Gemeenten en provincies willen samen met andere partijen vaart zetten om de verspreiding van zeer zorgwekkende stoffen in grond, water en lucht aan te pakken. De VNG doet samen met het IPO een oproep tot intensieve samenwerking om meer kennis te krijgen over deze stoffen en de verspreiding in de leefomgeving.
Naar schatting circuleren momenteel 350.000 verschillende chemicaliën rond in de productieprocessen van bedrijven. Van de verf die de schilder gebruikt tot aan het afval bij afvalverwerkers en het maken van staal bij Tata Steel. En ieder jaar worden komen daar nieuwe stoffen bij.
Van al deze stoffen heeft het RIVM al ongeveer 1.500 stoffen als ‘Zeer Zorgwekkend’ geclassificeerd. Dat betekent dat als deze stoffen vrijkomen in de grond, water of lucht, ze schadelijke effecten hebben op mens, dier en plant. Uit onderzoek van de VNG is geconstateerd dat bij bedrijven en overheden onvoldoende zicht is op waar deze stoffen zich bevinden en wat het milieueffect is. Daarmee neemt het risico op maatschappelijke onrust toe als de effecten zicht- of meetbaar worden. Hiervan is PFAS het meest recente voorbeeld, maar ook het onderzoek naar de uitstoot van Tata Steel.
Gemeenten en provincies willen daarom dat er meer aandacht komt voor de risico’s als er niet vroegtijdig een betrouwbaar beeld is over het gebruik van ZZS in de productieketen, over de verspreiding ervan in de leefomgeving, over wet- en regelgeving (emissienormen, de meldingsplichten, passende VTH-aanpak) en over kennis over de stoffen zelf. Daarvoor willen ze een een effectieve samenwerking aangaan met het rijk, Omgevingsdienst NL, RIVM en VNO/NCW-MKB.