In het stelsel van de Omgevingswet komen de milieuregels voor bedrijven terecht in het Besluit activiteiten leefomgeving, of in het kort het Bal. Maar hoe is dit dan geregeld? Waar in het Bal kun je deze milieuregels vinden? En welke zaken worden er dan geregeld in het Bal? In dit artikel lees je het antwoord op deze vragen.
Het Bal bevat de algemene rijksregels voor activiteiten in de leefomgeving. Dit gaat niet alleen om milieuregels, maar bijvoorbeeld ook over natuur, luchthavens en cultureel erfgoed. Dit artikel gaat over de milieuregels in het Bal.
Het Bal is feitelijk de opvolger van het huidige Activiteitenbesluit. Net als bij de regels van het Activiteitenbesluit moet diegene die de activiteit uitvoert zich aan deze regels houden. Bij het Activiteitenbesluit gaar het bij deze activiteiten over een ‘inrichting’, onder de Omgevingswet gaat het om het uitvoeren van ’milieubelastende activiteiten’.
Onder de Omgevingswet verdwijnt dus het begrip ‘inrichting’ en wordt dit opgevolgd door de regulering per milieubelastende activiteit. Een bedrijf wordt niet meer als één inrichting gezien, maar kan uit één of meerdere milieubelastende activiteiten bestaan.
Vrij vertaald is een milieubelastende activiteit een activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken. Dit is een behoorlijk brede definitie dus activiteiten zullen al snel als milieubelastende activiteit worden beschouwd. Lozingen op het oppervlaktewater of rechtstreeks op een waterzuivering vallen niet onder de milieubelastende activiteit maar zijn als lozingsactiviteit apart benoemd in de Omgevingswet.
Anders dan in de huidige wetgeving, wordt op basis van de milieubelastende activiteit zelf bepaald of er sprake is van een vergunningplicht, meldingsplicht of dat uitsluitend aan algemene regels moet worden voldaan. Voor de geldigheid van de milieuregels maakt het onder de Omgevingswet niet meer uit of een activiteit een bedrijfsmatige omvang heeft en of deze op een vaste plek plaatsvindt.
Het startpunt bij het raadplegen van het Bal is hoofdstuk 3. Hierin staat de ‘richtingaanwijzer’.
Deze richtingaanwijzer in hoofdstuk 3 van het Bal wijst de milieubelastende activiteiten en lozingsactiviteiten aan waarvoor rijksregels van het Bal gelden. Staat een activiteit genoemd in hoofdstuk 3? Dan gelden er landelijke regels vanuit het Bal. Staat een activiteit niet genoemd in Hoofdstuk 3 van het Bal? Dan is het Bal daarop niet van toepassing. Er zijn dus geen rijksregels voor deze activiteit. Maar let op: er kunnen er nog steeds milieuregels gelden. Deze komen namelijk ook te staan in het gemeentelijke omgevingsplan en in een enkel geval staan ze in andere rijksregels. Bijvoorbeeld de asbestregels en energie-eisen voor gebouwen. Die staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving.
De indeling van activiteiten in de richtingaanwijzer van hoofdstuk 3 is op basis van bedrijfstak. Zo is er bijvoorbeeld een categorie voor de agrarische sector en een voor de transportsector. Hierop geldt één uitzondering. Voor een aantal veelvoorkomende activiteiten is er een aparte categorie gemaakt. Dit zijn de ‘bedrijfstakoverstijgende’ activiteiten. Deze staan in afdeling 3.2 van het Bal. Het gaat dan bijvoorbeeld om de opslag van gevaarlijke stoffen of de regels voor een stookinstallatie.
Na afdeling 3.2 volgt in de afdeling 3.3 nog een bijzondere categorie: de complexe bedrijven. Met een complex bedrijf wordt in de Omgevingswet een bedrijf bedoelt dat door de ‘aard en omvang’ van de activiteiten grote gevolgen kan hebben voor de leefomgeving. Hieronder vallen grote industriële bedrijven (waaronder een deel van de IPPC-bedrijven die onder Europese milieuwetgeving vallen), bedrijven met veel gevaarlijke stoffen (de Seveso-inrichtingen, vaak ook BRZO-bedrijven genoemd) en een aantal andere activiteiten met bovengemeentelijke milieugevolgen of hoog milieurisico, waaronder veel activiteiten met afvalstoffen.
Elke afdeling van hoofdstuk 3 bestaat uit meerdere paragrafen. Daarin staan de paragrafen met de milieubelastende activiteiten waarvoor het Bal regels stelt. Elke paragraaf is volgens hetzelfde stramien opgebouwd en regelt de volgende vier zaken:
Aanwijzing: Om welke activiteiten gaat het, welke uitzonderingen zijn er en welke ondersteunende bedrijfsactiviteiten horen hierbij?
Vergunningplicht: Wanneer geldt er een vergunningplicht? De vergunningplicht wordt dus per milieubelastende activiteit geregeld.
Richtingaanwijzer algemene regels: Welke algemene rijksregels uit hoofdstuk 4 en 5 van het Bal gelden voor de activiteit? Hoofdstuk 4 en 5 bevatten dus de concrete regels waar een bedrijf aan moet voldoen.
Gegevens en bescheiden: Moet er vooraf informatie aangeleverd worden, ofwel geldt er een informatieplicht? Let op, ook op andere plekken in het Bal staan informatieplichten en meldingsplichten.
Met 619 pagina’s is het Bal een lijvig document. Maar het is niet nodig om het Bal van A tot Z te lezen om te weten welke milieuregels er gelden voor een bedrijf. Je begint dus bij de richtingaanwijzer in hoofdstuk 3. Van daaruit weet je welke concrete regels er gelden uit hoofdstuk 4 en 5. Als je tot slot ook de algemene regels voor milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 2 bekijkt, heb je voor de meeste gevallen de regels uit het Bal goed in beeld.
Niet alle onderwerpen die in het Activiteitenbesluit geregeld waren gaan over naar het Bal. Een deel van de regels gaat naar het gemeentelijke omgevingsplan. Het gaat dan om milieuaspecten waarvan de overheid van mening is dat deze beter lokaal geregeld kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan geluid en geurhinder.