De energietransitie vraagt om innovatieve oplossingen en elektriciteitsopslag speelt daarbij een cruciale rol. In opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stelde AT Osborne de ‘Handreiking vergunningverlening elektriciteitsopslag voor decentrale overheden’ op. Dit stuk geeft gemeenten en provincies handvatten voor het complexe proces van vergunningverlening en beleidsontwikkeling. Jacco Karens, juridisch adviseur duurzaamheid en recht bij AT Osborne licht toe waar deze overheden zoal tegenaan lopen en wat de handreiking voor hen kan betekenen.
Het afgelopen jaar werd bijna de helft van onze elektriciteit in Nederland opgewekt uit wind en zon. Daarmee is een mooie mijlpaal bereikt in de elektrificatie van onze samenleving. Maar helaas is hernieuwbare energie uit deze bronnen niet op afroep beschikbaar. Jacco: “Bij het balanceren van vraag en aanbod spelen opslagsystemen een belangrijke rol. Ook helpen ze in de strijd tegen netcongestie, omdat het verzwaren van het elektriciteitsnet veel tijd kost. Maar plug je zo’n batterij op een verkeerde plek, dan is de kans groot dat je de bestaande problemen juist nog erger maakt.”
Grote opslagsystemen, die in de praktijk veelal uit Lithium-ion batterijen bestaan, hebben uiteraard te maken met de netcapaciteit op de plek waar ze staan. Jacco: “De problemen volgen vaak als deze systemen reageren op prijsprikkels uit de landelijke energiemarkt. Stel je voor dat er op een bepaald moment een groot beslag is op de transportcapaciteit van het net en je gaat dan ook nog je batterijen ontladen of opladen. Dan maak je het netcongestieprobleem op die plek alleen maar groter.”
Om het lokale net niet verder onder druk te zetten, proberen gemeenten bij de vergunningverlening zoveel mogelijk rekening te houden met de schaarse transportcapaciteit. Jacco: “Maar bij die sturing lopen gemeenten als vergunningverlener veelal tegen begrenzingen aan, omdat zij niet zomaar regels mogen stellen aan de transport, opslag en opwek van elektriciteit. Daar zijn namelijk landelijke en Europese wetten en regels voor. Tegelijkertijd moeten netbeheerders op hun beurt ieder verzoek behandelen en aansluiting en transportcapaciteit realiseren, tenzij deze niet beschikbaar is.”
De handreiking is door AT Osborne geschreven in opdracht van RVO als uitvloeisel van de Routekaart Energieopslag van het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Jacco: “In het stuk geven we aan wat het speelveld is en wie welke taken en bevoegdheden heeft. Met een overzicht van relevante richtlijnen, beleidskaders en evaluatiecriteria helpen we gemeenten en provincies hun vergunningverleningsprocessen te stroomlijnen en geven we aan welke bouwstenen er zijn voor beleidsvorming. Ook hebben we enkele inspirerende praktijkvoorbeelden in het stuk opgenomen.”
Bij de bouwstenen voor beleid gaat het zowel om de energetische als de ruimtelijke afweging voor een aanvraag. Jacco: “In het stuk hebben we het vergunningsverleningsproces opgeknipt in twee fases. Een voorfase en een beoordelingsfase. Tijdens de voorfase kun je als gemeente met de aanvrager en de netbeheerder kijken naar de mogelijkheden. Daarbij komen vragen aan bod als: ‘Wat is nou eigenlijk het doel van dat systeem voor het elektriciteitsnetwerk?’ En: ‘Past het binnen de ontwikkeling van dat netwerk?’ Dit houdt wel in dat je de netbeheerder nadrukkelijker bij die voorfase moet betrekken zodat deze zijn bijdrage vanuit zijn rol en expertise kan oppakken.”
Als bouwwerk kun je een batterij beoordelen op zijn ruimtebeslag, landschappelijke inpassing en/of milieugevolgen. Jacco: “Ofwel aspecten die in het kader van de Omgevingswet verschillende algemene regels, vergunnings- of meldingsplichten met zich meedragen. Via dat spoor kun je gemeentelijk beleid in je omgevingsplan borgen met regels voor de locaties die je voor ogen ziet en de bijbehorende randvoorwaarden. Op het moment dat er aanvragen binnenkomen – maar je nog niet weet of die voor de beoogde locatie wenselijk zijn – kun je een voorbereidingsbesluit nemen. Bijvoorbeeld omdat het conflicteert met ruimte voor bedrijvigheid of woningbouw. Zo voorkom je dat plannen elkaar doorkruisen.”
Uiteraard heeft de tijd sinds de publicatie van de handreiking in juni niet stil gestaan. Zo zijn er wijzigingen in de contractmodellen die netbeheerders kunnen gebruiken voor aansluiting van batterijen. Ook is een wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen dat de Elektriciteitswet uit 1998 en de Gaswet vervangt door een nieuwe Energiewet. Jacco: “De bedoeling is dat de wettelijke ruimte voor decentrale overheden groter wordt bij het stellen van regels met het oog op de effecten op het elektriciteitssysteem. Dus dat je beter kunt kijken naar: wat doet zo’n batterij nou? Tijdens het webinar van RVO over dit thema in september kregen we een hoop nieuwe vragen. Voor nu geeft de handreiking alvast een hoop goede aanbevelingen, maar zeker nog geen slotantwoorden.”