Wonen is een basisbehoefte. Maar een passende woning vinden? Dat is voor veel mensen tegenwoordig een uitdaging. Gemeenten, projectontwikkelaars en beleidsmakers zoeken naar oplossingen, maar zonder duidelijke regie op volkshuisvesting blijft het een ingewikkelde puzzel. De Wet versterking regie volkshuisvesting moet hier verandering in brengen. Wat betekent dat voor de ruimtelijke ordening? En welke stappen moeten gemeenten nu al zetten?
Jarenlang kenden we het ministerie van VROM: Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. In 2010 werd dit ministerie opgeheven, en daarmee verdween volkshuisvesting uit de directe sturing van de ruimtelijke ordening. Sommigen stellen zelfs dat dit een van de oorzaken is van de huidige woningnood. Feit is dat er sindsdien weinig gerichte regie is gevoerd op woningbouw voor alle doelgroepen.
De Wet versterking regie volkshuisvesting moet dit tij keren. Volkshuisvesting wordt opnieuw een essentieel onderdeel van ruimtelijke ontwikkelingen. Dit betekent dat gemeenten bij woningbouwplannen niet alleen kijken naar locaties, maar ook naar een evenwichtige verdeling van woonruimte voor verschillende doelgroepen. Het wetsvoorstel ligt al een jaar bij de Tweede Kamer te wachten op behandeling. De doorbraak lijkt nu dichterbij: minister Keijzer heeft deze maand wijzigingen voorgesteld. Zo wordt bijvoorbeeld minimaal 30 procent van de nieuwbouw in elke regio gereserveerd voor sociale huurwoningen. Ook wordt het eenvoudiger om mantelzorg- en familiewoningen op kavels bij te bouwen. Hiermee moet de woningmarkt toegankelijker worden voor iedereen.
De verwachte invoering van de wet in 2026 betekent dat gemeenten nu al moeten beginnen met voorbereidingen.
