Provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem, Wageningen, Apeldoorn, Ede, Lingewaard, Culemborg en Nijmegen én netwerkbedrijf Alliander starten een haalbaarheidsonderzoek. We onderzoeken de juridische, organisatorische en financiële kanten van een publiek warmteinfrabedrijf voor de regio.
Het Gelders Warmteinfra Bedrijf moet helpen om de overschakeling van aardgas naar duurzame warmte te versnellen. Het warmteinfrabedrijf kan de transport- en distributienetten (de leidingen en andere voorzieningen) voor stadsverwarming aanleggen en beheren. De productie en levering van warmte moet van andere (private) partijen komen.
Jan van der Meer, gedeputeerde Energietransitie: “Het tempo waarin woningen worden aangesloten op duurzame warmtebronnen is nu te laag. Als overheid kunnen we ervoor zorgen dat ook in de toekomst mensen op een betaalbare manier en onder goede voorwaarden een warm huis hebben zonder gebruik te hoeven maken van Gronings aardgas. Ik ben heel blij dat we nu samen met de gemeenten gaan onderzoeken of het Gelders Warmteinfra Bedrijf er kan komen. Een publiek warmteinfrabedrijf kan ons echt helpen in de overschakeling naar een duurzame wereld”, aldus gedeputeerde van der Meer.
In Gelderland werken gemeenten, provincie en waterschappen in 6 regio’s samen aan Regionale Energie strategieënDeze link opent een andere website. Onderdeel hiervan is de Regionale Structuur WarmteDeze link opent een andere website. Hierin wordt duidelijk met welke warmtebronnen woningen en gebouwen kunnen worden verwarmd in de toekomst. En hoe de warmtebronnen worden verdeeld over steden, dorpen en wijken. De gemeenten stellen op basis van Regionale Structuur Warmte in 2021 een Transitievisie Warmte vast. Op basis hiervan worden uiteindelijk de keuzes gemaakt voor wijken en inwoners: wordt het elektrificatie, benutten van duurzaam gas of collectieve warmtenetten. Uit de Regionale Structuur Warmte bleek dat er in Gelderland voldoende mogelijkheden zijn voor warmtenetten, met name in de steden.
De duurzame warmte moet komen van bronnen zoals de restwarmte van fabrieken of bedrijven, uit de aarde (geothermie) water (aquathermie) en van de zon.
Het haalbaarheidsonderzoek is naar verwachting in het voorjaar van 2021 klaar. We leggen de resultaten voor aan Provinciale Staten en de betrokken gemeenteraden.