Bij de herijking van de Nationale Prestatieafspraken eind 2024 is de afspraak om 675.000 woningen toekomstklaar te isoleren gewijzigd. Deze afspraak bleek namelijk te ambitieus en had weinig draagvlak. Ook was de definitie van toekomstklaar lastig meetbaar te maken. Belangrijk is vooral dat we desinvesteringen voorkomen. Bij de herijking van de NPA hebben we gekeken naar een afspraak die meer lijkt op de eerdere ambitie om naar een gemiddeld label B toe te werken.
In de NPA zijn voor nu doelen opgenomen voor 2030 en 2034. De focus ligt op de mate van isolatie van de woning. Dit wordt ook wel de warmtevraag of warmtebehoefte genoemd. Wanneer de warmtevraag van een woning onder een bepaald niveau ligt (die verschilt per woning), voldoet de woning aan de Standaard.
De Standaard lijkt echter voor een aantal woningen niet, of alleen tegen zeer hoge kosten, haalbaar, en is niet altijd nodig om op een aardgasvrije warmtebron aan te sluiten. Daarom hebben we afgesproken te sturen op een gemiddelde.
We voorzien dat niet elke woning naar de Standaard gebracht hoeft te worden, maar ook dat sommige woningen een isolatieniveau krijgen dat juist verder gaat dan de Standaard. Bijvoorbeeld een vooroorlogse woning die wél vergaand verduurzaamd wordt. Dit voorkomt dat corporaties desinvesteringen moeten doen om nét nog de Standaard te halen, terwijl dat niet nodig is voor het aardgasvrij maken van de woning.
In de zomer van 2025 wil het ministerie van VRO de Standaard evalueren. Hiervoor leveren we vanuit Aedes inbreng aan.
Momenteel pakt de sector ieder jaar bijna 90.000 woningen aan. Met hetzelfde rekenmodel dat is gebruikt om de NPA door te rekenen (het bestaande voorraadmodel) is ook uitgerekend hoe, met dit tempo, de sector de warmtevraag kan reduceren tot de voorraad gemiddeld klaar is voor een duurzame warmtebron.
Daarbij gaan we ervan uit dat de woningen met de hoogste warmtebehoefte als eerste worden aangepakt, zoals de woningen met EFG-labels. Dat betekent dat het afbouwpad in de eerste jaren iets steiler loopt en in de laatste jaren iets minder.
In 2024 was de gemiddelde warmtevraag van de corporatiesector 108 kWh/m2. In 2030 moet de warmtevraag van alle corporatiewoningen onder de 94 kWh/m2 liggen en voor het einde van 2034 moet deze onder de 87 kWh/m2 gezakt zijn.
