Het kabinet wijst drie nieuwe gebieden voor windparken op zee aan en bevestigt twee al eerder aangewezen gebieden, samen goed voor 10,7 GW windenergie. Met deze vijf gebieden wordt de totale geplande capaciteit voor energie van wind op zee verdubbeld tot ongeveer 21 gigawatt rond 2030. De gebieden, onderdeel van het Programma Noordzee, liggen ten noorden en noordwesten van het land. Het kabinet besluit deze zomer waar de windparken precies komen binnen de aangewezen gebieden in de Routekaart 2030+.
Minister Jetten voor Klimaat en Energie:
“Dit is een belangrijke mijlpaal in de transitie naar meer duurzame energie. Ter vergelijking, 10,7 GW extra is twee keer zoveel als alle Nederlandse huishoudens samen gebruiken aan elektriciteit. Rond 2030 willen we 21 GW uit windenergie op zee halen, waarmee windenergie op zee in 2030 onze grootste bron van elektriciteit is. Bij het aanwijzen van de windenergiegebieden is zorgvuldig gekeken naar de andere belangen op de Noordzee zoals scheepvaart, visserij, natuur en defensie.”
Het kabinet stelt voor om het Klimaatfonds in te zetten om een deel van de uitgaven te bekostigen. Het gaat hierbij om een bedrag van €1,69 miljard. Dit is onderdeel van de uitwerking van het Klimaatfonds, die het kabinet voor de zomer aan de Tweede Kamer stuurt. Het gaat dan onder andere om geld voor scheepvaartveiligheid, verduurzaming en aanpassing van de visserijsector, versterking en bescherming van het Noordzee-ecosysteem. Maar ook voor de ruimtelijke inpassing van de stroomaansluiting op land. Voor deze aansluitingen zijn de procedures al gestart, of deze starten binnenkort, in nauwe afstemming met de omgeving.
De 3 nieuwe windenergiegebieden hebben de volgende namen gekregen: Nederwiek, Lagelander, Doordewind. De namen zijn voortgekomen uit een namenwedstrijd waar bijna 6000 mensen aan hebben meegedaan. De andere twee herbevestigde gebieden zijn het noordelijk deel van IJmuiden Ver en het zuidelijk deel van Hollandse Kust (west).