Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Oud gebouw geeft cadeautjes

‘J.O.N.G.architecten transformeert een Friese boerderij naar een klooster.’ Die zin triggerde. Een klooster op het platteland; is daar behoefte aan? Het leidde tot een mooi gesprek met Kees de Haan over zijn liefde voor architectuur en geschiedenis.

2 June 2025

Nieuws

Dit artikel is afkomstig uit PONT, vakblad Bouwen met Kwaliteit, editie 2025-4

In het noorden van het land valt J.O.N.G.architecten op door renovaties van boerderijen, maar ook door de wijze waarop het bureau invulling geeft aan zeer diverse opgaven. “We zijn niet dogmatisch en kijken bij renovaties altijd hoe we kunnen voortborduren op het bestaande gebouw, hoe we invulling geven aan de wensen van de opdrachtgever, maar vooral ook naar de locatie. Daardoor is onze portefeuille heel gevarieerd”, zegt Kees. Het opwaarderen van bestaande bouw was vanaf de oprichting een belangrijke component binnen het bureau, al heeft hij ook een grote waardering voor moderne architectuur. In de portefeuille komt dat tot uiting. “We zoeken naar eigentijdse oplossingen die de historische waarden aanvullen. Daarbij omarmen we alles, het mooie patina, maar ook de sporen van gebruik en slijtage. Zoals ook David Chipperfield Architecten dat deed bij het Neues Museum in Berlijn.” Door de intelligente manier waarop het architectenbureau het Neues Museum tegemoet trad, is het een fysiek verslag van het verleden geworden.

Omarmen van karakter

“Als je met een oud gebouw werkt, dan ontvang je cadeautjes”, ervaart Kees. “Vaak zien we zaken die we vandaag nooit meer zo zouden ontwerpen, maar waaraan gebouwen juist hun karakter ontlenen. Die omarmen we. Zo ook bij de herbestemming van een boerderij in IJlst. Hierin is het nieuwe woonhuis letterlijk als een etalage opgenomen. Een doos-in-doosprincipe waarbij de moderne toevoegingen de originele constructie niet raken en ingrepen reversibel zijn. Vooral voor monumenten is dat een belangrijk uitgangspunt. Alleen de gevel onderging een metamorfose. Deze werd geopend om meer daglicht toe te laten. Omdat je achter koeienruitjes nu eenmaal niet kunt wonen.”

De vraag is echter: vindt hij tijdlagen altijd interessant en het behouden waard? “Kijk, zo’n gebouw laat zich lezen als een geschiedenisboek, waaraan in elk decennium wel iets is toegevoegd. Dat verhaal is als geheel interessant. Dan kan je heel rigoureus verbouwen en het geheel terugbrengen in de oorspronkelijke staat, maar dat is niet de weg die wij willen bewandelen. Voor je het weet sloop je interessante toevoegingen uit de jaren ’60 of ’80 eruit. Dat zijn toevoegingen die misschien niet het algemene predicaat ‘mooi’ ontvangen, maar zo’n classificatie is een tijdsbeeld. Dat zie je nu ook met brutalistische architectuur. Jarenlang was er weinig waardering voor, gelukkig is dat tij gekeerd.”

Daarnaast ervaart hij als architect dat zijn blik steeds verder verruimt. “Ervaring leidt tot andere inzichten en mooi krijgt er steeds nieuwe dimensies bij. Niet alleen gebruikssporen spreken tot de verbeelding, ook hoe licht een ruimte betreedt, of de akoestiek. Ik zou een oneindige reeks ingrediënten kunnen benoemen die een gebouw interessant maken.” Het enige wat in zijn ogen onvergeeflijk is, is onverschilligheid. “Dat is een ramp”, volgens hem.

Op zoek naar tijdloosheid

J.O.N.G.architecten streeft geen tijdloosheid na, eerder gelaagdheid. “Het zou mooi zijn als we tijdloze gebouwen kunnen ontwerpen, zoals het Pantheon in Rome. Een gebouw dat me raakte toen ik er voor de eerste keer voor stond. Of Museum Insel Hombroich, een museumpark waar de combinatie van natuur en bebouwing steeds voor een andere beleving zorgt.” Het zijn gebouwen als deze die in zijn beleving gelaagd zijn, omdat ze een verhaal vertellen en de zintuigen aanspreken.

