Van 7 september tot en met 18 oktober 2020 heeft de Ontwerp Omgevingsvisie ter inzage gelegen en heeft eenieder de mogelijkheid gekregen om te reageren. In deze periode heeft de Provincie 277 zienswijzen ontvangen. Deze zienswijzen hebben op verschillende onderdelen van de Omgevingsvisie tot een verdere aanscherping geleid. De Omgevingsvisie is door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Vanaf januari 2021 gaan Provinciale Staten zich hierover verder buigen.
Om goed in te kunnen spelen op de Limburgse kansen en uitdagingen in de leefomgeving is een visie nodig voor de langere termijn (2030 - 2050). Daarin komen allerlei onderwerpen aan bod, zoals wonen, bodem, infrastructuur, energie, economie, landbouw, water, natuur, landschap en cultureel erfgoed. Ook gezondheid en een gezonde leefomgeving worden in de Omgevingsvisie meegenomen. Zo geeft de Omgevingsvisie richting aan de manieren waarop Limburg klaargemaakt wordt voor de toekomst. Daarnaast biedt de Omgevingsvisie ook sturing voor de korte termijn, bijvoorbeeld op het gebied van natuur, wonen en economie.
De Omgevingsvisie is via een interactief proces met de stakeholders tot stand gekomen. Daarnaast heeft een uitgebreid burgerparticipatieproject plaatsgevonden. De inbreng van al deze belanghebbenden heeft geleid tot de Ontwerp Omgevingsvisie. Deze Ontwerp Omgevingsvisie heeft dit najaar zes weken ter inzage gelegen. In deze periode hebben (semi)overheden, belangenorganisaties, buitenlandse partners, bedrijven en inwoners een reactie kunnen geven op de Ontwerp Omgevingsvisie. In totaal heeft de Provincie 277 reacties ontvangen.
Gedeputeerde Dritty: “We bedanken iedereen voor deze constructieve bijdragen. Hieruit blijkt nogmaals de grote betrokkenheid van de Limburgers. Betrokkenheid die tijdens het gehele proces van de Omgevingsvisie duidelijk zichtbaar is”.
De reacties raken vrijwel alle onderwerpen, die in de Omgevingsvisie worden beschreven. Er wordt waardering uitgesproken voor het gezamenlijk doorlopen participatietraject. Veel teksten zijn herkenbaar voor de indieners en er is op hoofdlijnen draagvlak voor de koers die de Provincie met de Omgevingsvisie uitzet.
Ook worden in de reacties aandachtspunten geuit. Zo wordt terecht aangegeven dat de verschillende opgaven en transities groot zijn en deze niet altijd en overal samen gaan. Hierbij gaat het om concurrerende ambities met een ruimtelijke impact. Er wordt gevraagd om keuzes te maken en opgaven gezamenlijk op te pakken. Met de koers die in de Omgevingsvisie wordt beschreven, is hiervoor een goede basis gelegd. Gedeputeerde Staten staan een gebiedsgerichte aanpak voor met maatwerkmogelijkheden.
Indien daartoe aanleiding was, hebben de zienswijzen geleid tot een verdere aanscherping van de Omgevingsvisie.
Zo zijn de treden van de zonneladder in de Omgevingsvisie verder verduidelijkt en is aangegeven dat de ladder een motiveringsplicht kent. Een ander voorbeeld betreft de rol van landbouw in de zogenoemde groenblauwe mantel. Hiervoor is verduidelijkt dat, in de Groenblauwe mantel, de grondgebonden landbouw de belangrijkste functie blijft en de agrarische sector tevens de belangrijkste beheerder is.
Alle zienswijzen, de beantwoording én voorgestelde aanpassingen zijn gebundeld in de Nota van Zienswijzen. Dit document wordt, naast de Omgevingsvisie, aangeboden aan Provinciale Staten.
Op www.limburg.nl/toekomstvanlimburg staat meer achtergrond over de Omgevingsvisie en de totstandkoming ervan.
De Omgevingsvisie is aangeboden aan Provinciale Staten en bijbehorende documenten zijn via Statenvoorstel Omgevingsvisie digitaal te raadplegen.
Naar verwachting nemen Provinciale Staten op vrijdag 9 april 2021 een definitief besluit over de vaststelling van de Omgevingsvisie Limburg.