De gevolgen van klimaatverandering zien we de afgelopen jaren steeds vaker en duidelijker, ook in Nederland: extreme buien, hittegolven, droogte, overstromingen en een stijging van de zeespiegel. Hoe hoog en hoe snel de zeespiegel in de toekomst stijgt is nog onzeker en hangt in grote mate af van de opwarming van de aarde en ook van de stabiliteit van de ijskappen. Deltares onderzocht in opdracht van de Deltacommissaris en de minister van IenW welke maatregelen Nederland nu kan nemen voor de zeespiegelstijging van de toekomst. Voorbeelden van maatregelen zijn harde waterkeringen, zachte waterkeringen, riviermaatregelen, aanpassingen in landgebruik en vermijden van risicogebieden.
Hoewel een versnelde zeespiegelstijging waarschijnlijk pas vanaf de tweede helft van deze eeuw ingrijpende maatregelen kan gaan vragen, is het belangrijk om hiermee de komende 10 jaar al rekening te houden. Dit kan in de grote investeringsagenda’s die op stapel staan, zoals woningbouw, landbouw en energietransitie. Door in deze agenda’s voldoende ruimte te behouden of te creëren voor de toekomstige zeespiegelstijging kunnen we toekomstige schade, slachtoffers en dure aanpassingskosten voor toekomstige generaties voorkomen of beperken.
De nieuwe studie is een vervolg op eerdere analyses van Deltares over mogelijke gevolgen van versnelde zeespiegelstijging (2018) en de oplossingsrichtingen (2019). Hieruit volgde dat anticiperen op zeespiegelstijging belangrijke keuzes impliceert op het gebied van kustbeheer, het benutten van natuurlijke sedimentatie van zand en slib, en het afvoeren van rivierwater. In dit vervolgonderzoek heeft Deltares 22 mogelijke maatregelen beschreven, die beschouwd kunnen worden als bouwstenen voor toekomstige oplossingen en adaptatiepaden. Het gaat daarbij om harde waterkeringen, zachte waterkeringen, riviermaatregelen, aanpassingen in landgebruik en “vermijden en verplaatsen”. De bouwstenen zijn vooral gericht op het beschermen tegen overstromingen en zullen in een later stadium uitgebreid worden met bouwstenen voor zoetwatervoorziening. Deltares heeft verkend waar deze bouwstenen toegepast kunnen worden, in welke combinatie en of het verstandig is daar nu al mee te beginnen (low-regret). Bijvoorbeeld het creëren van ruimte voor waterberging en afvoercapaciteit voor de rivieren, het vernatten van veenweidegebieden tegen bodemdaling en het vrijhouden van ruimte voor dijkversterking.
Jos van Alphen: (expert zeespiegelstijging Nationaal Deltaprogramma): “Deze studie geeft waardevolle informatie voor de manier waarop we ons moeten gaan beschermen tegen een stijgende zeespiegel. Het klimaat verandert sneller dan eerder voorzien. Dit onderzoek onderstreept dat we daar nu al in de ruimtelijke planvorming rekening mee moeten houden”.
Een hogere zeespiegel resulteert ook in een toename van de waterstanden in het benedenrivierengebied. Dijken zullen opgehoogd moeten worden in een gebied waar de ruimte schaars is. Een mogelijk alternatief is om op termijn de Nieuwe Waterweg af te sluiten door een dam met een sluizencomplex en een pompsysteem. In dat geval kunnen de Rijn en Maas niet meer vrij naar zee afstromen. Vergelijkbaar met het IJsselmeer zal zich een binnenmeer vormen achter de kering. Bij een verder stijgende zeespiegel zal een steeds grotere pompcapaciteit nodig zijn om de waterveiligheid te kunnen blijven waarborgen. Dit zal vele tientallen keren groter zijn dan de capaciteit van het recent gerealiseerde pompsysteem bij de sluizen van IJmuiden. Dat vraagt veel ruimte.
Ferdinand Diermanse (expert klimaatrisico’s Deltares): “De inrichting van het rivierengebied speelt een centrale rol in alle oplossingsrichtingen. Het beschikbaar maken en houden van ruimte voor de rivier is essentieel om waterveiligheid in de toekomst te kunnen blijven waarborgen.”
Nederland heeft veel ervaring met het gebruik van adaptatiemaatregelen die gebruikmaken van sediment, bestaande uit zand en slib. Deze zijn flexibeler aan te passen dan technische constructies van staal of beton. Zo houden we met zandsuppleties de kust op zijn plaats. Sediment kan ook gebruikt worden voor het natuurlijk ophogen van land langs de kust, bijvoorbeeld met dubbele dijken en wisselpolders. Bij het opschalen van deze concepten zijn tijdigheid en ruimtelijke integraliteit essentieel. Hoe eerder van de (continue) slibstroom wordt afgetapt, hoe meer sediment ingevangen kan worden. Verkennende berekeningen laten zien dat bij grote opschaling een deel van de kuststrook mee kan groeien, maar dat de hoeveelheid slib bij hogere stijgsnelheden beperkend wordt.
Marjolijn Haasnoot (expert klimaatadaptatie Deltares): “Ook bij afnemende CO2-emissies en beperkte opwarming zal de zeespiegelstijging nog decennia doorgaan en komen aanvullende maatregelen op het huidige Deltaprogramma vroeg of laat in beeld. Deze studie biedt bouwstenen daarvoor en laat zien op welke wijze we bij grote investeringsagenda’s van de komende jaren de toekomstige zeespiegelstijging mee kunnen nemen.”
Dit onderzoek is verricht binnen het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. In het Kennisprogramma Zeespiegelstijging werken overheden, kennisinstellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en betrokken burgers samen aan strategieën om voorbereid te zijn op een toekomstig versnelde zeespiegelstijging. Opdrachtgevers zijn de Deltacommissaris en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Dit rapport is onderdeel van spoor 4, dat zich richt op het handelingsperspectief voor een verre toekomst.
Analyse van bouwstenen en adaptatiepaden voor aanpassen aan zeespiegelstijging in Nederland