Patina

Door het volume kunnen grote boerderijen een scala aan nieuwe invullingen krijgen, maar hoe zijn arbeidershuisjes op het platteland te revitaliseren? Kees de Haan: “Het lastige is ondanks het beperkte volume, dat deze woningen worden beschouwd als hoofdgebouw.” Terwijl bij kleine woningen op het platteland nauwelijks een volledig woonprogramma verwezenlijkt kan worden. Vaak mag er wel bijgebouwd worden, maar de omvang is dan gemaximeerd tot 80 procent van de omvang van het hoofdgebouw. “Dit werkt sloop in de hand, terwijl deze waardevolle laag in het landschap het verdient om behouden te blijven. Het verhaal dat dergelijke huisjes vertellen moet zichtbaar blijven”, zegt hij. “Hier was de gemeente echter gul en zei: het oude huisje zien we in dit plan als bijgebouw. Die benadering heeft de locatie en het huisje – dat inmiddels gerestaureerd is – gered.” Waar eens de schuur stond, verrees een nieuwe woning die ondanks het volume (bewust) een bescheiden rol op de achtergrond vertolkt. Hier wonen de eigenaren. Het arbeidershuisje is in ere hersteld en kreeg een nieuwe bestemming als gastenverblijf.

Klooster Westerhûs

Ook Klooster Westerhûs in Nijkleaster (Jorwerd) prikkelt de gewaarwording vanaf de eerste kennismaking. Kees: “Het staat op een heel mooie solitaire plek. Omgeven door natuur en rust kan het alleen over smalle paadjes en opritten bereikt worden. Maar het is ook een plek met historie. Op dezelfde terp – voorzien van een eeuwenoude zoetwaterbron – stond namelijk in de Middeleeuwen een klooster. Nu de kop-hals-rompboerderij is getransformeerd naar een oecumenisch klooster, is het alsof de cirkel rond is. Het is weer een plek voor bezinning en verbinding.” Daar is volgens Kees zeker behoefte aan. “Op allerlei manieren zoeken mensen in onzekere tijden naar bezinning. Dat kan in India of Thailand zijn, maar dus ook in Nederland. De gemeenschap Nijklaester biedt mensen de gelegenheid zich terug te trekken.” Voor langere tijd – zoals de zes kloosterlingen die permanent op het terrein wonen en werken – of tijdelijk. Voor mensen die behoefte hebben aan retraite zijn er negen gastenkamers beschikbaar.

Oud en nieuw komen samen

In de originele kop-hals-rompboerderij zijn de gemeenschappelijke ruimtes ondergebracht zoals de huiskamer, keuken, eetzaal, bibliotheek en een meditatiezolder én een kapel die voorheen functioneerde als opslagplaats voor zuivelproducten. Kees: “Door de gewelven ervaar je het als een kerkachtige ruimte. En als je het poëtisch wilt verwoorden dan biedt deze ruimte nu voedsel voor de ziel.”

In de nieuwe aanbouw bevinden zich de logiesfuncties. Daarnaast zijn er op het erf enkele woningen gebouwd voor de permanente bewoners. “Ondanks dat het hier gaat om een rijksmonument, was het voor ons direct duidelijk: het mag geen verbouwde boerderij worden met een aanbouw. Het moest oprecht een klooster worden. Een klooster met een heel eigen interessante typologie waarin de binnentuin een belangrijke rol speelt.” Op de binnenplaats die – zoals het hoort in het kloostertype – bewust leeg gehouden is, heerst sereniteit. Omsloten door de nieuwbouw en oude stal straalt de binnentuin vrede en geborgenheid uit. Dat komt mede door de kloostergang die de volumes verbindt én de kolommen die zich voegen zich naar het ritme van de gebinten.

Eén geheel

Een ander belangrijk uitgangspunt voor J.O.N.G.architecten was: “De nieuwbouw moest eigenwaarde hebben én samensmelten met de bestaande boerderij.” Dat lukte onder andere door de oude én nieuwe bouwvolumes te voorzien van (oude) zwarte dakpannen. “Dat is ongebruikelijk in Friesland. Standaard zijn schuren voorzien van rode pannen en heeft alleen het woonhuis zwarte dakbedekking. Door de donkere dakpannen is het beeld nu eensluidend.” Voor de gevelstenen was zo’n uniforme kleur echter geen uitkomst. “Bij de werkzaamheden kwam een heel palet aan stenen en kleuren tevoorschijn. Ook dat is weer zo’n mooi cadeau. Het monumentale voorhuis is een ‘breiwerk’ van verschillende soorten bakstenen, waaronder oude kloostermoppen. Dat laat zich lezen als een biografie van het gebouw”, zegt Kees. Om een vloeiende samenhang te bewerkstelligen is een cementsluier toegevoegd aan het nieuwe metselwerk.

Dit artikel staat in PONT, vakblad Bouwen met Kwaliteit (editie 2025-4). Bouwen met Kwaliteit is het vakblad dat PONT 9 keer per jaar uitbrengt in samenwerking met de Vereniging BWT Nederland en Vereniging Kwaliteitsborging Nederland. Iedere editie duiken we met dit nieuwe magazine de diepte in, met interviews, verdiepingsartikelen en opinies van experts op het gebied van bouwkwaliteit. Klik hier voor meer informatie.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.