In de aanloop naar de verkiezingen neemt Omgevingsweb de verkiezingsprogramma’s onder de loep. Onze leefomgeving staat steeds meer onder druk: de problemen rondom de (woning)bouw, stikstof, behoud van natuur en een gezonde leefomgeving zijn de afgelopen jaren steeds meer prangend geworden. De focus van deze analyse ligt op volkshuisvesting en bouw, ruimtelijk beleid en gebiedsontwikkeling, en de vergroening. Deze week zijn de verkiezingsprogramma’s van de VVD, D66 en PvdA aan de beurt.
Het ruimtelijk beleid moet volgens de VVD voldoende ruimte bieden voor woningbouw en infrastructuur. De landelijke overheid moet meer regie krijgen over een eerlijke verdeling van schaarse ruimte tussen woningbouw, wegenbouw, landbouw en bedrijvigheid, om zo alle sectoren de mogelijkheid te bieden zich te ontwikkelen.
Woningnood
De VVD zet in op meer woningbouw en meer landelijke sturing via een nationaal bouwfonds en een verlaging van lasten voor bouwers. De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie lokaal: VVD pleit voor strikte prestatieafspraken met provincies en gemeenten om meer woningen te realiseren, war nodig met sturing van het Rijk. Regionaal kunnen ook afspraken worden gemaakt over herstructurering van de regionale woningvoorraad. De prioriteit komt te liggen bij betaalbare koop- en huurwoningen voor middeninkomens.
Aangezien enkel binnenstedelijk bouwen onvoldoende oplevert, moeten gemeenten gestimuleerd worden om meer bouwgrond beschikbaar te stellen. Bij dit buitenstedelijk bouwen past speciale aandacht voor de benodigde infrastructuur zodat er een goede ontsluiting komt, zowel voor auto’s als het openbaar vervoer. Bovendien ontstaat op deze manier een prettig woonklimaat.
In het verkiezingsprogramma wordt specifiek gesproken over het verkorten van de besluitvormingsprocedures bij nieuwbouw. Om vertraging van bouwplannen door provincies tegen te gaan, wordt verzwarende regelgeving geschrapt. De toepassing van de ‘ladder van duurzame verstedelijking’ wordt als ongewenst gezien.
Naast het bouwen moet er ook meer aandacht komen voor bestaande gebouwen. Bijvoorbeeld door het zoveel mogelijk toestaan van permanente bewoning van recreatiewoningen, meer in te zetten op de transformatie van leegstaande bedrijfspanden naar woningen, het aanpakken van krakers en het tegengaan van leegstand en verkrotting via een leegstandheffing. Ook moet het makkelijker worden gemaakt om met meerdere generaties op hetzelfde perceel te wonen.
Betaalbaarheid
Een rechtvaardige en betaalbare woningmarkt betekent volgens de VVD dat starters een eerlijk kans krijgen, automobilisten hun auto er kunnen blijven parkeren en dat de overheid bescherming biedt tegen uitwassen, zoals speculatie met woningen.
Om de aankoop van een huis betaalbaar te houden stelt de VDD onder meer het volgde voor: het invoeren van zowel een opkoopbescherming waarmee gemeenten een rem kunnen zetten op het grootschalig opkopen van huizen door (buitenlandse) investeerders, als het invoeren van bouwvergunningen tegen kostprijs zodat ‘’gemeenten dit niet meer kunnen gebruiken als melkkoe’’. Daarnaast moet er geen aanscherping komen van de norm dat huizenkopers de hele koopsom mogen lenen, moeten barrières bij het afsluiten of veranderen van een hypotheek verdwijnen, en moet er een lager huurtarief komen voor huurders bij woningcorporaties.
Huisvesting arbeidsmigranten
Over de huisvesting van arbeidsmigranten worden twee kernpunten genoemd. Ten eerste moet overlast bij huisvesting van arbeidsmigranten aangepakt worden. Verhuurders moeten hiervoor verantwoordelijk zijn. Daarbij moeten er wettelijke eisen komen aan de kwaliteit van huisvesting voor arbeidsmigranten en aan de voorwaarden waaronder de werkgever dit zelf mag organiseren, in plaats van de bestaande convenanten.
