Het is inmiddels wel bekend dat transformatie van gebouwen zowel de huidige opdracht als die van de toekomst is. Binnen deze transformatieopgave in Nederland zijn twee duidelijke ontwikkelingen te herkennen, namelijk de transformatie van religieus erfgoed en industrieel erfgoed. Beide gebouwtypen hebben veel potentie en zijn ook uitdagend. Een speciale subsidieregeling faciliteert dit. En die wordt steeds gebruikt.
Het is inmiddels wel bekend dat transformatie van gebouwen zowel de huidige opdracht als die van de toekomst is. Binnen deze transformatieopgave in Nederland zijn twee duidelijke ontwikkelingen te herkennen, namelijk de transformatie van religieus erfgoed en industrieel erfgoed. Beide gebouwtypen hebben veel potentie en zijn ook uitdagend. Een speciale subsidieregeling faciliteert dit. En die wordt steeds gebruikt.
Elke week komt er in Nederland minstens één kerk leeg te staan. Hoewel voor het merendeel van deze kerken niet direct een nieuwe bestemming gevonden kan worden, zijn er prachtige voorbeelden van succesvolle transformaties. Zo zijn kerken reeds getransformeerd tot woning (ZECC architecten, Utrecht), een boekwinkel (Merkx en Girod, Maastricht), een hotel (Satijnplus, Maastricht) en een museum voor moderne kunst in Amsterdam. Deze projecten bewijzen dat er mogelijkheden zijn om deze iconen van een stad of dorp te behouden. De herbestemming van kerken wordt in de meeste gevallen bemoeilijkt door de sociale context. Kerken worden gezien als een gemeenschappelijk goed, waardoor de gemeenschap vaak het gevoel heeft ook inspraak te hebben op de nieuwe functie. Tevens speelt de religieuze waarde een grote rol, die vaak stevig beschermd word door de betrokken gelovigen. Ook de financiering kan een belemmerende rol spelen bij de herbestemming van deze relatief grote gebouwen.
Industrieel erfgoed is interessant om de ruimtelijke mogelijkheden die het biedt bij herbestemming. Het regelmatige constructiegrid maakt deze gebouwen flexibel en daarmee geschikt voor verschillende functies. De vraag naar kantoren in Nederland is de afgelopen jaren sterk gedaald. Hierdoor is het van belang dat er wordt nagedacht over nieuwe functies voor deze gebouwen. Strijp S in Eindhoven is een treffend voorbeeld van een succesvol herbestemd kantorencomplex, waar sinds een aantal jaren creatieve industrie gehuisvest is. Deze nieuwe setting stimuleert niet alleen de stad, maar ook de creatieve ondernemingen onderling.
De keerzijde is dat dit erfgoed vaak langs snelwegen of afgelegen plekken gelegen is, wat niet voor iedere nieuwe functie een aantrekkelijke omgeving is. Hiervoor zijn echter wel creatieve oplossingen te bedenken, die samen met de architect en de betreffende gemeente ontwikkeld kunnen worden. Verder dient men bij realisatie van deze grote panden de invloed op de vastgoedvoorraad in acht te nemen. Sterke toename in oppervlakte van een bepaalde functie kan op een andere locatie leegstand veroorzaken. In de coördinatie hiervan speelt vooral de gemeente een belangrijke rol. Net als bij kerken is ook bij industrieel erfgoed de financiële haalbaarheid een lastige factor.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed speelt in op deze financiële haalbaarheid door middel van de
Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten
. Door deze regeling kan de overheid op twee manieren bijdragen, waardoor jarenlange leegstand en verloedering van monumenten wordt voorkomen. De subsidie draagt onder andere bij in de kosten van een haalbaarheidsonderzoek naar de toekomstige bestemming, of het wind- en waterdicht houden van het monument [
1
]. Ook voor de herbestemming van kerken en industrieel erfgoed is deze subsidieregeling zeer waardevol.
BOEi, een non-profit organisatie gespecialiseerd in de herbestemming van industrieel erfgoed, heeft hier in het verleden ook gebruik van gemaakt. Door middel van het haalbaarheidsonderzoek wordt het mogelijk om snel een beeld te krijgen van de mogelijkheden. Aspecten zoals type gebruiker, exploitatiekosten en -opbrengsten, wet- en regelgeving, bouwkundige aanpassingen en de financiering kunnen op deze manier in kaart worden gebracht. Deze inzichten geven tevens de mogelijkheid om door bekendheid sociaal draagvlak voor het project te verkrijgen [
2
].
Afgelopen jaar is grote belangstelling getoond, wat voor een enorme toename van het aantal aanvragen heeft gezorgd. Afgelopen jaar zijn maar liefst 505 aanvragen gedaan voor haalbaarheidsonderzoeken, ten opzichte van de 388 in het jaar er voor en 201 in 2011 [
3
]. Helaas is het door de overheid gestelde budget nog ontoereikend om alle aanvragen in te willigen. Hopelijk wordt dit budget in de toekomst dan ook vergroot.
Kortom, er zijn mogelijkheden wanneer het op herbestemming van religieus en industrieel erfgoed aankomt. Dit gaat echter niet vanzelf en een goede samenwerking tussen de initiatiefnemer, de gemeente en de eigenaar is een voorwaarde voor succes. De financiële stimulans vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed speelt hierin een bepalende rol.
Tijdens de
Praktijkmiddag Herbestemming Monumentale Gebouwen
op 24 april in de Oude Kerk te Amsterdam gaat onder meer Lilian Kusters, hier verder op in. Voor meer info,
kijk hier
.
1.) Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten. 2013.
2.) Vehof, F., Lezing Praktijkmiddag Herbestemming Monumentale Gebouwen. 2013, Amersfoort: BOEi.
3.) Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Samenleving wil monumenten hergebruiken. 2013.