In alle provincies waren de prijzen van bestaande koopwoningen in het tweede kwartaal van 2024 hoger dan een jaar eerder. Met 12,1 procent was de stijging in de provincie Utrecht opnieuw het grootst. Verder waren er in bijna alle provincies meer woningtransacties dan een jaar eerder. De prijsontwikkelingen zijn gebaseerd op de Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK) in Nederland van het CBS en het Kadaster.
Bestaande koopwoningen in Nederland waren in het tweede kwartaal van dit jaar 8,6 procent duurder dan een jaar eerder. Een kwartaal eerder kwam de stijging uit op 3,8 procent. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2024 steeg de prijsindex in het tweede kwartaal met 2,9 procent. Ook de kwartaal-op-kwartaalstijging is groter dan die in het vorige kwartaal (2,4 procent).
In het tweede kwartaal wisselden 47 942 woningen van eigenaar. Dat is 7,7 procent meer dan een jaar eerder.
Behalve in Flevoland was het aantal woningtransacties in elke provincie groter dan een jaar eerder. Zeeland had met 14,1 procent de grootste stijging. Het aantal transacties in Flevoland was 2,2 procent lager dan in het tweede kwartaal van 2023.
De gemiddelde prijsstijging in Nederland was 8,6 procent ten opzichte van een jaar eerder. De provincies Utrecht (12,1 procent), Flevoland (10,4 procent), Groningen (9,9 procent) en Drenthe (9,1 procent) en Noord-Holland (8,8 procent) lagen boven dat gemiddelde.
Net als in het eerste kwartaal was de prijsstijging in de gemeente Utrecht het grootst van de vier grootste steden van Nederland. Bestaande koopwoningen waren in het tweede kwartaal in Utrecht 17,3 procent duurder dan in het tweede kwartaal van 2023. In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam kwam de prijsstijging uit op respectievelijk 10,4 procent, 5,9 procent en 5,7 procent.
In Rotterdam was de prijsstijging het kleinst, maar met 20 procent de stijging van het aantal transacties het grootst. Het kleinst was de stijging van het aantal woningtransacties in de gemeente Utrecht (5,5 procent).
Van alle woningtypen waren de prijzen in het tweede kwartaal van 2024 hoger dan een jaar eerder. De prijsstijging was met 10,2 procent het grootst bij tussenwoningen en met 5,5 procent het kleinst bij vrijstaande woningen.
In het tweede kwartaal van 2024 was de stijging van het aantal woningtransacties het grootst bij appartementen (26,4 procent) ten opzichte van tweede kwartaal 2023. Bij tussenwoningen was er een daling van het aantal woningtransacties met 2,8 procent.
De NVM publiceerde bijna drie weken geleden ook over de woningmarkt. De cijfers van de NVM en het CBS/Kadaster kunnen verschillen. Dat komt doordat de cijfers van de NVM zijn gebaseerd op de koopovereenkomsten van door NVM-makelaars verkochte woningen en het CBS en het Kadaster de prijsontwikkeling meten van alle bestaande koopwoningen in Nederland en gebruikmaken van de koopakten die bij het Kadaster worden geregistreerd.