Ten tweede moet er een gericht woonbeleid in gemeenten met bedrijven komen waar veel expats en arbeidsmigranten werken, om te voorkomen dat er verdringing plaatsvindt op de woningmarkt en dat problemen zich verplaatsen naar buurgemeenten. Gemeenten kunnen hierbij ook tijdelijke huisvesting inzetten, die is vrijgesteld van de verhuurderheffing. Het Rijk gaat indien nodig sturen op extra (tijdelijke) woonruimte die gemeenten dienen te realiseren.
Infrastructuur
Blijvende investeringen in de infrastructuur zijn voor de VVD van groot belang. Tevens moet er nagedacht worden over alternatieven, zoals goed openbaar vervoer, smart mobility, thuiswerken en andere werk- en schooltijden. Deze zouden allemaal moeten gaan bijdragen aan een betere benutting van de infrastructuur en meer keuzevrijheid van de reiziger.
Leefbaarheid
Met het eerdergenoemde Nationaal Bouwfonds kan de Rijksoverheid meebetalen aan grootschalige vernieuwing van wijken en aan nieuwbouw om de bouwproductie op peil te houden, bijvoorbeeld in tijden van economische neergang. Echter wordt er in het verkiezingsprogramma weinig tot niet gesproken over het verbeteren van de kwaliteit van de leefbaarheid. Ook worden geen concrete plannen gepresenteerd voor het aanpakken van bijvoorbeeld krimpregio’s.
Natuur en landschap
De komende jaren wil de VVD inzetten op een realistisch en haalbaar natuurbeleid waarbij de overheid, natuurorganisaties en de agrarische sector samenwerken aan een aantrekkelijk landschap, waar het goed wonen, werken, ondernemen én recreëren is. De VVD wil dat er geen nieuwe Natura 2000-gebieden aangemeld of aangewezen worden: in plaats daarvan wordt gekeken naar het samenvoegen van (beschermde) natuurgebieden. Er wordt gepleit voor het aanplanten van nieuwe hectares bos binnen natuurnetwerken, maar alleen indien dit niet ten koste gaat van het areaal kostbare landbouwgrond. Ook moet worden voorkomen dat deze gebieden direct een beschermde status krijgen, en daarmee activiteiten als wonen, ondernemen en recreatie beperken.
Landbouw
De landbouw moet gestimuleerd worden innovatieve methoden in te zetten die de ruimte efficiënt benutten en tegelijkertijd de emissies bij de productie omlaag brengen. Zo kan Nederland de agrarische sector behouden en wereldleider blijven op het gebied van efficiënte productie. Boeren zijn daarnaast uitstekend in staat om hun grond voor meerdere doeleinden in te zetten, bijvoorbeeld met agrarisch natuurbeheer en recreatie via paden over boerenland. Door deze ontwikkelingen regionaal te ondersteunen, kunnen er slimme oplossingen gevonden worden om het landgebruik voor zowel voor de boeren als omwonenden te optimaliseren.
Stikstof
Er moet een balans zijn tussen de belangen van de economie en de natuur bij de aanpak van de landelijke stikstofuitstoot via het nieuwe registratiesysteem. Zo krijgen ondernemers zekerheid bij vergunningverlening en blijft natuur behouden. Daarnaast staat de VVD voor een verdere ontwikkeling van het wegennet door de structurele aanpak van de stikstofuitstoot. Veiligheid dient te allen tijde boven milieueisen te gaan: noodzakelijk onderhoud en renovatie aan wegen, bruggen en dijken dient altijd doorgang te vinden, ongeacht de stikstofuitstoot die daarmee gepaard gaat.
De snelheidsverlaging van de maximumsnelheid op snelwegen overdag 100 km/h maakt deel uit van een pakket maatregelen om de stikstofneerslag in de natuur te verminderen. Wanneer de stikstofuitstoot voldoende is teruggebracht, bijvoorbeeld door een toename van emissieloos rijden, wenst de VVD de maximumsnelheid van 130 kilometer per uur overdag weer in te voeren.
De VVD zet in op ‘’een nadrukkelijke rol voor water bij de ruimtelijke inrichting van gebieden.’’ Onlangs heeft de Unie van Waterschappen het belang van water in de leefomgeving benadrukt en het nieuwe kabinet opgeroepen om ‘’waterbewuste, toekomstbestendige keuzes te maken’’. Om schade door weersextremen te beperken, is het nodig dat overheden water sturend laten zijn bij de ruimtelijke inrichting.
D66 wil meer ruimte voor huizen, mobiliteit én natuur, waardoor er minder overblijft voor landbouw. Om dit te bereiken is een grotere rol van de nationale overheid belangrijk om ruimte te maken voor de grote ambities op woningbouw, natuur en klimaat.
