Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Grote steden luiden noodklok voor problematiek binnensteden

De wethouders Economische Zaken van de grote steden Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Groningen waarschuwen voor ernstige gevolgen van leegstand in de binnensteden als gevolg van de aanhoudende coronacrisis. ‘We willen voorkomen dat we door de crisis eerst een onnodig grote achterstand oplopen, alvorens we met herstel aan de slag gaan”, schrijven de wethouders in een brief aan minister Eric Wiebes en staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken. Ze doen een dringend beroep op het kabinet om hierin gezamenlijk op te trekken met de grote steden.

Gemeente Utrecht 18 december 2020

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

De wethouders van de zes gemeenten maken zich zorgen over de binnensteden, die in de eerste maanden van de crisis extreem zwaar zijn getroffen en verwachten dat de huidige lockdown een nog grotere impact heeft op de binnensteden, terwijl deze al zwaar onder druk stonden. Dit betekent dat, wanneer er in de komende maanden veel bedrijven gaan afschalen of niet meer levensvatbaar blijken te zijn, dit in snel tempo zal leiden tot verdere leegstand in de binnensteden. Gemeenten hebben volgens de wethouders weinig invloed op de plaatsen waar die leegstand zich voordoet. “We hebben onvoldoende instrumenten om hierop te sturen”, stelt de Utrechtse wethouder Klaas Verschuure (Economische Zaken). “We vinden het risico te groot dat dit vastgoed in ongewenste handen komt, verloedering intreedt en ondermijning dreigt. Dit tast het unieke karakter van de grote binnensteden direct aan, wat uiteindelijk negatief uitwerkt op het vestigingsklimaat van Nederland.”

De wethouders pleiten in hun brief ook om na de lockdown ruimte te krijgen om te experimenteren, en zo bij te dragen aan het vergroten van het perspectief voor ondernemers. Ook andere steden kunnen van die ervaringen leren. De zes grote steden vinden het hun verantwoordelijkheid om samen met de minister en staatssecretaris zo spoedig mogelijk te komen tot maatregelen om de gevolgen van de crisis te beperken en van daaruit te werken aan economisch herstel.

Brief aan minister Wiebes en staatssecretaris Keijzer: samen werken aan economisch herstel

Geachte Minister en Staatssecretaris,

Een bewogen jaar voor onze maatschappij loopt ten einde. Het was een turbulente en onzekere periode voor iedereen. Helaas dwingt de gezondheidssituatie ons het jaar af te sluiten met de zwaarste lockdown tot nu toe. Dit heeft vergaande impact op onze binnensteden, terwijl deze al zwaar onder druk stonden. We kunnen het afgelopen jaar dan ook voor ondernemers als ‘een verloren jaar’ beschouwen. Ondanks de weerbaarheid en creativiteit van al die ondernemers in de horeca-, cultuur en evenementensector, beleven zij een uitzonderlijk zware tijd. Hetzelfde geldt voor winkeliers, sportscholen, mensen met contactberoepen en iedereen die te maken heeft gekregen met aangescherpte regels door de ‘anderhalvemetersamenleving’.

Er is veel gedaan om de zware economische gevolgen van de gezondheidscrisis die COVID-19 bracht op te vangen en zoveel mogelijk banen te behouden. Het Rijk heeft haar verantwoordelijkheid genomen door een veelheid aan steunregelingen in te stellen, en provincies en steden zijn actief aan de slag gegaan met aanzienlijke herstelprogramma’s. Met deze brief willen we uw aandacht vragen voor de economische impact en problematiek die in onze steden speelt. En u uitnodigen om hier met ons als G4 & Eindhoven & Groningen rechtstreeks bestuurlijk overleg over te voeren. Enerzijds omdat er bij ons problematieken spelen die specifiek zijn voor de grote steden. Anderzijds willen wij onze kennis, hulp en expertise aanbieden aan u, en daarmee ook delen met andere gemeenten in ons land.

De grote steden zijn de innovatieve kennismotoren van Nederland, en daarmee een wezenlijk onderdeel van onze economische ecosystemen. Aantrekkelijke binnensteden met vitale voorzieningen zijn essentieel voor het vestigingsklimaat nu en in de toekomst.

Wij zien dat het in de bestuurlijke overleggen met het Rijk en de provincies veelal om maatregelen voor de middellange en lange termijn gaat en met een brede focus, terwijl dit een voorbeeld van problematiek is die specifiek is voor de grote steden en waarop we urgent maatregelen moeten nemen. We willen immers voorkomen dat we door de crisis eerst een onnodig grote achterstand oplopen, alvorens we met herstel aan de slag gaan.

