"Naar verwachting zult u binnenkort een besluit nemen over de voorshands in het Eerste Kamer gestrande voorstel van wet ""Wet kwaliteitsborging voor het bouwen"". Hoewel de noodzaak om de huidige bouwwetgeving te vernieuwen onomstreden is, betwijfelen wij of de huidige wetstekst - wat het bouwtoezicht betreft - een aanvaardbaar en handhaafbaar wettelijk kader zal bieden."
De wet kent een lange voorgeschiedenis waarin van meet af het streven naar 'minder overheid meer markt' richtinggevend is geweest, geschraagd door een sterke lobby vanuit de bouwsector. Dat is in de wetstekst terug te zien.
Kern van de wet is de verschuiving van een belangrijk deel van het bouwtoezicht - van publiek naar privaat. Daarin ligt ook onze belangrijkste kritiek. -
De wet wortelt in de gedachte dat de bouwsector zelf verantwoording kan dragen voor de bouwkwaliteit, met de onderliggende wens om de overheidsverantwoordelijkheid voor - en de lasten van - het publieke bouwtoezicht terug te dringen.
Die gedachte steunt op ondeugdelijke gronden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de vaak aangehaalde auto-industrie ontbeert de bouwmarkt een zelfcorrigerend marktmechanisme.
De bouwmarkt is in tegendeel een schoolvoorbeeld van een niet-transparante, imperfecte markt: de opdracht- en transactiestructuur zijn weinig transparant, het product is bij opdracht/koop niet fysiek aanwezig noch toetsbaar, er is een onbalans tussen enerzijds de marktmacht en het korte-termijn belang van de aanbodzijde en anderzijds de geringe invloed van de vraagzijde, in het bijzonder van de eindgebruiker.
De feilen van de bouwindustrie - van simpel kwaliteitsgebrek tot kleine en grote calamiteiten zoals de breedplaat-bollenvloeren - tonen ook internationaal aan dat een robuust publiek bouwtoezicht onmisbaar is. Bouwregelgeving is niet voor niets een publiek te handhaven Nederlands grondrecht.
De beoogde private borgingsorganisatie is nog onvoldoende ontwikkeld en getoetst en voor zover er ervaringen mee zijn opgedaan zijn die bepaald niet onverdeeld positief.
Dat wil niet zeggen dat er niets veranderd moet worden. De wet bevat ook belangrijke verbeteringen, zoals de verschuiving van de toetsing van bouwplan naar oplevering; de verzwaring van de aansprakelijkheid van de bouwer en de verbetering van de positie van de opdrachtgever. Ook de kamerbreed gedragen amendementen vormen een essentiële verbetering.
In plaats van de - in de huidige wetstekst opgenomen - complexe private kwaliteitsborging en borgingsorganisatie, blijft een robuust publiek bouwtoezicht ons inziens onmisbaar.
Wij dringen er daarom op aan om de wet en het daarmee verbonden besluit in die zin te verbeteren, al of niet middels een novelle.
Een en ander hoeft inspannings- en lastenverlichting voor de overheid niet in de weg te staan. Juist is met dezelfde soort innovaties als waarop de beoogde private kwaliteitsborging zou steunen, zoals digitalisering en standaardisering (communicatie- en BIM-toepassingen), aangevuld met erkende technische goedkeuringen), een vernieuwd Omgevingsloket-on-Line en herorganisatie middels regionale RUD's ook een beter en efficiënter publiek toezicht en handhaving mogelijk.
Ook dan kunnen bewezen resultaten van zelfborging en garanties van de bouwindustrie beloond worden met vereenvoudigde toetsing en toezicht en wederzijdse lastenverlichting.