Woningnood
D66 wil het bouwen van nieuwe woningen versnellen. Om voldoende bouwlocaties te vinden is goede samenwerking tussen provincies en gemeenten nodig. Nieuwe huizen moeten zoveel mogelijk gebouwd worden binnen de bebouwde kom om zo meer ruimte te laten aan groen. Daarnaast wordt ook gewerkt aan sterkere dorpskernen en binnensteden. Bij de bouw van nieuwe projecten en renovatieprojecten wordt actief rekening gehouden met de leefgebieden van dieren in-en-rondom gebouwen.
Opvallend is dat er in het verkiezingsprogramma veel wordt gesproken over ‘’innovatief bouwen’’: flexibel bouwen zodat er ingespeeld kan worden op een veranderende vraag om leegstand te voorkomen. Bij het bouwen moet er rekening gehouden worden met verschillende levensfasen en woonbehoeftes zodat doorstroming wordt bevorderd. Onderdelen van woningen moeten los van elkaar gebouwd kunnen worden: nieuwe constructies worden zo ontworpen dat woningen makkelijk kunnen worden verbouwd of uitgebreid. De bouwregelgeving moet daarom ook aangepast worden.
Herontwikkeling in steden moet bevorderd worden door, net zoals in landelijk gebied, ook binnen de bebouwde kom verplichte herverkaveling mogelijk maken. Stadsuitbreiding is bovendien nodig om via die weg in te zetten op grote nieuwe woningbouwprojecten om de druk op de woningmarkt in de Randstad weg te nemen.
Betaalbaarheid
Meer bouwen lost de problemen volgens de D66 op de korte termijn niet op. Daarom wil D66 maatregelen nemen om excessieve prijsstijgingen en andere uitwassen te voorkomen, en zowel malafide verhuurders als scheefhuurders harder aan te pakken. Woningcorporaties moeten gestimuleerd worden woningen met een huurtarief van € 750 tot € 1000 te bouwen. Ook moeten er (lokaal) strengere eisen komen zodat deze woningen voor de middeninkomens beschikbaar blijven. In plaats van de huurtoeslag moet er een verzilverbare heffingskorting komen die is gebaseerd op de grootte van het huishouden, in plaats van de huursom.
D66 wenst de hypotheekrenteaftrek volledig af te bouwen. In ruil wordt de inkomstenbelasting verlaagd waardoor kopers lagere maandlasten zullen krijgen. Daarnaast moet de belastingvrijstelling op de schenkbelasting bij het kopen van een huis afgeschaft worden.
Huisvesting arbeidsmigranten
Hoewel in het verkiezingsprogramma niet expliciet wordt besproken wat de plannen zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten, pleit D66 voor het voorkomen van uitbuiting van arbeidsmigranten. Er moet een laagdrempelige manier komen waarop arbeidsmigranten klachten kunnen melden, ook geldt dat een onderkomen niet langer direct afhankelijk moet zijn van een werkgever.
Er moet een nieuw ministerie van Wonen, Ruimtelijke Ordening en Milieu komen die de grote lijnen gaat uittekenen, lokale overheden ondersteunt, en ingrijpt wanneer doelen niet worden gehaald. Om grote nieuwe woonwijken te creëren met een goede OV-verbinding, natuurgebieden te verbinden, en om een structurele oplossing te vinden voor milieuproblemen zoals stikstof.
Leefbaarheid
D66 maakt zich sterk voor het voorkomen van verdere verwaarlozing van krimpgebieden waarbij voorzieningen verdwijnen en dorpen steeds minder aantrekkelijk worden, en zet in op nieuwe zogeheten ‘’groeigebieden’’. Wonen, werken, horeca, groen en voorzieningen, waaronder openbaar vervoer en zorg en welzijn, moeten volgens D66 veel meer worden samengebracht voor levendige en leefbare buurten, ook met het oog op een vergrijzende samenleving.
Er wordt gesproken over ‘’nieuwe regie’’ op de ruimtelijke inrichting, waarbij op nationaal niveau kaders gesteld worden waarbinnen decentrale overheden de vrijheid hebben om hier de invulling aan te geven die het best past. Hoewel de D66 pleit voor een nieuw ministerie, is het niet de bedoeling dat het Rijk tot op de vierkante meter bepaalt wat er gebeurt. De betrokkenheid van minister geeft enkel doorzettingskracht voor grote projecten.
