Gemeenten zijn actief bezig met de implementatie van de Wet open overheid (Woo). Een groot deel heeft een projectleider of een contactfunctionaris aangesteld. Dat blijkt uit de resultaten van een onderzoek van de VNG.
In het meerjarenplan van de VNG staat opgenomen dat er jaarlijks een monitor wordt uitgevoerd. Deze toetst de voortgang van de implementatie van de Woo bij gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. De monitor is door middel van een digitale vragenlijst onder 342 gemeenten en 420 gemeenschappelijke regelingen uitgezet.
Uit dit eerste onderzoek van de VNG blijkt dat de implementatie van de Woo actief wordt opgepakt. Zo openbaart 97,3% van de organisaties de een of meerdere categorieën al actief. Ook heeft 43% een nulmeting uitgevoerd, een dergelijk percentage geldt ook voor het hebben van een projectplan. Daarmee kunnen gemeenten gericht zorgen voor de juiste acties.
Een informatiebeheerplan geeft grip op informatie die binnen de organisatie beheerd wordt. 36,7 % van de respondenten geeft aan een informatiebeheerplan te hebben. 63,3% moet hier nog stappen op maken. Verder blijkt uit de gegeven antwoorden dat het niet eenvoudig is om zowel informatie over het actief en passief openbaarmaking als ook de informatie rondom informatiehuishouding op orde te verzamelen. Terwijl ook dit een onderdeel is van de Woo.
Tot slot geven veel gemeenschappelijke regelingen geven aan niets geregeld te hebben of te klein te zijn om iets geregeld te krijgen. Echter, elke organisatie, ook gemeenschappelijke regelingen, dient te voldoen aan de Wet open overheid. Een procesbeschrijving en/of -afspraak binnen de gemeenschappelijke regeling of dienstverleningsovereenkomst met een gemeente kan daarbij helpen.
Met de uitkomsten van dit eerste onderzoek naar de implementatie van de Woo, vult de VNG een dashboard voor gemeenten. Daarmee kunnen zij zich met elkaar vergelijken.
Verder wordt de input gebruikt om de ondersteuning vanuit het programma Grip op Informatie aan te passen of voort te zetten.
Ook zijn er specifieke opmerkingen die ter harte worden genomen om de volgende monitor te verbeteren. De uitkomsten worden ook gebruikt in de communicatie en als terugkoppeling naar het Rijk over de voortgang van de implementatie.