De Vereniging van Provincies (IPO) maakt zich grote zorgen over de uitvoerbaarheid en consequenties van de voorgestelde Wet nieuwe regels inzake huisvesting vergunninghouders. In een consultatiereactie aan het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wijzen de gezamenlijke provincies op de complexiteit van toezicht en handhaving, de risico’s voor de doorstroom in de asielopvang en de negatieve effecten op de sociale woningmarkt.
Toezichtstaak voor provincies onuitvoerbaar
Met het wetsvoorstel wordt de verantwoordelijkheid voor toezicht op het verbod op voorrang voor vergunninghouders bij provincies gelegd. Tegelijkertijd blijven provincies toezicht houden op de taakstelling voor gemeenten om vergunninghouders te huisvesten. Deze strijdige doelstellingen maken effectief toezicht schier onmogelijk. “Provincies kunnen geen toezicht houden op een onuitvoerbare opdracht. Gemeenten blijven verplicht vergunninghouders te huisvesten, maar krijgen minder instrumenten om dat te realiseren. Dit ondermijnt zowel onze rol als toezichthouder als de slagkracht van gemeenten. Er moet een samenhangend pakket komen van maatregelen voor gehele asielketen!” aldus Jan de Reus namens de gezamenlijke provincies.
Woningmarkt raakt verder verstopt
Het wetsvoorstel leidt volgens de provincies nauwelijks tot een eerlijkere verdeling van schaarse woningen, maar juist tot vastlopen van de doorstroom uit asielopvangcentra. Hierdoor neemt de druk op noodopvanglocaties, hotels en andere tijdelijke voorzieningen toe, wat leidt tot hoge kosten voor gemeenten en het COA. “Dit geld zou beter besteed kunnen worden aan het versnellen van de bouw van woningen,” stelt het IPO.
Inconsistent beleid en gebrek aan overleg
Provincies benadrukken dat het wetsvoorstel haaks staat op andere overheidsmaatregelen, zoals de doorstroomregelingen en flexibele woonoplossingen, die juist bedoeld zijn om het huisvestingsprobleem te verkleinen. Daarnaast is het voorstel zonder voorafgaand overleg met provincies opgesteld. “Een fundamentele wijziging van de Huisvestingswet zou in samenspraak met medeoverheden moeten worden ontwikkeld. Dit wetsvoorstel komt zonder uitvoeringstoets en zonder financiële impactanalyse, wat tegen afspraken in de ‘Code Interbestuurlijke verhoudingen’ ingaat,” aldus het IPO.
Oproep tot heroverweging
De provincies roepen het kabinet op om het wetsvoorstel in te trekken en in plaats daarvan te investeren in structurele oplossingen voor de woningmarkt. “De woningnood los je niet op door vergunninghouders uit te sluiten van voorrang, maar door te zorgen voor voldoende betaalbare woningen voor alle woningzoekenden,” besluit Jan de Reus.