Rivieren zijn belangrijk voor Nederland: ze voeren te veel water af, ze zijn economisch belangrijk als vaarweg voor schepen, ze zorgen voor zoetwater voor de landbouw, natuur en een deel van ons drinkwater en ze zorgen voor een fijne leefomgeving. Op 3 april is de officiële aftrap gegeven voor Ruimte voor de Rivier 2.0, een programma waarin maatregelen worden uitgewerkt om de Nederlandse rivieren voor te bereiden op toekomstig hoog- en laagwater.
Het rivierengebied staat voor meerdere uitdagingen. Zo is er vaker meer water om af te voeren, wat wordt veroorzaakt door hevigere regenbuien (zowel in Nederland als in het buitenland) of door sneller smeltende gletsjers. Ook in die periodes moet Nederland beschermd zijn tegen overstromingen. Tegelijkertijd komt het ook vaker voor dat er een tijd geen regen valt, waardoor er minder water in de rivieren zit. Gevolg hiervan is bijvoorbeeld dat de scheepvaart niet altijd meer goed kan varen of dat gebieden met natuur en landbouw uitdrogen.
Ruimte voor de Rivier 2.0. is tot stand gekomen in samenwerking tussen Rijk en regio. Partijen zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, waterschappen, provincies, gemeenten en de Deltacommissaris.
Minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat): “Ruimte voor de Rivier 2.0 is een fantastisch plan, we houden Nederland hiermee veiliger dan ooit. Tegelijkertijd zorgen we dat ook in drogere periodes de rivieren bevaarbaar blijven en dat we in die tijd het zoet water beter kunnen verdelen en gebruiken.”
Deltacommissaris Co Verdaas: “We zien in de klimaatscenario’s dat de rivieren het door de toenemende weersextremen steeds zwaarder te verduren krijgen. In perioden met zware regenval moeten ze meer water kunnen afvoeren. Tegelijkertijd nemen de droge perioden toe en zal het peil in de rivieren dus vaker lager staan. Het is goed dat we nu stappen gaan zetten voor een toekomstbestendig rivierensysteem. Ik ben enthousiast over de aanpak waarbij Rijk en regio’s samen aan de slag gaan en de rivieren zich aan de nieuwe omstandigheden kunnen aanpassen.”
Medevoorzitter bestuurlijk platform Rijn, gedeputeerde Ans Mol: “De Rijn houdt zich niet aan regiogrenzen. Daarom is samenwerking onmisbaar. Landelijke keuzes voor het Rijnsysteem, zoals we die samen maken in Ruimte voor de Rivier 2.0, zijn nodig om in het Rijngebied regionaal en lokaal aan de slag te gaan. Die landelijke kaders zijn ook hard nodig om de ruimtelijke puzzel regionaal te leggen. Die puzzel leggen we samen met andere ruimtevragers, zoals woningbouw en de energietransitie. De Rijn vraagt om ruimte, maar geeft ook ruimte, door opgaven te verbinden en ons aan een gezamenlijke tafel te brengen bij ruimtelijke keuzes die Nederland toekomstbestendig maken.”
Voorzitter Stuurgroep Deltaprogramma Maas, gedeputeerde Saskia Boelema: “De Maas heeft door haar eigenschappen en ligging een bijzondere plek in het rivierengebied. Al jaren werken we aan het verbreden van de rivier en het verbeteren van het gebied. Met aandacht voor rivierverruiming, dijkversterking en de beroepsvaart, maar óók voor natuurontwikkeling en recreatie. Langs de Maas is de toekomst van dit alles sterk verbonden met samenwerken, gedeeld eigenaarschap en gezamenlijke oplossingen. Alleen door samen te werken kunnen we ruimte maken voor de rivier én voor de regio. We zijn enorm verheugd om met Rijk en regio verder te gaan in 'Ruimte voor de rivier 2.0’.
Staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur): “Ik ben blij dat we met Ruimte voor de rivier 2.0 als Rijk en regio samen aan de slag gaan om de uitdagingen in het rivierengebied het hoofd te bieden. Hierbij zet ik me in het bijzonder in voor een rivierengebied waarin natuur én landbouw zich kunnen doorontwikkelen. Door rivieren de ruimte te geven, creëren we mogelijkheden om de natuur en landbouw, en daarmee ook onze voedselvoorziening, op een duurzame en veilige manier te versterken en herstellen. Dit bereiken we door landgebruik strategisch in te zetten, waarbij we rekening houden met zowel de ecologische als landbouwkundige waarde van het gebied.”
Met het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 worden uitdagingen opgepakt op het gebied van waterafvoer, bevaarbaarheid, verdroging van landbouw en natuur, waterkwaliteit, zoetwaterverdeling, drinkwatervoorziening en recreatie. De samenwerkende partijen zijn overeengekomen om daarvoor de komende decennia het rivierengebied anders in te richten.
Het rivierengebied opnieuw inrichten kost ruimte. In 2026 moeten er keuzes worden gemaakt. Dat zijn keuzes over waar er extra ruimte voor de rivier wordt gecreëerd en over hoe uitslijting van de rivierbodem wordt tegengegaan.