Aangezien de afgelopen jaren veel kennis en deskundigheid over de leefomgeving bij de nationale overheid verloren is gegaan, en ministeries vooral vanuit hun eigen expertise nadenken over de leefomgeving, stelt D66 een planologische dienst voor die de verschillende ministeries ondersteunt. Tevens moeten gemeenten en provincies via een Open oproep (naar Vlaams voorbeeld) meer gebruik kunnen maken van expertise op architectuur, stedenbouw, landschapsinrichting, publieke ruimte en infrastructuur
Natuur en landschap
Bij het natuurbeleid staan ‘verbreden en verbinden’ centraal. Het is de bedoeling dat er tot 2025 50.000 hectare extra beschermde natuur wordt gecreëerd, en tot 2040 160.000 hectare. Dat is een derde meer natuur dan we nu hebben.
Ook binnen de bebouwde kom moet er meer groen komen, denk aan wandelroutes, ontmoetingsplekken en parken. Daarbij moet er te allen tijde rekening mee worden gehouden worden dat recreatie niet ten koste mag gaan van de natuur. In landelijke gebieden moet er ruimte komen voor natuurgebieden en locaties voor zonne- en windenergie. Wanneer buiten de bebouwde kom wordt gebouwd, moeten ontwikkelaars meebetalen om in de buurt weer evenveel nieuwe natuur aan te leggen. Daarom hanteert D66 het principe: ‘groen groeit mee.’
Landbouw
Rond natuurgebieden moeten groene bufferzones de natuur beschermen tegen stikstofuitstoot en verdroging. Door jaarlijks 20.000 hectare groene bufferzone aan te leggen wordt het doel om in 2040 op 400.000 hectare uit te komen, gehaald. Daarvan zal het overgrote deel een landbouwfunctie krijgen. In deze bufferzones wordt industrie geweerd, ligt het waterpeil hoger dan op normale landbouwgrond en worden mest en bestrijdingsmiddelen tot een minimum beperkt.
Stikstof
Boeren rond Natura 2000-gebieden worden uitgekocht, als onderdeel van de stikstofmaatregelen van het huidige kabinet. D66 wil een deel van deze grond teruggeven aan de natuur. Het andere deel is bestemd voor natuur-inclusieve landbouw. Ook kijkt D66 naar de mogelijkheden voor een ‘groene ruilverkaveling’.
Omdat stikstofvervuiling een rem dreigt te zetten op de woningbouw, is D66 bereid om waar nodig de uitstoot van landbouw, industrie of verkeer terug te dringen. Om ervoor te zorgen dat in 2050 alle natuur in goede staat is, moet 50 procent stikstofreductie in 2030 zijn gerealiseerd.
D66 zet zich in voor wereldwijde bindende biodiversiteitsdoelstellingen in navolging van het Parijsakkoord (ook bekend als het klimaatakkoord): het ‘Parijs’ akkoord voor de natuur. In dit akkoord wordt opgenomen dat de wereldwijde achteruitgang van biodiversiteit in 2030 gestopt moet zijn.
De PvdA schenkt in hun verkiezingsprogramma veel aandacht aan de woningbouw en de leefbaarheid van wijken. Er moet veel worden gebouwd, met zoveel mogelijk met behoud van landschap, natuur en biodiversiteit. Volgens de PvdA draagt een (groene) gezonde omgeving bij aan de leef kwaliteit en wapent het ons tegen klimaatverandering en de gevolgen ervan.
Woningnood
Met een meerjarig woningbouwprogramma, opgenomen in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), wordt geregeld dat er jaarlijks minimaal 100.000 woningen worden gebouwd. Ook pleit de PvdA voor de terugkeer van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), dat in 2010 werd opgeheven, om zo een minister te hebben die zich volledig inzet voor de bestrijding van de woningnood. De overheid moet enerzijds zelf investeren, en daarnaast zowel gemeenten als woningcorporaties meer middelen geven om te bouwen, waardoor er ambitieuzere en bindende afspraken komen tussen Rijk, provincies, gemeenten, marktpartijen en woningcorporaties. Kortom: de overheid wordt weer leidend op het gebied van woningbouw.
Ook het afschaffen van de verhuurdersverheffing, de introductie van een investeringsfonds voor Leefbaarheid en Bouw, een actief grondbeleid, en een bouwgarantie tijdens de crisis moeten bijdragen aan een oplossing voor de huidige woningnood.