Na acht maanden krijgen we een steeds beter beeld van de gevolgen van de Covid-19 crisis. Op korte termijn maken ons grote zorgen over onze binnensteden, en voeren graag met u het gesprek over de noodzakelijke instrumenten voor de aanpak van de binnensteden.

Wij komen tot de conclusie dat de grote binnensteden in de eerste maanden van de crisis bovenmatig zwaar zijn getroffen en dat de tweede golf naar verwachting verhoudingsgewijs een nog groter effect heeft op de grote steden. Het wegblijven van binnen- en buitenlandse gasten, zowel werkenden als zakelijke en privé bezoekers, laat diepe sporen na. Het voorzieningenniveau, van cultuur tot retail, van horeca en nachtleven tot evenementen, staat onder druk. Wij zien zich grote maatschappelijke en persoonlijke drama’s afspelen doordat ondernemers hun laatste middelen inzetten voor overleving. Sommigen hebben inmiddels zelfs hun pensioenvoorziening ‘opgegeten’. Er ontstaat een hele generatie ondernemers die geen reserves meer heeft om te investeren in de komende tijd. Als in de komende maanden veel bedrijven gaan afschalen of niet meer levensvatbaar blijken te zijn, zal dit versneld leiden tot leegstaand vastgoed. We hebben geen invloed op de plaatsen waar die leegstand zich voordoet. Vanwege de snelheid waarmee dit zich voltrekt, hebben we onvoldoende instrumenten om hierop te sturen. Hierdoor is de kans groot dat dit vrijkomend vastgoed wordt ingevuld met ongewenste functies en dreigt toenemende verloedering en ondermijning.

De toekomst van het innovatieve ecosysteem in onze steden staat daardoor onder grote druk. Het innovatieve klimaat in de steden is een belangrijke factor om als Nederlandse economie het verschil te kunnen blijven maken. Daarbij hoort ook aandacht voor het start up en scale up klimaat en human capital, met leven lang ontwikkelen, onderwijsinnovatie en aantrekkingskracht voor (internationaal) talent.

Als op een gegeven moment weer verlichting van de maatregelen mogelijk is, zien wij goede kansen voor maatwerk. Natuurlijk met inachtneming van veiligheid en binnen de grenzen van de gezondheidsmaatregelen. In het afgelopen half jaar hebben we als steden met ondernemers en instellingen gewerkt aan een veilige inrichting in periodes met verschillende maatregelpakketten. Dit heeft geleid tot oplossingen die zijn ontstaan uit een combinatie van creativiteit en goede ondernemerszin enerzijds en maatwerk van de overheid anderzijds. Wij willen ruimte krijgen om verder te experimenteren met veilige maatregelen. Zo zijn we blij met uw voornemen om, bij een passend risiconiveau, pilots in de evenementenbranche toe te staan en leveren hier graag een bijdrage aan. Wij hebben herstelprogramma’s opgezet waarbij we voor de uitwerking ook hulp van het Rijk nodig hebben.

Als grote steden vinden wij het onze verantwoordelijkheid om samen met u gefocust te zijn op afstemming en het ontwikkelen van maatregelen om de gevolgen van de crisis te beperken, en van daaruit te werken aan herstel van aantrekkelijke binnensteden, innovatieve ecosystemen en human capital. Heel Nederland profiteert daarvan.

Wij willen samen met u aan de slag met een grootstedelijke agenda om de juiste mix van maatregelen en instrumenten te bewerkstelligen en te zoeken naar maatwerk en experimenteerruimte. Wij gaan ervan uit dat u ook tijdens de komende periode net zo doortastend te werk blijft gaan als in de afgelopen maanden. Wij zullen u binnenkort uitnodigen voor een gesprek waarin we concreet in kunnen gaan op de mogelijke maatregelen.

Hoogachtend,

Klaas Verschuure,

Wethouder Economische Zaken, Utrecht

Mede namens

Saskia Bruines, wethouder Economie, Den Haag

Victor Everhardt, wethouder Economische Zaken, Amsterdam

Barbara Kathmann, wethouder Economie, Rotterdam

Paul de Rook, wethouder Economische Zaken, Groningen

Stijn Steenbakkers, wethouder Economie, Eindhoven

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.