246 gemeenten meldden zich al aan voor de Startbouwimpuls, meldt BZK op basis van een eerste inventarisatie. Met bijdragen uit deze pot die stilvallende bouwprojecten moet vlotten, willen de lokale overheden ruim een kwart miljoen woningen versneld bouwen. Lang niet alle aanmeldingen zullen worden gehonoreerd en de criteria voor een bijdrage zijn aangescherpt.
Het ministerie spreekt in een persbericht over “overweldigend veel belangstelling” voor de Startbouwimpuls. De 246 gemeenten meldden 2.195 projecten aan, samen goed voor bijna 260.000 woningen. De helft daarvan is ‘betaalbaar’, waarmee BZK doelt op sociale huur, middenhuur en goedkope en middeldure koop.
De Startbouwimpuls is bedoeld voor projecten die planologisch ver genoeg zijn om uiterlijk in 2024 of 2025 te starten met bouwen, maar door de veranderde economische omstandigheden de business case niet meer kunnen rond rekenen en daardoor dreigen te vertragen of on hold gezet te worden.
De animo voor de impuls toont volgens demissionair minister voor Volkshuisvesting Hugo de Jonge dat er “veel potentie en wilskracht is om door te blijven bouwen, maar ook dat steun en sturing van het Rijk nodig is”.
Lang niet alle aanvragen zullen worden gehonoreerd. De groslijst van projecten die in 2024 en 2025 kunnen starten met bouwen, telt op tot een tekort van 3,3 miljard euro, terwijl in de pot voor de Startbouwimpuls ‘slechts’ 250 miljoen euro zit.
Het ministerie scherpt de criteria voor een bijdrage uit de impuls dus aan. Aanmeldingen moeten minimaal tien woningen per bouwproject hebben, en de maximaal gevraagde Rijksbijdrage per woning mag niet hoger zijn dan 12.500 euro inclusief btw. Die extra eisen moeten ervoor zorgen dat “vooral de meest kansrijke projecten met de meeste woningen” worden aangemeld, aldus BZK.
Gemeenten hebben nog tot 13 oktober om hun projecten aan te melden bij het ministerie. Daarna wordt een ranglijst gemaakt. Projecten waarbij de bouw snel en met grote (juridische) zekerheid kan starten en waarbij een relatief lage Rijksbijdrage per woning wordt gevraagd, maken de meeste kans.
Saillant detail bij de Startbouwimpuls is dat de beschikbare 250 miljoen naar voren werd getrokken uit de Woningbouwimpuls. Er vloeit dus netto niet meer Rijksgeld naar gemeenten. Het wordt vooral eerder en anders verdeeld.
