Locaties staan deels leeg, het zorgvastgoed is verouderd of zorglocaties moeten worden geclusterd. Regelmatig zit ik als projectmanager of adviseur gebiedsontwikkeling met zorgbestuurders aan tafel om deze herontwikkelingsopgaven te bespreken. Ik zie dat dit vaak wordt benaderd als een (zorg)vastgoedopgave. Er is echter nog een andere kant van het verhaal, die bij zorginstellingen tot op heden tamelijk onbekend is: de gebiedsontwikkeling. Een routekaart zie ik als de sleutel voor zorginstellingen om grip te krijgen op de herontwikkeling.
Met de herontwikkeling van een (zorg)locatie verschuift veelal ook het eigenaarschap van de gronden, wordt er een woonprogramma toegevoegd of is er ruimtelijke impact voor bewoners en natuur. Kortom, de opgave is niet meer alleen een vraagstuk van de organisatie zelf, maar er is samenwerking en afstemming nodig met vele andere partijen. Ik denk dan aan partijen als de gemeente, een corporatie en/of een ontwikkelaar, belangenorganisaties en omwonenden.
Thema’s die met deze partijen besproken moeten worden zijn bijvoorbeeld de woningbouwprogrammering, het stedenbouwkundig plan, een anterieure overeenkomst en kostenverhaal, het bestemmingsplan, de ontwikkelstrategie, de marktselectie (tenders) en het participatietraject. Het voeren van gesprekken over dergelijke thema’s vraagt een hele andere (vak)taal dan zorginstellingen gewend zijn. Het zou echter zonde zijn als mooie ambities sneuvelen omdat het onbewust ontbreekt aan inzicht in die andere (vak)taal.
Het is daarom goed te beseffen dat een herontwikkelingsopgave twee verschillende ‘sporen’ kent: (1) de (nieuwe) zorghuisvesting en (2) de gebiedsontwikkeling. Beide met een geheel andere dynamiek. Die van de zorghuisvesting is meer projectmatig en daarmee planmatig van aard, terwijl die van de gebiedsontwikkeling meer procesmatig en daarmee organisch van aard is. Dit vraagt om andere kennis, ervaring, aansturing en (vak)taal.
schematische routekaart blog-01Mijn advies aan zorginstellingen is dan ook om vooral aan de voorkant van het proces te investeren in elkaars ‘sporen’, in elkaars taal. De routekaart is hiervoor een bruikbaar instrument. Door middel van een routekaart worden beide ‘sporen’ in kaart gebracht en in samenhang bekeken. Het geeft inzicht in de te nemen stappen en de op te leveren producten. Met de routekaart heb je als zorgbestuurder een gedegen basis waar je de projectorganisatie op kunt inrichten, gerichte sturing kunt geven, deelprojecten kunt afbakenen en kunt communiceren met direct betrokkenen welk proces doorlopen gaat worden. Het geeft inzicht in wanneer een actieve rol van de cliëntenraad gewenst is en wanneer een toezichthouder of de bank kan worden geïnformeerd. Maar het helpt ook om het tempo van beide ‘sporen’ met elkaar te harmoniseren.
De routekaart is een instrument om grip te krijgen op de opgave en de complexiteit vooraf te doorgronden. Mijn ervaring: door van tevoren de tijd te nemen om de routekaart op te stellen en gezamenlijk te bespreken, leer je elkaars (vak)taal begrijpen en leg je de basis – en daarmee de sleutel – voor een succesvolle herontwikkeling van zorgterreinen.