In de internetconsultatie van het wijzigingsbesluit van 25 maart 2025 zijn twee nieuwe subgebruiksfuncties voor de woonfunctie in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) aangekondigd: nultreden en zorggeschikt. Deze aanpassing van het Bbl vormt een belangrijke stap richting inclusievere woningbouw, maar roept ook fundamentele vragen op – met name over de samenhang tussen bouwregelgeving en het woningmarktbeleid.
De introductie van deze subgebruiksfuncties houdt verband met de groeiende aandacht voor huisvesting van mensen met fysieke beperkingen en de vergrijzing van de samenleving. In 2016 heeft Nederland het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN-verdrag Handicap) geratificeerd. Het doel van dit verdrag is om mensenrechten van mensen met een beperking te bevorderen, beschermen en waarborgen. In de nationale strategie van Nederland staan doelstellingen voor 2040. Eén van de doelstellingen is het realiseren van voldoende betaalbare toegankelijke woningen. Onderdeel daarvan is het ‘inclusief’ ontwerpen (nieuwbouw) en het aanpassen van bestaande woningen om deze toegankelijker te maken.1
Op 13 februari 2025 is een aangepast wetsvoorstel van de Wet Versterking regie op de volkshuisvesting aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze wet beoogd meer sturing op het oplossen van het woningtekort. Er moeten voldoende en meer betaalbare woningen worden gebouwd. Een deel van de huisvesting zal geschikt moeten zijn voor ouderen en zorgbehoevenden.2 De nieuwe subgebruiksfuncties in het Bbl zijn als het ware de bouwtechnische vertaling van deze beleidsdoelstelling – maar de relatie tussen de bouwtechnische regels en het woningmarktbeleid is niet zonder spanning.
Voor de bouwtechnische regels bepaalt het Bbl wat onder een bepaalde gebruiksfunctie wordt verstaan en koppelt daaraan concrete technische eisen. Met de introductie van woonfunctie nultreden wordt gedefinieerd dat dit een woning is zonder trap en ook niet uitsluitend met een trap is te bereiken. Een woonfunctie zorggeschikt is een woning geschikt voor personen met een functiebeperking en het verlenen van zorg aan deze personen.
Bij de aangekondigde aanpassingen zien we een indirecte relatie naar het woningmarktbeleid: door het stellen van bouwtechnische regels ontstaat aandacht voor het belang van bouwen van woningen voor mensen met een beperking. Het opnemen van specifieke voorzieningen voor een woonfunctie nultreden en zorggeschikt is op zichzelf relevant, omdat de maatschappelijke behoefte aan dergelijke woningen met dergelijke voorzieningen groot is.
De (al dan niet juridische) verankering van dat belang valt buiten het Bbl. Het Bbl gaat immers niet over de vraag wie deze woningen moet bouwen, hoeveel of waar ze gebouwd moeten worden, maar over de bouwtechnische regels.
Een woning die geen trap heeft en ook niet met een trap te bereiken is, is op grond van de beoogde begripsbepaling een woonfunctie nultreden. Een woonfunctie nultreden heeft daarmee een grotere reikwijdte dan is beoogd. In de zijlijn van de internetconsultatie is daarvoor de nodige aandacht. Immers, het Bbl stelt specifieke eisen aan woonfuncties nultreden. De begripsbepaling en eisen voor woonfuncties nultreden en woonfuncties zorggeschikt wringt met het doel van de wetgever. Waarin onder meer is gesteld dat een bepaald deel van de huisvesting specifiek geschikt moet zijn voor ouderen en een brede groep van zorgbehoevenden.3
Een belangrijk verschil tussen de nieuwe subgebruiksfuncties en andere (subgebruiksfuncties van) woonfuncties zit in de afmetingen en bereikbaarheid van ruimten. De eisen voor woonfuncties nultreden en zorggeschikt gaan verder dan de bestaande eisen: niet alleen de minimale afmetingen van ruimten nemen toe, maar ook inrichtingselementen worden meegenomen in de beoordeling van de bruikbaarheid. Dit roept de vraag op of deze bouwtechnische eisen in het Bbl niet op gespannen voet staan met de interne systematiek en samenhang.
De definities van de nieuwe subgebruiksfuncties leiden tot een autonome betekenis in het Bbl. De wetgever heeft bedoeld voor specifieke doelgroepen voldoende huisvesting beschikbaar te maken. Daarvoor wordt gewerkt aan de Wet Versterking regie op de volkshuisvesting. Vanuit dat perspectief is de vraag of de definitie van deze specifieke woonvormen via het Bbl moet worden geregeld. Er zijn sterke argumenten om de bouwtechnische regels gescheiden te houden van de bredere beleidsmatige invulling en verantwoordelijkheid voor het realiseren van voldoende en passende huisvesting.
De beoogde nieuwe prestatie-eisen in het Bbl staan overigens niet op zichzelf. Recentelijk werd NEN 9120 (Prestatie-eisen voor toegankelijkheid en bruikbaarheid van gebouwen) gepubliceerd. Deze eerste versie van dit normblad is echter gepubliceerd onder voorwaarde dat deze de eerste 2 jaar geen onderwerp van publiekrechtelijke regelgeving zou worden.4 Opvallend is dat deze norm op dit moment uitsluitend een privaatrechtelijk karakter heeft maar, zo blijkt uit het conceptbesluit, wordt gebruikt voor het motiveren van nieuwe eisen voor woonfuncties nultreden en zorggeschikt.
1 ‘Nationale strategie voor de implementatie van het VN-verdrag Handicap’, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, p. 22-23.
2 Besluit versterking regie volkshuisvesting, 7 maart 2024.
3 ‘Wijziging Bbl woonfunctie zorggeschikt en nultreden’, p. 9.
4 Kamerstukken ΙΙ 2024/25, 24 170, nr. 334, p. 9.