Met de wijziging van de Woningwet en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (‘Btiv’) wordt het eenvoudiger voor woningbouwcorporaties om (leegstaande) bedrijfsgebouwen te kopen en te transformeren naar (studenten)woningen. Hiervoor is met ingang van – naar verwachting – 1 januari 2022 geen voorafgaande toestemming van de Autoriteit woningcorporaties (‘Aw’) meer nodig. Een verlichting van de regeldruk, die met de bestaande woning- en kamernood, meer dan welkom is. Ook maakt deze wetswijziging het makkelijker voor woningcorporaties om tot herstructurering van wijken over te gaan.
In het kader van de herziening van de Woningwet en het Btiv heeft de Minister besloten om een wijziging in het Btiv op te nemen met betrekking tot het huidige artikel 52 Btiv, waarin onder meer was bepaald in lid 4, dat verwerving van niet-DAEB gebouwen met het oog op transformatie op het gebied van de volkshuisvesting voorafgaande goedkeuring van de Minister behoefde. Na artikel 49 van het huidige Btiv zal een nieuw artikel 49a worden opgenomen (zie p. 16 van het voorgenomen besluit van de Minister). Lid 1 van dit artikel is relevant en luidt als volgt:
1. Een toegelaten instelling kan gebouwen verwerven die geen verband houden met werkzaamheden op het gebied van de volkshuisvesting indien zij binnen vijf jaar na verwerving die gebouwen:
a. zal slopen en ter plaatse gebouwen zal doen bouwen die verband houden met werkzaamheden op het gebied van de volkshuisvesting; of
b. zal verbouwen tot onroerende zaken die verband houden met werkzaamheden op het gebied van de volkshuisvesting.
In de Nota van Toelichting bij deze voorgenomen wijziging is het volgende opgenomen:
“Toegelaten instellingen mogen gebouwen of bebouwde terreinen verwerven om deze binnen vijf jaar te transformeren tot woongelegenheden of ander vastgoed op het gebied van de volkshuisvesting. De goedkeuringsprocedure voor het verwerven van dit vastgoed komt met de voorliggende aanpassing van artikel 49 en 52 van het BTIV te vervallen. Dit gebeurt door het schrappen van de betreffende bepalingen uit deze artikelen. In plaats daarvan wordt er een nieuw artikel 49a geïntroduceerd dat van toepassing is op alle soorten gebouwen (ongeacht huidige gebruiksbestemming), met daarin dezelfde eis dat aangekocht vastgoed moet worden omgebouwd tot vastgoed op het gebied van de volkshuisvesting. Hier is echter geen voorafgaande goedkeuring voor nodig. Reden is dat naar oordeel van de toezichthouder sprake is van zodanig beperkte risico’s, dat een goedkeuringsprocedure geen toegevoegde waarde heeft. Dit maakt ook de herstructurering van wijken makkelijker voor toegelaten instellingen. De toezichthouder kan vanuit het regulier rechtmatigheidstoezicht in voldoende mate toezicht houden op dergelijke projecten. Willen toegelaten instellingen bestaande huurcontracten buiten het werkdomein voortzetten, dan is daar als voorheen goedkeuring voor nodig.”
Met andere woorden toestemming van de Aw voorafgaand aan de verwerving van bijvoorbeeld leegstaande kantoorgebouwen ten behoeve van transformatie naar sociale huurwoningen of studentenhuisvesting is vanaf inwerkingtreding van het gewijzigde Btiv niet meer vereist. Wel zal nog de eis blijven gelden dat binnen vijf jaar na verwerving van het gebouw er sprake moet zijn van sloop en nieuwbouw of verbouw van het bestaande gebouw, die verband houdt met werkzaamheden op het gebied van de volkshuisvesting.
De wijziging van de Woningwet is op 10 maart 2021 aangenomen door de Tweede Kamer en op 6 juli 2021 door de Eerste Kamer en treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van de artikelen I, onderdeel Va, en IIa, die direct na publicatie in het Staatsblad in werking treden. Op 10 september 2021 is de wijziging van de Woningwet (en daarmee ook samenhangend de wijziging van de Btiv) in het Staatsblad gepubliceerd. De verwachte inwerkingtreding van de overige onderdelen van de wetswijziging en specifiek het nieuwe artikel 49a Btiv is op 1 januari 2022.