Water is voor Nederland van levensbelang. Water heeft invloed op waar en hoe we wonen, op onze natuur, op drinkwater, scheepvaart, landbouw en op industrie. Om Nederland ook voor de komende generaties veilig, aantrekkelijk en leefbaar te houden, is het Nationaal Water Programma 2022-2027 (NWP) vastgesteld.
Ook voor toekomstige generaties willen we een veilige en klimaatbestendige delta met schoon drinkwater. Het kabinet onderschrijft dat water en bodem leidend moeten zijn bij de ruimtelijke inrichting van Nederland en heeft extra geld beschikbaar gesteld voor klimaat- en landbouwtransitie en voor herstel van natuur. Daarnaast is er extra geld voor het beheer en onderhoud van infrastructuur, waaronder de rijkswateren. Het Nationaal Water Programma helpt ons om deze grote opgaven voor de komende jaren goed te regelen. Om dit te kunnen realiseren, is samenwerking met waterschappen, provincies, gemeenten, maatschappelijke organisaties, sectorpartijen, (drinkwater)bedrijven en burgers noodzakelijk.
Het NWP beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en het beheer van de rijkswateren en rijksvaarwegen voor de periode 2022-2027. De wateropgaven in Nederland worden door klimaatverandering, bodemdaling, milieuverontreiniging, biodiversiteitsverlies en ruimtedruk steeds groter en complexer. In de uitvoering ligt bovendien een grote opgave om verouderde infrastructuur zoals bruggen en sluizen in stand te houden en waar nodig te vervangen of te renoveren. Een integrale aanpak met de energietransitie, de woningbouw en de transitie landelijk gebied is noodzakelijk. Belangrijke onderdelen van het NWP zijn de stroomgebiedbeheerplannen, het overstromingsrisicobeheerplan en het Programma Noordzee.
Het NWP is ontwikkeld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in samenwerking met koepelverenigingen, maatschappelijke organisaties en branche- en sectorpartijen.
Het Programma Noordzee beschrijft de uitgangspunten voor een efficiënte en veilige ruimtelijke ontwikkeling van de Noordzee waarbij de verschillende vormen van gebruik in evenwicht worden gehouden met de grote veranderingen op het gebied van voedsel- en energieproductie en natuurbescherming, zoals in het Noordzeeakkoord is afgesproken. Zo regelt het bijvoorbeeld de aanwijzing van windenergiegebieden die nodig zijn voor de realisatie van 10,7 GW extra windenergie passend bij de klimaatdoelstellingen van het kabinet van minimaal 55% CO2-reductie in 2030. Bij de ontwikkeling van windenergiegebieden wordt steeds gekeken of dit past bij de natuurwaarden van de Noordzee en wordt rekening gehouden met andere gebruikers van de Noordzee zoals scheepvaart, visserij, mijnbouw en defensie.