De PVV is enthousiast over een belasting op de waardestijging van grond. Daarmee tekent zich een Kamermeerderheid af voor de controversiële planbatenheffing. Voorstanders zeggen dat de belasting grondspeculatie tegengaat, betaalbare woningbouw stimuleert en lucht uit de grondmarkt haalt. Tegenstanders vrezen juist averechtse en vertragende effecten.
“Als we belastinggeld stoppen in projecten wordt daar één partij rijker van, en dat zijn grondspeculanten. Daar vloeit de winst naartoe”, zei Barry Madlener van de PVV donderdag bij het debat Woningbouwopgave en koopsector.
“Als je die grote winsten behaalt, zou de gemeente daar een belasting op moeten kunnen innen waarmee ze infrastructuur en andere voorzieningen kunnen aanleggen. Zodat je die grondprijzen verlaagt en de wind uit de zeilen haalt van grondspeculanten”, aldus het Kamerlid.
Hij wil dat BZK-minister Hugo de Jonge onderzoek laat doen naar planbatenheffing. Dat is een belasting op stijgende grondwaarde als gevolg van een bestemmingswijziging. Bijvoorbeeld als er een woonbestemming op landbouwgrond komt.
De PVV vindt GroenLinks-PvdA en NSC aan zijn zijde bij het pleidooi voor de heffing, bleek al uit verkiezingsprogramma’s. Ook het CDA, D66 en CU zijn enthousiast, waarmee zich een meerderheid aftekent.
De heffing zou het voor gemeenten mogelijk maken om inkomsten uit de waardestijging van grond te verevenen met andere projecten, bijvoorbeeld voor de bouw van meer sociale huur. De gemeente Utrecht, die actief grondbeleid wil voeren, voerde dit argument deze week aan in een pleidooi aan het Rijk.
Verder zou de heffing op termijn grondprijzen drukken en prijsopdrijvende grondspeculatie tegengaan. “Na invoering van planbatenheffing normaliseert de grondmarkt. Een ontwikkelaar zal een lagere prijs betalen voor ruwe grond, rekening houdend met planbatenheffing”, beredeneerde hoogleraar gebiedsontwikkeling Erwin van der Krabben eerder.
Maar er is ook kritiek op het invoeren van de belasting. De VVD en BBB zijn tegen. Ook zij willen grondspeculatie bestrijden, maar vinden planbatenheffing te grof en generiek geschut. De partijen vrezen dat de druk op marktpartijen te veel wordt opgevoerd en dat de heffing de bouw juist afremt. Zeker in combinatie met “de verstikkende huurregulering”, in de woorden van Peter de Groot van de VVD.
Ontwikkelaars uitten eerder vergelijkbare zorgen. Jan Fokkema, toenmalig voorzitter van ontwikkelaarsvereniging NEPROM, noemde planbatenheffing bijvoorbeeld “een ingewikkeld proces met weinig kans van slagen”, dat woningbouw zou vertragen in plaats van versnellen.
Zo blijft grondpolitiek een heet hangijzer in Den Haag. Het zorgde voor een crisis in het kabinet Den Uyl en sindsdien is het credo ‘houd je mond over grond’.
Minister De Jonge houdt nadrukkelijk níet zijn mond over grond en wil het Nederlandse grondbeleid moderniseren. Tegelijkertijd is hij zich bewust van de gevoeligheid van het onderwerp. Hij gaf al aan planbatenheffing een interessant instrument te vinden, maar kan zich ook voorstellen dat grondspeculatie met andere middelen kan worden bestreden. Onderzoek naar het instrument werd al toegezegd.
Door tijdgebrek wordt het inhoudelijk debat met de minister over de heffing op een later moment vervolgd.