De VNG kijkt sinds de publicatie van het regeerprogramma en de rijksbegroting uit naar de concretisering van de gebiedsspecifieke en uitvoeringsgerichte aanpak voor het landelijk gebied. Vooralsnog stagneert de noodzakelijke ontwikkeling. We brengen 3 punten onder de aandacht bij de Tweede Kamer.
Lees onze inbreng voor het debat stikstof, NPLG en natuur (pdf, 166 kB)
Aandachtspunten
Gemeenten en regio’s zien de noodzaak om de opgaven in het landelijk gebied integraal te benaderen en hebben energie om hier samen de schouders onder te zetten. We waarderen het aanbod van minister en kabinet om samen met decentrale overheden de gebiedsspecifieke en uitvoeringsgerichte aanpak verder te brengen.
De inzet biedt echter onvoldoende helderheid over de langetermijnkoers om de landelijke natuur-, water- en klimaatdoelen te halen en de leefbaarheid van het landelijk gebied te versterken. Daarom vragen we aandacht voor 3 punten.
Heldere doelen en bundeling van middelen
De nieuwe gebiedsspecifieke en uitvoeringsgerichte aanpak kan alleen succesvol zijn als de exacte doelen helder zijn en er langjarig betrokkenheid is. Voor gemeenten is daarbij een concrete uitvoeringsagenda en bundeling van middelen per gebied (door een gebiedsfonds) een harde noodzaak. We vragen daarom om een interdepartementale inventarisatie van de beschikbare rijksmiddelen voor het landelijk gebied voor decentrale overheden.
Samen optrekken en experimenteerruimte
Gemeenten willen als 1 overheid optrekken met medeoverheden in gebieden waar ‘veranderenergie’ aanwezig is, onder meer aan een betrouwbaar en langjarig perspectief voor de agrarische sector, lokale samenwerkingen en inwoners. Gemeenten moeten hierbij ruimte krijgen voor maatwerk met experimenteerruimte.
Integrale aanpak en lokale context
De lokale overheid moet worden betrokken bij het opstellen van generiek beleid en regelingen. De huidige aanpak is niet integraal, waardoor landelijke (uitkoop)regelingen nogal eens ongewenste effecten hebben. Ontwikkel bijvoorbeeld integraal grondbeleid met voldoende aandacht voor lokale context, zoals economie, grondposities en de ruimtelijke indeling van natuur, landbouw, wonen en andere functies.