Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Twee interessante uitspraken over parkeren

In juni 2023 zijn twee interessante uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) verschenen over parkeren. Beide zaken zijn interessant omdat ze beide een kwestie oplossen die in de praktijk wel vaker speelt: (i) het dubbelgebruik van parkeerplaatsen en hoe daarmee om te gaan en (ii) parkeerplaatsen op eigen terrein.

van Doleweerd 23 juni 2023

Blog

Blog

Dubbelgebruik

In de uitspraak van de Raad van State 7 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2213 gaat het over een kwestie die al langer loopt. In 2017 was een omgevingsvergunning verleend, die in juli 2019 door de rechtbank werd vernietigd. Het parkeren was niet goed geregeld in de vergunning, volgens de rechtbank. De ontwikkeling waarvoor de vergunning verleend was, had volgens de rechtbank een parkeerbehoefte van 84 en de op het terrein van de ontwikkeling gerealiseerde plekken waren daarvoor onvoldoende. Evenmin bleek dat in de openbare ruimte voldoende parkeerruimte bestond om te voorzien in de resterende parkeerbehoefte.

In tweede instantie vond het college van burgemeester en wethouders een oplossing om de parkeerbehoefte van de ontwikkeling te verminderen. Door gelijktijdige activiteiten – met ieder hun eigen parkeerbehoefte – in de ontwikkeling te verbieden, werd de totale maximale parkeerbehoefte verminderd. Door het gebruiksverbod werd dubbelgebruik van de parkeerplaatsen mogelijk, aldus het college. Zo hoefde de parkeerruimte niet te worden vergroot – kennelijk was dat niet mogelijk – en kon de ontwikkeling toch doorgang vinden.

De ABRvS oordeelde echter anders, omdat het gebruiksverbod onvoldoende waarborgen bood waardoor dubbelgebruik mogelijk was. De ABRvS oordeelt dat dubbelgebruik normaliter voortvloeit uit de aard van het gebruik zelf: een combinatie van gebruiksfuncties die qua parkeren elkaar niet in de weg zitten, leidt tot dubbelgebruik. Als voorbeeld wordt wonen en werken vaak genoemd: de eerste gebruiksfunctie leidt vooral tot parkeerdruk in de avond en de weekends, de tweede gebruiksfunctie leidt tot meer parkeerdruk overdag. Dat is prima te combineren.

In dit geval vloeide uit de aard van de functies geen dubbelgebruik voort: er was een gebruiksverbod voor nodig. En dat kan wel volgens de ABRvS, maar dan moet je het wel goed doen. En dat was hier niet het geval. Het college (of eigenlijk de rechtbank) had gekozen voor een voorschrijft dat in de ontwikkeling niet twee functies tegelijkertijd mochten worden gebruikt, maar had daarbij geen rekening gehouden met bijvoorbeeld een overlap in tijd tussen vertrekkende bezoekers van de ene functie in combinatie met aankomende bezoekers voor de tweede functie.

Deze uitspraak onderstreept maar weer eens dat dubbelgebruik een goede oplossing kan zijn, maar dat dubbelgebruik dat niet voortvloeit uit de combinatie van gebruiksfuncties heel nauw luistert.

Eigen terrein

In de uitspraak van Raad van State 21 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2401 draaide het om de verplichting om parkeerruimte op eigen terrein te realiseren. Discussies hierover komen vaker voor in de praktijk. In dit geval stond in de voorschriften van het (paraplu) bestemmingsplan opgenomen dat parkeren op eigen terrein plaats diende te vinden. Daarvan kon worden afgeweken door het college van burgemeester en wethouders. Dat was in deze zaak ook nodig volgens de rechtbank, aangezien voor de ontwikkeling onvoldoende parkeergelegenheid op het perceel van de ontwikkeling mogelijk was. In plaats daarvan had de eigenaar van het perceel waar de ontwikkeling op plaatsvond, een langjarige huurovereenkomst voor het benodigde aantal parkeerplekken op een nabijgelegen perceel.

Het oordeel van de rechtbank dat afwijken noodzakelijk was, achtte de ABRvS ten onrechte. De afwijking was niet nodig aangezien het parkeren wel degelijk op eigen terrein plaatsvond. Het college had aangegeven dat het nabijgelegen perceel voorzag in het benodigde aantal parkeerplaatsen en dat een langjarige overeenkomst bestond. Die omstandigheden achtte de ABRvS voldoende om te oordelen dat het besluit van het college dat voldaan werd aan de eis ‘parkeren op eigen terrein’ in stand kon blijven. De uitspraak van de rechtbank werd dus teruggedraaid.

Deze uitspraak biedt ruimte voor oplossingen in gevallen waarbij parkeren op eigen terrein het uitgangspunt is, maar feitelijk niet (volledig) mogelijk is. Parkeerplaatsen erbij huren behoort ook in die gevallen tot de mogelijkheden. Maar niet alle onduidelijkheden zijn opgelost. Met name de vraag op welke afstand nog gesproken kan worden van een ‘nabijgelegen’ perceel zal nog wel onderwerp van discussie worden.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.