Het verhuren van woningen is er de laatste jaren niet gemakkelijker op geworden: hogere belastingen, beperkingen op tijdelijke contracten, strengere regels, een strikter puntensysteem en ga zo maar door. Het aanbod van huurwoningen droogt op en het middensegment komt onder druk te staan. Veel kleine verhuurders haken af. De minister ziet dat en grijpt in. Ze komt met vier maatregelen die het voor verhuurders aantrekkelijker maken om woningen te (blijven) verhuren.
De vier voorgestelde maatregelen zijn:
WOZ-waarde mag zwaarder meewegen
De WOZ-waarde is gemaximeerd in de huidige puntentelling. De minister stelt voor dat bij een nieuw contract de verhuurder alsnog de oorspronkelijke puntenscore mag gebruiken (dus zonder de ‘WOZ-cap’). Dit zorgt voor een huurprijs die beter aansluit bij de waarde van de woning.
Meer punten voor kleine rijksmonumenten
Veel kleine, monumentale woningen krijgen nu een lage huur omdat ze geen buitenruimte hebben en vanwege hun formaat. De minister stelt voor om de ligging en het historische karakter zwaarder te laten meewegen, zodat de huurprijs met €40 tot €70 per maand kan stijgen.
Minpunten voor geen buitenruimte verdwijnen
Woningen zonder buitenruimte worden nu "gestraft" met vijf minpunten. De minister stelt voor om deze minpunten te laten vervallen.
Tijdelijke contracten voor álle studenten
De minister wil dat straks alle studenten een tijdelijk huurcontract kunnen krijgen, dus niet alleen studenten van buiten de stad of uit het buitenland (zoals nu het geval is).