Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Maak gezondheid concreet aan de beleidstafel - Verslag van het seminar Gezonde leefomgeving

Het creëren van een gezonde leefomgeving is een belangrijk thema dat steeds meer aandacht krijgt. Het bereiken en in stand houden van een gezonde fysieke leefomgeving is niet voor niets een van de maatschappelijke doelen van de nieuwe Omgevingswet. 13 juni kwamen professionals en experts op het gebied van gezondheid, fysieke leefomgeving en sociaal domein bij elkaar in Hotel Arena in Amsterdam om kennis en ervaring uit te wisselen.

14 juni 2023

Dagvoorzitter Fred Woudenberg, hoofd afdeling leefomgeving van de GGD Amsterdam, vertelt ter opening hoe hij vroeger terughoudend was met het betrekken van omgevingsfactoren binnen zijn werk, maar dat het inmiddels meer dan duidelijk is hoe de fysieke leefomgeving écht invloed heeft op de publieke gezondheid. En dat blijkt dan ook de rode draad van het seminar te zijn: elke spreker breekt een lans voor gezondheid aan de beleidstafel.
 
  

Gezondheidswinst in omgevingsbeleid

Sies Dogger, secretaris van de Gezondheidsraad, vertelt dat 5-12% van de ziektelast door milieufactoren wordt veroorzaakt, zoals fijnstof en geluid. Vooral in steden is die invloed hoog. De Gezondheidsraad heeft geconstateerd wat nodig is om hiermee aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld het uitbreiden van de rapportage- en vergunningsplicht voor stoffen die in de industrie worden gebruikt. De raad doet aanbevelingen op lokaal niveau voor gemeentes, maar pleit vooral voor meer regie vanuit de overheid.Uit de zaal komt de eerste vraag van de dag: ‘Wat kan je als beleidsmedewerker bij een gemeente doen?’ Het antwoord van Dogger is er een die bij de latere sprekers zal terugkomen: ‘Aan tafel bij planvorming en besluitvorming altijd gezondheid meenemen.’ Concreet betekent dit bijvoorbeeld de GGD uitnodigen of zelf risicokaarten erbij pakken. De zaal krijgt een aantal tips waar ze bruikbare data kunnen vinden. (kijk bijvoorbeeld op de website van het RIVM over het SMAP-model en de gezonde leefomgeving)  
 
  

Een gezonde leefomgeving als doel

‘Het is leuk om gezond te zijn, maar er is niks aan om gezond te worden’ en daar zijn de GGD’en zich bewust van. Fred Woudenberg legt tijdens zijn presentatie uit dat mensen voldoende aangespoord moeten worden om gezond te willen leven, maar ook in de juiste omstandigheden moeten verkeren om gezond te kúnnen leven. De fysieke leefomgeving is hier dus een grote factor in. Onder de Omgevingswet krijgen gemeenten meer afwegingsruimte om met gezondheidsnormen aan de slag te gaan. Woudenberg heeft inmiddels door dat de zaal graag praktische tips hoort en haakt hier op in: de GGD heeft twee handige documenten opgesteld die handvatten bieden voor beleidsmakers, Kernwaarden van de gezonde leefomgeving en Handreiking gezonde leefomgeving in het omgevingsplan. Maar het invoeren van nieuwe regels moet dus wel in elke gemeente apart, lokaal, bevochten worden. In Amsterdam is dat gelukt, met hulp van de GGD aan de beleidstafel. Zo gaat dat niet overal, geven ook mensen uit de zaal aan; niet elke GGD heeft de mankracht of expertise. Daarnaast is er sprake van weerstand bij gemeenten om zelf strengere regels te formuleren, waar ze zich daarna ook nog eens zelf aan moeten houden. De zaal is het met Woudenberg eens: het zou een stuk makkelijker zijn als het ons landelijk werd opgelegd.
 
  

Hoe maak je een omgeving beweegvriendelijk?

De volgende spreker komt van het Mulier Instituut. Mark Noordzij doet daar onderzoek naar de maatschappelijke en sociale vraagstukken die met sporten en bewegen samenhangen. Veel sport vindt plaats in de openbare ruimte: hardlopen, fietsen, bootcampen, ... Ruimtelijke ordening is dus heel belangrijk binnen zijn vakgebied. Noordzij haalt verschillende onderzoeken aan. Eerst om duidelijk te maken dat er werk aan de winkel is (het percentage Nederlanders dat aan de beweegrichtlijn voldoet zou 75% moeten zijn, maar ligt al jaren rond de 46%), maar daarna laat hij data zien waarmee beleidsmakers echt aan de slag kunnen. Zo blijkt het grootste deel van actief bewegen voor volwassenen ‘bewegen met een doel’ te zijn, zoals het wandelen of fietsen naar werk, en blijken volwassenen dit ook een van de leukste vormen van bewegen te vinden. Wil je dus dat de fysieke leefomgeving méér bewegen faciliteert en stimuleert? Dan zorg je in eerste instantie voor goede fiets- en wandelverbindingen tussen wonen en werken. Wil je een woonwijk beweegvriendelijker maken? Dan kun je de Kernindicator beweegvriendelijke omgeving raadplegen. Zo bepaal je op welke plek een extra stukje groen of speelplaats voor de meeste extra beweging zorgt. De zaal krijgt de aanbeveling om de Kennisbank sport en bewegen te raadplegen of www.sportenbewegenincijfers.nl van het RIVM. Én de aanbeveling om nu eens even te gaan staan, na alweer een paar uur ‘ongezond’ te hebben gezeten.
  
