In de evaluatie van de Natuurschoonwet 1928 (NSW) is ook aandacht besteed aan de openstelling van gerangschikte landgoederen.
Opengestelde landgoederen vervullen een belangrijke recreatieve functie. Op 29 oktober 2020 is de Beleidsregel openstelling landgoederen Natuurschoonwet 1928 in de Staatscourant gepubliceerd. Deze beleidsregel zal het huidige openstellingsbesluit vervangen.
De beleidsregel bevat de voorwaarden waaraan een opengesteld landgoed moet voldoen om te waarborgen dat het landgoed in voldoende mate toegankelijk is voor het publiek. De door de eigenaar van het landgoed opgestelde openstellingsregels worden getoetst aan deze voorwaarden.
De Beleidsregel openstelling landgoederen Natuurschoonwet 1928 is in hoge mate gelijk aan het huidige openstellingsbesluit.
De Beleidsregel openstelling landgoederen Natuurschoonwet 1928 bevat een definitie van ‘publiek’. Dit is een verduidelijking ten opzichte van het huidige openstellingsbesluit. Openstelling is uitsluitend verplicht voor wandelaars. Hieronder worden tevens verstaan snelwandelaars, nordic walkers, hardlopers, trimmers of joggers die niet in georganiseerd groepsverband het opengestelde gedeelte van het landgoed willen bezoeken.
Een landgoedeigenaar kan besluiten ook anderen dan wandelaars, zoals (cross)fietsers, hardloopgroepen, ruiters en gemotoriseerd verkeer, toe te laten op het opengestelde gedeelte van het landgoed. Ook kan hij ten aanzien van deze groepen zelf beperkingen instellen.
De eigenaar van een landgoed mag personen die aan een georganiseerd evenement deelnemen de toegang tot het landgoed ontzeggen indien aannemelijk is dat ten gevolge van het evenement schade aan (een gedeelte van) het landgoed ontstaat of kan ontstaan.
Nieuw is de mogelijkheid een verbod in te stellen voor wandelaars om honden bij zich te hebben, indien het pad door een terrein loopt dat begraasd wordt door grote grazers.
Het opengestelde deel van het landgoed moet nog steeds het gehele jaar dagelijks van zonsopkomst tot zonsondergang voor het publiek toegankelijk zijn. De naaste omgeving van huizen en boerderijen mag ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de bewoners worden afgesloten. Tevens mag het landgoed gedurende ten hoogste 7 dagen per jaar worden afgesloten voor de jacht, schadebestrijding of populatiebeheer. Ook kan het landgoed tijdelijk worden afgesloten indien er sprake is van een calamiteit.
Voor wandelaars moeten er voldoende vrij toegankelijke en begaanbare wegen en paden zijn, die min of meer gelijkmatig over het landgoed zijn verdeeld. Er geldt een minimale lengte van wegen en paden. In de nieuwe beleidsregel is expliciet bepaald dat doodlopende wegen en paden niet meetellen.
Bij de toegangswegen tot het landgoed moet de openstelling voor het publiek duidelijk waarneembaar zijn aangegeven met borden.
De nieuwe beleidsregel treedt in werking op het moment dat de wijziging van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 in werking treedt. De beoogde datum is 1 januari 2021.