Europa heeft veel wetgeving gericht op de bescherming van publieke waarden als natuur, milieu, volksgezondheid en democratie. Binnen de bestuurscultuur in Nederland leggen deze waarden het vaak af tegen economische belangen. Dit veroorzaakt onder andere natuurproblemen, waarvan de problemen als gevolg van stikstofuitstoot actueel zijn geworden omdat ze economische belangen gaan raken. Bij de oplossingsrichtingen worden overleggen gevoerd met vele economische belangenpartijen en niet (nauwelijks) met partijen die bereid en bekwaam zijn (natuur)waarden te beschermen. Als je tot juridisch houdbare oplossingen wilt komen moet je dat wel doen.
Met natuurwaarden bedoel ik hier specifiek die waarden waarvoor de Europese Unie door middel van de Vogel- en Habitatrichtlijn het wettelijke instrumentarium heeft gegeven waar Nederland aan is gebonden. De richtlijnen bevatten zowel procedurele als resultaatverplichtingen, waaraan zeer vaak niet wordt voldaan. Het bevoegd gezag zou deze natuurwaarden moeten beschermen binnen het speelveld van belangen, maar binnen de bestuurscultuur in Nederland leggen waarden het af tegen belangen. Enkele middelen zijn; niet nemen van verantwoordelijkheid of dit bij een ander orgaan leggen, wegkijken en ontduiken, pappen en nathouden, vluchten in schijnoplossingen.
De dieper liggende oorzaak van het economisch stikstofprobleem zijn regeringen die niet accepteren dat natuurwaarden een beperking zijn voor economische groei. Daarom is in nationale wetten en regelingen bescherming van natuur geminimaliseerd. Niet alleen door afzwakken en omzeilen van regelingen uit het Unierecht in de wetgeving zoals de Natuurbeschermingswet tot en met de zoveelste wijziging Wet natuurbescherming, maar ook door herverdelen van bevoegdheden en door rechtsbescherming te beperken of te bemoeilijken.
Nadat door natuurbeschermers aangespannen rechtszaken vertragingen veroorzaakten in de groei van de vee-industrie werd het PAS verzonnen. Ondanks dat door deskundigen negatief werd geadviseerd, keurde een meerderheid van de Tweede Kamer het voorstel tot wetswijziging goed. Provincies voerden die Nederlandse wetgeving uit. Waarschuwingen dat deze wetgeving in strijd was met het Unierecht werden bewust genegeerd. Terreinbeheerders en de grotere natuurbeschermingsorganisaties pleegden geen verzet nadat geld beschikbaar kwam. Slechts een relatief kleine groep particuliere natuurbeschermers, waaronder de nu zo bekende MOB, bleef zich (samenwerkend) verzetten.
U weet waar dit eindigde. Na vier jaar procederen met honderden zienswijzen, bezwaren, beroepen, hoger beroepen werden prejustitiële vragen beantwoord door het Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2018:882). Het Hof legt breed uit hoe de Habitatrichtlijn moet worden toegepast. Sterk samengevat; strikt. De Afdeling bestuursrecht trok hieruit haar conclusies en stelde het PAS buiten werking. Het arrest van het Hof is maatgevend.
Maar door de besturende overheden werden nieuwe geitenpaadjes gevonden zoals geen vergunningplicht dus geen plicht passende beoordeling, discutabele vrijstellingen waaronder positieve weigeringen, salderingen, stikstofbanken en handel in (niet bestaande) stikstofrechten, niet werkende luchtfilters en tovervloeren. Deze ‘oplossingen’ van onze overheid sneuvelen voortdurend als particuliere natuurbeschermers zich beroepen op het unierecht. De natuur staat intussen op omvallen.
Alle opmerkelijke principiële uitspraken in de laatste tijd in natuurkwesties en inspraak daarin, zijn het gevolg van handelen van particuliere organisaties. Niet van de grote, bijna altijd gesubsidieerde, organisaties, niet van de terreinbeheerders, vaak buren en pachtheren van de boeren. Ze willen wel aan de overlegtafel, maar niet aan de balie van de rechtbank.
Nu ‘het schip is gestrand’ moest ‘Remkes’ zicht geven op een oplossing die wel stand houdt. Maar niet gecorrigeerde fouten uit het verleden zijn een garantie voor problemen in de toekomst. Zo’n fout was die particuliere natuurbeschermers op negatieve wijze als ‘activisten’ te framen en om die reden buiten het overleg te houden.
Deze fout wordt nog steeds gemaakt. Ik lees dat stikstofruimte vrijgemaakt van stoppende boeren wordt ingezet voor mestvergisters en PAS-boeren. Daarbij wordt uitgegaan van een soort Nederlands poldermodel, compromissen. Daar zet ik vraagtekens bij. Als actieve natuurbeschermer neem ik het Europees recht als uitgangspunt en tevens als bodem. Daar zitten we al onder en we mogen niet nog verder zakken. Het Hof is helder: inzake de bescherming van de Natura 2000-gebieden mag geen belangenafweging gemaakt worden.
Bij de vraag of het rechtmatig is om met ‘stikstofrechten’ PAS-boeren te helpen komen veel deelvragen aan de orde. Primair vragen zijn: Mag een vermindering van stikstofuitstoot aan iets anders worden gegund dan natuur? Bestaan stikstofrechten? Zo ja, zijn ze overdraagbaar of verhandelbaar? Zijn er ‘rechten’ uit het verleden? Kunnen dit ook slechts theoretische rechten zijn? Hoe ver gaat ‘bestaand gebruik’? En principieel: mag ‘recht op vervuiling’ wel bestaan? Dit soort vragen moeten rechtstreeks worden getoetst aan Europees recht en niet aan Nederlands gesjacher.
Het heeft allemaal te maken met het niet willen accepteren dat productie niet verder mag en kan gaan dan de draagkracht van de natuur. Ook nu wil men per se het te hoge productieniveau op peil houden en toch een oplossing vinden voor die daarmee samenhangende stikstofproductie, al kost dat de samenleving vele miljarden.
Bij het polderen vergeet men de particuliere natuurbeschermers. Als er oplossingen worden verzonnen die in strijd kunnen zijn met het Europees recht, volgen vele rechtszaken met als gevolg vertraging van herstel van de natuur en Nederland nog steeds of nog verder op slot.
Betrek onafhankelijke wetenschappers en actieve natuurbeschermers bij het overleg. Zij kunnen en willen de natuurwaarden verdedigen en daarbij de bodemvoorwaarden van de unierechtelijke natuurbescherming aangeven. Niemand anders doet dit, want die anderen zijn bezig met hun eigen belang of medeafhankelijk van overheden of belangenpartijen.
Wetenschappers kun je bestuurlijk overigens nog wel negeren, dat gebeurt al jaren. Natuurbeschermers zijn niet bang hun standpunten via de rechtspraak af te dwingen. Als overleg uitblijft kunnen ze niet anders dan bijten.