Ruim een derde van de 18 gecertificeerde eindinspectie-instellingen voert zijn werk niet goed uit en geeft ten onrechte schoonverklaringen af na asbestsaneringen. Dit leidt ertoe dat locaties onterecht als 'schoon'* worden verklaard, terwijl er nog asbestresten aanwezig zijn. Dat blijkt uit een signaal dat de Nederlandse Arbeidsinspectie vandaag heeft gepubliceerd.

Ondanks deze schoonverklaringen treffen inspecteurs van de Arbeidsinspectie geregeld toch nog asbestresten aan op locaties die als veilig zijn bestempeld. Asbest is een gevaarlijke stof die ernstige gezondheidsproblemen kan veroorzaken, zoals longkanker en mesothelioom, een agressieve vorm van kanker. Jaarlijks overlijden in Nederland tussen de 450 en 520 mensen aan mesothelioom als gevolg van blootstelling aan asbest die ze vaak jaren eerder hebben opgelopen.
Met dit signaal waarschuwt de Arbeidsinspectie voor het onterecht afgeven van schoonverklaringen.
Een mogelijke verklaring voor het onterecht afgeven van schoonverklaringen is dat het financieel aantrekkelijk is. Door minder tijd te besteden aan controles, kunnen eindinspectie-instellingen meer opdrachten uitvoeren.
Vaak kiest het saneringsbedrijf zelf welke eindinspectie-instelling de controle verricht. Dit brengt het risico op belangenverstrengeling met zich mee: een minder strenge eindinspectie kan sneller vaste klanten opleveren, terwijl het saneringsbedrijf kosten bespaart. De kleinschaligheid van de sector versterkt dit risico.
De Arbeidsinspectie noemt in het signaal enkele mogelijke oplossingsrichtingen, zoals een onafhankelijke toewijzing van een eindinspectie-instelling.
Lees verder: Signaal over schoonverklaringen na asbestsanering
