Het kabinet omarmt de denklijnen en aanbevelingen uit het rapport ‘Wat wel kan – uit de impasse en een aanzet voor perspectief’ van de heer Remkes. Dit betekent dat er gewerkt wordt aan een korte termijn aanpak voor vergunningverlening en een landbouwakkoord met richtinggevende afspraken over de toekomst van de landbouw. In de gebiedsprocessen leggen we vervolgens de puzzels om onder andere de natuurdoelen te realiseren. Voor de korte termijn ligt er prioriteit bij het legaliseren van de PAS-meldingen. Een eerste reactie van het kabinet op het rapport is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Op verzoek van de Tweede Kamer is de heer Remkes gevraagd om de gesprekken te leiden, na onrust breed in de samenleving. “Ik wil dat boeren zich weer gewaardeerd voelen. Als overheid hebben we veel werk te doen om het vertrouwen te herstellen. Boeren zorgen voor een vitaal platteland en dragen naast de voedselvoorziening ook zorg voor de natuur. Ik wil samen met hen aan de slag voor een duurzame toekomst voor de landbouw”, aldus minister Piet Adema (LNV).
Het kabinet wil de kwaliteit van natuur, water, milieu en klimaat verbeteren, maar ook dat er een goede toekomst is voor de agrarische sector. De natuur moet aantoonbaar verbeterd en tegelijkertijd moeten ook vergunningen verstrekt worden, voor woningbouw en infrastructuur bijvoorbeeld. Nederland moet van het slot af. Het kabinet blijft – conform het advies van Remkes – vooralsnog sturen op het halen van de stikstofdoelen in 2030, met ijkmomenten in 2025 en 2028. “We willen de constructieve gesprekken die de afgelopen zomer zijn gevoerd gebruiken en voortzetten. We zoeken meer dan voorheen de samenwerking actief op om tegenstellingen te overbruggen en te verenigen. Vertrouwen herstellen kost tijd, dat realiseren wij ons. Dit advies is dé kans om een nieuwe start te maken op weg naar de goede balans tussen economie en natuur. Want boeren, en zeker ook jonge boeren, hebben een toekomst in Nederland”, aldus minister Van der Wal (Natuur en Stikstof).
Eén van de adviezen van de heer Remkes is het gericht en versneld wegnemen van de emissies van 500 - 600 zogenoemde piekbelasters. Op deze manier worden er zo min mogelijk ondernemingen geraakt en kan ruimte worden gecreëerd voor onder andere PAS-melders. Remkes adviseert om hen voorrang te geven als het gaat om de inzetbare stikstofruimte die afkomstig is van de piekbelasters. Op deze manier wordt immers recht gedaan aan de positie van PAS-melders. Het kabinet wil als het gaat om de piekbelasters, met ondernemers uit diverse sectoren een gefaseerde aanpak bespreken. Deze gesprekken – op basis van vrijwilligheid - gaan in eerste instantie over het aanpassen of verplaatsen en pas daarna over het vrijwillig op- of uitkopen van een bedrijf. Het kabinet realiseert zich dat dit traject grote impact heeft en vindt het door Remkes genoemde tijdpad van 1 jaar ambitieus. Mede daarom wil het kabinet zo snel mogelijk een regeling vormgegeven. Het ministerie van LNV wil dit samen met de sector en provincies oppakken.
Het kabinet wil – zoals Remkes ook aanbeveelt - de denklijnen van het rapport samen met de sector uitwerken tot een duidelijke en stabiele koers. Doel is een meerjarige aanpak voor de landbouw en het bieden van ondersteuning om op deze manier toe te werken naar kringlooplandbouw.
Dit moet richting geven aan de toekomst van de agrarische sectoren, inclusief de bijdrage die de ketenpartijen leveren. Het akkoord vormt daarmee een belangrijke basis voor toekomstig landbouwbeleid. Hierbij zijn het rapport van de heer Remkes en het coalitieakkoord het uitgangspunt.
Het kabinet wil de gesprekken die onder leiding van de heer Remkes zijn gemaakt voortzetten. Dat vraagt een verantwoordelijkheid van iedereen om actief deel te nemen en om naar elkaar te luisteren, botsende belangen te bespreken en te werken aan gezamenlijke oplossingen. Ook belanghebbende andere partijen, zoals natuurorganisaties, maken hier onderdeel vanuit.
Het kabinet wil zo snel mogelijk aan de slag. Het Rijk pakt haar rol en verantwoordelijkheid. In november komt er een Kamerbrief met de hoofdlijnen voor de toekomst van de landbouw. Dit bevat de basis voor het landbouwakkoord, waarvan het streven is deze in het eerste kwartaal 2023 te sluiten. Ook over de wijze waarop nadere invulling wordt gegeven over de aanpak van de piekbelasters wordt de Tweede Kamer in november geïnformeerd.
In november 2022 komt ook een Kamerbrief met de landelijke doelstellingen in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) op het gebied van klimaat, water en natuur.
Uiterlijk in januari 2023 zullen deze richtinggevende provinciale doelstellingen en keuzes worden vastgesteld, om na het aanleveren van de gebiedsprogramma’s op 1 juli 2023 definitief te worden gemaakt.
Kamerbrief met appreciatie rapport-Remkes 'Wat wel kan'
Rapport Remkes: 'Wat wel kan – Uit de impasse en een aanzet voor perspectief'