De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) schrapt de afspraak dat bij nieuwbouw en grootschalige renovatie neststenen voor beschermde diersoorten als vogels en vleermuizen verplicht worden, zo werd vandaag bekend gemaakt. Deze afspraak zou 1 januari 2025 in werking gaan. Vogelbescherming Nederland heeft jarenlang met bouwbedrijven en ambtenaren gewerkt aan dit besluit, maar minister Mona Keijzer schrijft het plan met veel draagvlak in de samenleving nu af. Vogelbescherming is ontgoocheld en vindt het een flinke tegenvaller voor de natuur, vooral ook voor iedereen die in de bebouwde kom woont. Natuur vormt de basis van een gezonde leefomgeving en zorgt ervoor dat steden ook in de toekomst bij klimaatverandering leefbaar blijven.
Vandaag besloot minister Mona Keijzer dat de regelgeving voor het realiseren van verblijfplaatsen voor beschermde diersoorten overbodig is . Aan dit initiatief is op verzoek van bouwbedrijven en verschillende natuurorganisaties samen met ambtenaren jarenlang gewerkt. Met een reden: soorten die afhankelijk zijn van de stad hebben het moeilijk. Niet voor niets is de spreekwoordelijke ‘stadsvogel’, de huismus, op de Rode Lijst beland.
Sinds 1975 is het aantal huismussen in Nederland met ruim 50% afgenomen. Ook andere vogelsoorten verdwijnen uit de stad, omdat er steeds minder plekken zijn waar ze kunnen schuilen, voedsel vinden en een nest kunnen bouwen, mede omdat het in onze geïsoleerde huizen lastig is een nest te bouwen. Het is een zorgwekkende trend die vraagt om actie.
Samen met de bouwwereld wordt er in de vorm van natuurinclusief bouwen al jarenlang naar oplossingen gezocht voor 'dubbelgebruik', plekken die werken voor zowel de vogels en vleermuizen, als ook de mens. Zo laten cijfers van het RIVM zien dat gemiddeld 6% van de ziektes toe te schrijven is aan een ongezonde leefomgeving.
In een grijze omgeving zonder natuur en vogels ervaren mensen meer stress. In een groenere leefomgeving bewegen mensen juist meer en hebben ze meer sociale contacten.
Ook economisch gezien is het bouwen van groene natuurrijke wijken voordelig. Het is nauwelijks duurder, zorgt ervoor dat huizen meer waard worden en voorkomt een hoop toekomstige kosten, bijvoorbeeld in de zorg.
Zo rekende Ingenieursbureau SWECO twee jaar geleden uit dat vergroening van de leefomgeving van een derde van de Nederlandse bevolking het aantal patiënten met ruim 62.000 vermindert. Goed voor 125 miljoen.
Ook kosten als gevolg van klimaatverandering worden met groen bouwen verminderd. Droogte en overstromingen zorgen nu al voor grote kosten bij verzekeraars. En groen in de stad is een belangrijke maatregel tegen hittestress die de komende jaren vanwege de klimaatverandering vaker zal optreden in de steden.
Ondanks deze flinke tegenvaller is Vogelbescherming strijdbaar. Timo Roeke, senior Natuurbeschermer bij Vogelbescherming: “Vogels zijn een belangrijke indicator voor hoe het met de natuur gaat. Een groene, gezonde leefomgeving is goed voor de biodiversiteit, leefbaarheid en het klimaat, en dus ook voor de mens. Dit besluit is een teleurstelling, maar we verwachten dat het een tussenstop is. De afgelopen jaren hebben we met natuurinclusief bouwen juist enorm grote stappen gezet. Deze beweging is niet te stoppen.”
Vogelbescherming roept provincies en gemeenten dan ook op om op te komen voor een natuurrijke en gezonde leefomgeving van hun bewoners.