  

De voor- en nadelen van de energietransitie voor de gezondheid

‘Het is goed om rekening te houden met gezondheid in je afwegingen, maar let op dat gezondheid geen argument wordt om de energietransitie tegen te gaan.’ Oscar Breugelmans, voorzitter GGD Werkgroep Energietransitie, belicht de voor- én nadelen van de energietransitie voor de gezondheid. Aan de ene kant is de energietransitie nodig om veel gezondheidsproblemen te voorkomen, legt hij uit. Denk aan hittestress, ongevallen door extreem weer, watertekort en andere bedreigingen voor de publieke gezondheid die klimaatverandering met zich meebrengt. Ook zorgen de nieuwe energiebronnen voor veel minder luchtverontreiniging, een groot voordeel voor de publieke gezondheid. Aan de andere kant houdt de GGD zich ook bezig met de mogelijke gezondheidsrisico’s van die nieuwe energiebronnen. Zo kunnen windmolens en warmtepompen bijvoorbeeld voor geluidsoverlast zorgen, waardoor mensen stress of slapeloosheid ervaren. De uitdaging voor de gemeenten ligt dan ook grotendeels in de weerstand van omwonenden van nieuwe energiebronnen. Mede door allerlei misinformatie op internet over gezondheidsrisico’s is het lastig om mensen enthousiast te maken. Terwijl er volgens Breugelmans al veel oplossingen zijn voor de overlast, zoals het automatisch uitschakelen van windturbines op de momenten dat ze voor slagschaduw zorgen in woongebieden.
 
  

Maak de gezondheidsplannen concreet

Tot slot spoort Hans Jansen, voorzitter GGD-werkgroep Ruimtelijke Ordening, de zaal aan om zo snel mogelijk aan de slag te gaan met de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Op de eerste slide van zijn presentatie staan alle goede ideeën en aanbevelingen die reeds bestaan rond gezondheid in de fysieke leefomgeving: ‘We hebben de wind in de rug, zou je zeggen’. Maar uit onderzoek van zijn werkgroep blijkt dat het vertalen naar concrete plannen nog te weinig gebeurt. De werkgroep Ruimtelijke Ordening onderzocht welke gemeenten al een omgevingsvisie hadden geformuleerd en welke plek de kernwaarden voor een gezonde leefomgeving hierin hadden. Wordt gezondheid genoemd? Is het een van de speerpunten? Hoe concreet en uitgebreid zijn de plannen geformuleerd? Zo bleek: gezondheid is een speerpunt van de helft van de gemeenten met een omgevingsvisie, maar het wordt helaas bijna nergens concreet en gezondheidsbescherming krijgt vaak te weinig aandacht. In het omgevingsplan moeten uiteindelijk planregels geformuleerd worden. Ter ondersteuning hierbij dient eerdergenoemd document Handreiking gezonde leefomgeving in het omgevingsplan van de GGD. Hierin zijn voorbeelden van planregels opgenomen die beleidsmakers kunnen gebruiken. Net als eerdere sprekers, moedigt Jansen aan om de GGD aan de omgevingstafel uit te nodigen bij het maken van beleid.
   
  

Het publiek aan het woord

Na zoveel geluisterd te hebben, krijgen de deelnemers de kans om te discussiëren. Zo komt de vraag langs hoe je ontwikkelaars motiveert: hoe gaan we zorgen dat zij de gezondheidsdoelen van de gemeente volgen? Een van de reacties is een voorbeeld uit Amsterdam, waar de regels zo streng zijn opgesteld dat ze wel móeten. Kijk goed naar wat je kunt regelen in het omgevingsplan, gebruik hierbij de kernwaarden en voorbeeldplanregels, is het advies van Woudenberg en Jansen. Andere kwesties die besproken worden zijn de vraag hoe je de GGD aan tafel krijgt - vooral kleine gemeenten hebben hier moeite mee -, hoe enthousiast de sprekers zijn over GALA en IZA en hoe je alle goede ideeën concreet maakt. En hoe bepaal je wat voor de meeste gezondheidswinst zorgt in jouw plan? Wanneer de GGD niet beschikbaar is voor advies, stellen de sprekers, kunnen beleidsmakers ook zelf aan de slag met de eerdergenoemde handreikingen van GGD en de data van het Kenniscentrum sport & bewegen.
 
  
In het dossier Gezonde leefomgeving van Omgevingsweb vind je het laatste nieuws, de belangrijkste publicaties, jurisprudentie en meer over dit thema.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.