Kun je de eis voor BENG 1 aanscherpen en daarmee sneller tot CO2-vrije nieuwbouw komen? Sommige gemeenten overwegen dat. In samenwerking met de themagroep Optimalisering BENG 1 van het Lente-akkoord/ZEN hebben W/E adviseurs en Nieman RI een aantal nieuwbouwprojecten doorgerekend. In sommige gevallen leidt een scherpere eis inderdaad tot minder CO2-emissie, maar het kan ook averechts werken. Een generieke aanscherping van BENG 1 raden de onderzoekers af. Zij adviseren om uit te gaan van diversificatie per project of plangebied. Een aanscherping van de eisen voor BENG 2 en/of 3 is wellicht effectiever.
BENG 1 is gedefinieerd als indicator voor de behoefte aan energie voor verwarming en koeling. Je zou zeggen: door de eis aan te scherpen, wordt de energiebehoefte verder beperkt en daarmee ook de CO2-emissie die een woning veroorzaakt. Maar zo eenvoudig zit het stelsel niet in elkaar. Er zijn complexe verbanden tussen BENG 1, 2 en 3 en twee andere eisen waar woningen aan moeten voldoen: TOjuli en MPG. Die verbanden beïnvloeden de redenering en maken de uitkomst van een generieke aanscherping op voorhand ongewis.
Verbanden in beeld brengen
Om te kijken wat er gebeurt bij scherpere eisen voor BENG 1 en waar de ruimte zit, hebben W/E adviseurs en Nieman RI de verbanden tussen BENG 1, TOjuli en MPG in beeld gebracht. Zij hebben varianten van enkele praktijkprojecten doorgerekend: drie ontwerpen van grondgebonden woningen en twee woongebouwen. Het blijkt dat vooral bij woongebouwen de speelruimte klein is. In sommige situaties kan aanscherping van BENG 1 een beperkte reductie van CO2-emissie opleveren. Maar er zijn ook situaties denkbaar waar dat leidt tot méér CO2-emissie. Bij grondgebonden woningen lijkt de speelruimte iets groter. Maar ook dan zijn de mogelijkheden niet onbegrensd. Bij vrijstaande woningen en woningen met een licht casco, een erker, een uitbouw, een dakkapel en/of een loggia is weinig ruimte voor verdere aanscherping.
Maatwerk is vereist
Gemeenten kunnen in het omgevingsplan de eis voor BENG 1 aanscherpen. Nieman en W/E adviseurs concluderen echter, dat een scherpere BENG 1 niet automatisch leidt tot een lager energiegebruik en minder CO2-uitstoot. De automatische reflex, zoals in het verleden de EPC-knop steeds verder werd aangedraaid, is voor BENG 1 niet productief. De onderzoekers raden een generieke aanscherping van BENG 1 af. Zij raden aan om altijd uit te gaan van differentiatie naar gebieden en/of projecten. Misschien is het effectiever om te kijken naar de mogelijkheden voor aanscherping van BENG 2 en/of BENG 3. Maar ook dan is maatwerk nodig.
Themagroep
De variantenstudies zijn gedaan in opdracht van Lente-akkoord/ZEN in samenwerking met de Themagroep Optimalisering BENG 1. Naast de onderzoekers van W/E adviseurs en Nieman RI is aan deze themagroep deelgenomen door Dirk Breedveld (ministerie van BZK), Ruud Geerligs (RVO), Cees Groot (gemeente Amsterdam), Benedikt Marschütz (gemeente Heerhugowaard), Richard Ruijtenbeek (gemeente Amsterdam), Marleen Sanders (gemeente Amersfoort), Theo Smits (Heijmans) en Jos de Vries (BPD). Gespreksleider: Claudia Bouwens (Lente-akkoord/ZEN), verslaglegging: Henk Bouwmeester.
Elianne Nivongabo-Paulussen en Pieter Nuiten (W/E adviseurs), Implicatie aanscherping BENG 1, Utrecht/Eindhoven, 2 juli 2021
Marit Cornelisse en Harm Valk (Nieman RI), Onderzoek aanscherpingsmogelijkheden BENG-eisen, Utrecht/Zwolle, 24 juni 2021
Samenvattend artikel op basis van beide onderzoeken: Scherpere eis voor BENG 1 heeft wisselende effecten, 9 juli 2021