspraken gemaakt over de herbestemming van de rijksbijdrage van € 36,7 miljoen die bedoeld was voor de tram tussen Hasselt en Maastricht. De tram komt er niet, maar het geld zal nu onder andere worden besteed aan de overwegveiligheid tussen Maastricht en Eijsden, waardoor er een tweede Drielandentrein kan gaan rijden en de sloop van een oude spoorbrug over de Maas. Daarnaast maakt de provincie afspraken met de gemeente Maastricht over een bijdrage aan een fietsbrug over de Maas.
Er kan worden gestart met de aanlegfase van het project Wilhelminakanaal Sluis II. Met dit project wordt het Wilhelminakanaal geschikt gemaakt voor klasse IV schepen waarmee de bereikbaarheid van het belangrijke knooppunt Tilburg verder wordt vergroot. De afspraken over cofinanciering met de provincie Noord-Brabant en de gemeente Tilburg worden begin volgend jaar vastgelegd in een bestuursovereenkomst.
Investeringen in heel Nederland
Er komen twee pilots voor snelle bussen in Brabant en Noord-Holland. Bus Rapid Transit is een bussysteem waarbij met hoge frequentie en snelheid gereden wordt. Het Rijk en de regio hebben afgesproken gezamenlijk maximaal € 2 miljoen beschikbaar te stellen voor de proefprojecten. Eindhoven (A50) – Meierij en Haarlem – Schiphol – Amsterdam zijn de gekozen trajecten voor deze pilots.
Het moet een aantrekkelijke keuze blijven om de fiets te pakken. Goede doorfietsroutes zijn daarvoor belangrijk. Met deze routes fiets je veilig en comfortabel van A naar B, zonder onderbrekingen. Het Rijk gaat daar structureel aan bijdragen. Van 2024 tot 2026 wordt in totaal € 18 miljoen geïnvesteerd. Dit geld wordt verdeeld over 12 verschillende projecten door heel Nederland. Zo wordt er bijvoorbeeld ruim € 1,3 miljoen geïnvesteerd in de doorfietsroute “het Pico Bello Pad” tussen Ede en Wageningen. Het doel is dat deze routes in 2028 klaar zijn zodat iedereen daar gebruik van kan maken.