Het leven in Europese steden verandert snel. Driekwart van de EU-burgers woont al in steden en tegen 2050 zal dit naar verwachting stijgen tot 85 %. Het dagelijkse woon-werkverkeer wordt daarmee een cruciale uitdaging — niet alleen voor het vervoer, maar ook voor het klimaat, de gezondheid en de levenskwaliteit. Grootstedelijke gebieden blijven hinder ondervinden van verkeersopstoppingen, luchtverontreiniging en de afhankelijkheid van de auto. Dit komt vooral doordat een derde van de bevolking in voorsteden woont en vaak afhankelijk is van een eigen voertuig om naar het werk, naar school, naar het ziekenhuis of naar voorzieningen in de stad te gaan. Om deze problemen aan te pakken, heeft de EU aanzienlijke middelen beschikbaar gesteld en beleidsmaatregelen genomen om het woon-werkverkeer te verduurzamen. Maar hebben deze investeringen ook voor verandering gezorgd?