Zes ministeries gaan aan de slag met een nationale aanpak voor funderingsproblematiek. Maar dit is niet enkel een taak voor overheden, vindt het kabinet. “Zeker ook” gebouweigenaren, de financiële sector en de bouwsector hebben een verantwoordelijkheid.
Schiedam. De gemeente werkt al langer aan een aanpak voor funderingsproblematiek.
Als het Rijk niet ingrijpt, slaan funderingsproblemen om in een nationale funderingscrisis, waarschuwde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) eind februari in het advies ‘Goed Gefundeerd’. Zonder ingrijpen krijgen tot 2035 ongeveer 425.000 gebouwen te maken met verzakkingsschade. Het totale schadebedrag kan oplopen tot 54 miljard euro.
De Raad bepleitte dat het urgente vraagstuk de inzet van meerdere departementen vergt. Het kabinet neemt dat advies ter harte. De ministeries van BZK, I&W, LNV, EZK, OCW en Financiën zullen de komende tijd de nationale aanpak uitwerken. Ook lagere overheden zullen betrokken worden bij de aanpak.
Het kabinet ziet niet alleen een verantwoordelijkheid voor de overheden bij de aanpak van funderingsproblemen, “maar zeker ook voor gebouweigenaren en voor de financiële sector en de bouwsector”.
Dat is in lijn met de probleemanalyse van de Rli. Die constateerde dat gebouweigenaren, makelaars, hypotheekverstrekkers en overheden geen belang hebben bij transparantie, uit angst om voor kosten op te moeten draaien. “Overwaarde op overwaarde op overwaarde vonden we normaal, investeren in funderingen niet”, duidde raadslid Jantine Kriens.
De informatievoorziening over funderingsproblemen moet dus veel beter, adviseerde de raad. Daarnaast moeten gebouweigenaren financieel ondersteund worden bij het aanpakken van de problemen. En er moet gewerkt worden aan de capaciteit en efficiëntie van uitvoerders, zoals bouwbedrijven.
Het kabinet volgt die adviezen bij het ontwikkelen van de aanpak. De ministeries gaan de aanpak op vier hoofdlijnen uitwerken:
Intensivering van kennisontwikkeling, innovatie en onderzoek en van ondersteuning aan gemeenten en woningcorporaties.
Het voornemen om het Fonds Duurzaam Funderingsherstel landelijke werking te geven en het in kaart brengen van beleidsopties voor individuele en collectieve ondersteuning.
Opschaling van bestaande trajecten voor preventie van nieuwe schadegevallen.
Het slimmer benutten van bestaande trajecten in de bouwsector voor opschaling en innovatie rond funderingsonderzoek en funderingsherstel.
Een volgend kabinet zal over de aanpak en de kosten een definitief besluit nemen. Die kosten lopen mogelijk op tot miljarden euro’s. De Rli schatte in dat het voorkomen van een funderingscrisis zo’n 12 miljard vergt.