Het college van B en W stemt in met een tijdelijke maatregel om zo de bouw van middeldure huurwoningen weer op gang te helpen. Door aan te sluiten bij de maximale huren uit de nieuwe Wet Betaalbare huur, krijgen bouwers meer financiële ruimte om middeldure huurwoningen te bouwen. Dat is hard nodig, want de bouw van deze woningen blijft achter en de vraag is zeer groot.
Wethouder van Dantzig (Woningbouw): ‘Door de nieuwe Wet betaalbare huur kunnen duizenden bestaande dure Amsterdamse huurwoningen in de toekomst een lagere huur krijgen. Dat is heel goed nieuws voor mensen met een middeninkomen die een betaalbare huurwoning zoeken. Tegelijkertijd zien we dat het vanwege gestegen bouwkosten en rentes, voor marktpartijen steeds lastiger wordt om middeldure huurwoningen te blijven bouwen. Ik wil de bouw weer aanjagen. Door aan te sluiten bij de huurprijzen uit de Wet Betaalbare Huur, bieden we meer financiële ruimte aan ontwikkelaars om woningen te bouwen én komen we ontwikkelaars tegemoet om in dit betaalbare segment te blijven bouwen. Dat is heel hard nodig’
Sinds 2017 maakt de gemeente Amsterdam in de erfpachtvoorwaarden afspraken om bij nieuwbouwwoningen: het 40-40-20 beleid waar nieuwbouwprojecten worden gebouwd met 40% sociale huur, 40% middeldure huur en 20% vrije sector woningen. Nu de Eerste Kamer voor de Wet betaalbare huur heeft gestemd, is gereguleerde middenhuur ook vastgelegd in landelijke wetgeving.
Met de tijdelijke overgangsregel biedt de gemeente de mogelijkheid om bij nieuw te bouwen woningen een maximaal huurprijs van € 1.274 te rekenen en een gemiddelde huur per project van maximaal € 1.175. Voor een bouwer biedt de huurverhoging meer financiële ruimte. Dat leidt hopelijk tot meer woningen in het middeldure huursegment die in aanbouw worden genomen, die bovendien ook heel energiezuinig zijn.
De tijdelijke overgangsmaatregel is alleen van toepassing op projecten waar geen erfpachtovereenkomst tot stand is gekomen voor 1 juli 2024 en waar geen anterieure overeenkomst tot stand is gekomen voor 1 juli 2024. De tijdelijke overgangsmaatregel geldt ook voor openbare selectieprocedures, mits er geen sprake is van een wezenlijke wijziging van een reeds gesloten tender(overeenkomst). Tot slot geldt de tijdelijke overgangsmaatregel voor projecten die voor 1 januari 2028 zijn gestart met de bouw.
De bouw van middeldure huurwoningen bleef in 2023 met 314 woningen flink achter op de toenemende vraag. Om ervoor te zorgen dat marktpartijen betaalbare woningen blijven bouwen, heeft het college daarom verschillende maatregelen genomen om zo veel mogelijk door te bouwen. In samenspraak met corporaties en ontwikkelaars is bijvoorbeeld besloten tot het herijken van de grondprijzen en het verlengen van de tijdelijke financiële regeling de transformatie-impuls.
