De eerste DPRA-cyclus loopt op zijn eind. De tweede DPRA-cyclus start in 2025 en volgt op de nieuwe KNMI-klimaatscenario's van 2023 en de uitvoering van de bovenregionale stresstesten voor wateroverlast en overstromingen. Dat maakt dat het nu een goed moment is om de balans op te maken: in deze serie van twee blogs reflecteren we, én kijken we vooruit op de samenwerking in de DPRA-werkregio’s: welke successen zijn in de werkregio’s geboekt? Wat zijn de uitdagingen? Op welke manier kunnen we de samenwerking in de werkregio (nog) effectiever inrichten?
De eerste DPRA-cyclus loopt op zijn eind. De tweede DPRA-cyclus start in 2025 en volgt op de nieuwe KNMI-klimaatscenario's van 2023 en de uitvoering van de bovenregionale stresstesten voor wateroverlast en overstromingen. Dat maakt dat het nu een goed moment is om de balans op te maken: in deze serie van twee blogs reflecteren we, én kijken we vooruit op de samenwerking in de DPRA-werkregio’s: welke successen zijn in de werkregio’s geboekt?; wat zijn de uitdagingen?; en op welke manier kunnen we de samenwerking in de werkregio (nog) effectiever inrichten?
Op Prinsjesdag wordt jaarlijks de voortgangsrapportage van het DPRA uitgebracht. Uit de laatste rapportage kwam naar voren dat er tevredenheid heerst over de mate van kennisuitwisseling en het daarbij geleverde werk. De meeste werkregio's rapporteerde dat de samenwerking goed verloopt en dat zij trots zijn op de innovatieve water-gerelateerde fysieke projecten die mogelijk zijn gemaakt door de rijks-impulsgelden klimaatadaptatie. Andere tastbare successen die worden genoemd zijn bijvoorbeeld de verscheidene convenanten die zijn gesloten om de regionale samenwerking structureel te borgen en het bereiken van inwoners, al is dit vaak minder zichtbaar.
In opdracht van het ministerie van BZK en VNG voerde TwynstraGudde in 2023 een onderzoek uit naar de voortgang van klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving. In onze gesprekken met gemeenten kwam naar voren dat de DPRA-werkregio’s vooral zijn gericht op kennisdeling en het uitwisselen van informatie, en minder op gezamenlijke (regionale) beleidsformulering, regelgeving, en uitvoeringsprojecten. Ook kampen sommige werkregio’s met een tekort aan capaciteit en structurele financiële middelen. Met name de kleine werkregio’s of werkregio’s met kleinere gemeenten ervaren deze problemen.
In de voortgangsrapportage van het DPRA uit 2023 komt ook naar voren dat verschillende gemeenten twijfelen over de meerwaarde van de samenwerking in hun werkregio; waarom werken we samen? Deze twijfel is, vanuit de inhoud beredeneerd, best opvallend. De meeste werkregio’s komen namelijk voort uit bestaande samenwerkingen binnen de waterketen en hebben in de basis dus een gezamenlijke opgave. Toch is het goed om kordaat aandacht aan deze vraag te besteden en gezamenlijk de meerwaarde van de samenwerking (opnieuw) met elkaar te bepalen. Het beantwoorden van deze vraag draagt ook bij aan het vergroten van de intrinsieke betrokkenheid van deelnemende partijen.
De nieuwe ronde stresstesten en risicodialogen, die volgen in de tweede cyclus van het DPRA in 2025, bieden een goede mogelijkheid om het doel van de samenwerking te evalueren, te richten en te focussen op de opgaven die vanuit deelnemende partijen als meest relevant worden gezien. Het is daarbij van belang om concrete afspraken te maken over wat de samenwerking moet opleveren en te bepalen welke samenstelling en organisatie van de werkregio hierbij het beste past.