Betaalbaarheid
Betere toegang tot betaalbare huur- en koopwoningen staat hoog op de agenda: het totale aantal sociale huurwoningen mag per gemeente niet dalen, en bij nieuwbouw moet minimaal veertig procent gereserveerd worden voor sociale huur. Terwijl starters worden geholpen via een kooppremie en een verlaging van de overdrachtsbelasting, moeten beleggers worden ontmoedigd met een hogere overdrachtsbelasting en door het stoppen van de uitverkoop van betaalbare woningen.
Huisvesting arbeidsmigranten
Er moeten fatsoenlijke arbeidsomstandigheden komen voor arbeidsmigranten. Goede huisvesting is daar een van. Omdat de huisvesting vaak te slecht, te duur en onzeker is door de afhankelijkheid van de werkgever, pleit de PvdA ervoor dat er huurrechten komen voor arbeidsmigranten door de invoering van een tijdelijk huurcontract dat niet zomaar opgezegd kan worden, en de verplichting tot certificering van huisvesting.
Leefbaarheid
Via stedelijke wijkvernieuwing en investeringen in de infrastructuur wordt de publieke ruimte toegankelijk, slim en zorgvuldig ingericht. Om gemengde en leefbare wijken te behouden en te verbeteren waar nodig, pleit de PvdA voor grootschalige wijkenaanpak met meer aandacht voor goede woningen en voorzieningen zoals goed onderwijs, perspectief op werk, veiligheid op straat, aanbod van cultuur, groen, en betrokkenheid van de bewoners. Woningcorporaties mogen weer bijdragen aan de leefbaarheid en krijgen daar ook de ruimte voor.
Natuur en landschap
De PvdA wil extra investeren in ecologische structuur en het verbinden en uitbreiden van natuurgebieden. De ambitie is minimaal 50.000 hectare extra natuur in 2027. Want meer natuur met meer biodiversiteit en herstelde ecosystemen beschermt ons beter tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld van extreem weer. Om deze reden moeten steden groener worden met extra parken en moeten waterpartijen worden aangelegd voor verkoeling. Daarnaast moet er verbetering komen in van de opvang van water en het vergroenen van de daken en tuinen van woningen.
Hoewel de PvdA voorstander is van meer bouwen, moet onnodige bebouwing in natuurgebieden aan de Nederlandse kusten worden tegengegaan. Voor kustlandschappen geldt: inzetten op kwaliteitsverbetering en onderscheidend toerisme, en verdere groei van massatoerisme en toeristisch bebouwing tegengaan.
Landbouw
Een plattelandsakkoord via een Nationaal Strategisch Plan voor de ontwikkeling van platteland, geschreven door boeren, milieuorganisaties, overige bedrijven in de voedselketen en overheden, zou natuurinclusieve (kringloop)landbouw moeten stimuleren. Ook moet er meer steun komen voor boeren die overstappen op duurzamer landbouw.
Stikstof
De stikstofproblemen mogen er niet voor zorgen dat de woningnood verder oploopt, daarvoor geldt: bouwprojecten krijgen voorrang boven industrie en snelwegen. Tevens moet een aflopende subsidie voor de bouw ervoor zorgen dat de emissies van bouwprojecten over een langere periode worden afgebouwd.
De PvdA wenst een emissiereductie van 50 procent voor 2030 vast te leggen in de Wet Natuurbescherming. Dit moet bereikt worden door extra te investeren in natuurherstel, het introduceren van een belasting voor de industrie op de uitstoot van stikstof (naar Deens voorbeeld) en het actief uitvoeren van een uitkoopbeleid voor veehouderijen in natuurgebieden.
‘’Een doorbraak voor de inwoners van de provincie Groningen.’’
De PvdA wil dat er recht wordt gedaan aan het leed van de inwoners van het aardbevingsgebied en komt daarom met een crisisaanpak die bestaat uit vier delen: introductie Herstelwet Groningen, de oprichting van een Herstelfonds voor wijkvernieuwing en leefbaarheid van 10 miljard euro, het bieden van toekomstperspectief en het afleggen van verantwoording onder ede.
Op naar 17 maart: Leefomgeving in de verkiezingsprogramma’s - deel 2 (ChristenUnie, GroenLinks, PVV)
Ook benieuwd op welke manier deze partijen de klimaattransitie voor zich zien, en wat ze beloven de komende vier jaar te gaan doen? Neem dan een kijkje op Klimaatweb