In verband met de Wet versterking participatie op decentraal niveau moeten gemeenten hun inspraakverordening vervangen door een participatieverordening. Ze hebben hiervoor de tijd tot 1 januari 2027. De VNG stelde een Model Participatieverordening op om gemeenten hierin te ondersteunen.
De Model Participatieverordening (inclusief toelichting)(pdf, 133 kB) is vandaag aangeboden per ledenbrief (pdf, 85 kB) en gaat vergezeld van een Implementatiehandleiding (pdf, 720 kB) en een visual Vormen & keuzes (pdf, 258 kB).
De participatieverordening vraagt een permanent andere inzet van de gemeente. Uitgangspunt is dat inwoners veel meer betrokken worden bij alle fasen van het beleidsproces. De invoering vraagt wel iets van gemeenten. De verordening moet passen bij de cultuur en werkwijze van de gemeente en de behoeften van de inwoners. Zowel binnen de gemeentelijke organisatie (college, raad en ambtenaren) als met de inwoners en maatschappelijke partijen zal hierover het gesprek moeten plaatsvinden.
Gemeenten zijn vrij om te kiezen hoe zij de betrokkenheid van inwoners en het uitdaagrecht willen uitwerken in hun verordening. Met de Model Participatieverordening biedt de VNG daarvoor handvatten. De verordening bestaat uit 2 varianten, ook binnen deze varianten zijn er keuzemogelijkheden.
In de ledenbrief informeren we over de inhoud van de Wet versterking participatie op decentraal niveau en wat dit van gemeenten vraagt. Daarnaast gaan we in op de totstandkoming van Model Participatieverordening, de 2 varianten waaruit de verordening bestaat en de verhouding met de Omgevingswet.
