De Regionale Energiestrategieën hebben de afgelopen jaren hun grote toegevoegde waarde bewezen. In de RES-regio’s ontstaan bijvoorbeeld ook steeds meer slimme oplossingen om het stroomnet te ontlasten. De VNG is er dan ook geen voorstander van om deze regio’s op te heffen zonder een volwaardig alternatief.

In onze inbreng voor het commissiedebat RES en wind op zee (pdf, 86 kB) brengen we dit onder de aandacht. De aanleiding daarvoor is de motie die de Tweede Kamer heeft aangenomen om uiterlijk in 2030 de stekker te trekken uit de regionale samenwerkingsverbanden die aan de RES werken.
De Tweede Kamer heeft de afgelopen jaren terecht veel vertrouwen getoond in het behalen van de RES-opgave. De regio’s liggen op koers om het doel van 35 TWh grootschalige opwek (wind en zon) in 2030 te behalen. Dat succes is enkel te danken aan de regionale aanpak, waar alle perspectieven samenkomen. Voorheen wees het rijk top-down locaties aan, wat veel onvrede tot gevolg had in de samenleving.
Opheffing van de RES-regio’s zonder alternatief dreigt een goed functionerende samenwerkingsstructuur, waarin vertrouwen, mandaat en kennis zijn opgebouwd, vroegtijdig te af te breken. Terwijl de problemen die op ons afkomen met bijvoorbeeld netcongestie zeer urgent worden en gemeenten daarbij betrokken willen worden om de kosten te kunnen dempen. Een toekomstbestendig energiesysteem vraagt meer dan ooit om lokale en regionale oplossingen, zoals energiehubs en koppelen van opwek en opslag.
