De provincie Noord-Brabant start met de verkenning naar een publiek warmtebedrijf. Dat gebeurt naar aanleiding van veranderende wetgeving rondom collectieve warmte, die ervoor zorgt dat het eigendom van warmtebedrijven verschuift van privaat naar publiek. Het ligt voor de hand dat nieuwe publieke warmtebedrijven op regionaal of provinciaal niveau worden georganiseerd. Begin 2024 vinden de eerste warmtedialogen met gemeenten en bedrijven plaats.
Gemeenten krijgen per 1 januari 2024 een belangrijke rol in de warmtetransitie via de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Samen met de provincies krijgen ze daarnaast een rol in de Wet collectieve warmte (Wcw) die in 2025 ingaat. De Wcw vervangt de huidige Warmtewet en heeft als insteek een verplicht publiek meerderheidsbelang in warmtebedrijven. Met deze verschuiving ziet het Rijk een rol voor decentrale overheden. Daarvoor is dus ook de provincie Noord-Brabant aan zet.
De energietransitie is voor de provincie nadrukkelijk een sociaaleconomische transitie; een maatschappelijke systeemverandering. De provincie streeft naar een energierechtvaardige samenleving waarbij iedereen toegang heeft tot duurzame energie. Collectieve warmte is een belangrijk onderdeel van de energiemix. Door grote delen van de bebouwde omgeving aan te sluiten op het warmtebedrijf, zetten we een belangrijke stap naar een meer duurzame provincie. In Tilburg en Breda zijn daar al goede voorbeelden van. “De energietransitie komt verder op stoom”, zegt gedeputeerde Energie Jos van der Horst. “Collectieve warmtenetten leveren een belangrijke bijdrage aan de transitie naar een aardgasloze verwarming, waar we samen met Brabantse gemeenten aan werken. Om de doelstellingen uit het klimaatakkoord voor 2050 te behalen is zaak dat we verdere stappen zetten. De opgave is immers complex: het gaat over technische, sociaal-maatschappelijke, bestuurlijke én financiële uitdagingen.”
De provincie Noord-Brabant pakt haar rol door een verkenning op te starten naar een publiek warmtebedrijf en de verdeling van warmte in Noord-Brabant. Belangrijk onderdeel daarin zijn de warmtedialogen. Dit zijn individuele sessies op het provinciehuis met allerlei partijen die een raakvlak hebben met de energietransitie. Denk aan bedrijven en andere overheden. Uit de dialogen komen kansen en risico's voor collectieve warmte naar voren. Ook wordt opgehaald in hoeverre een publiek warmtebedrijf van belang is voor de uitbreiding of instandhouding van bestaande warmtenetten zoals het Amernet en welke rol netbeheerders of bedrijven in een publiek warmtebedrijf kunnen en willen spelen. Van der Horst: “Ik verheug me op de warmtedialogen die gevoerd gaan worden. Hierin staat samenwerken met gemeenten, de RES-regio’s, bestaande warmtebedrijven, eindgebruikers, wetenschappers, investeerders, netbeheerders en het Rijk centraal. Alle inbreng en expertise is van belang voor het toekomstperspectief van een publiek warmtebedrijf.”
De warmtedialogen starten begin 2024. Ook de ontwikkelingen rondom het Amernet en de geothermieontwikkeling bij Plukmade worden meegenomen in de sessies. De eerste uitkomsten van de verkenning worden voor het zomerreces gepresenteerd.