Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Update wijzigingen Besluit bouwwerken leefomgeving per 1 augustus 2024

Stand van zaken d.d. 13 september 2024. De Omgevingswet is per 1 januari 2024 in werking getreden. Hieronder valt het Bbl en de Omgevingsregeling. Onderstaande wijzigingen treden in werking of zijn aangekondigd. Daarnaast zijn diverse onderdelen om redactionele redenen aangepast, deze wijzigingen worden in onderstaand overzicht niet verder behandeld.

27 september 2024

Blog

Blog

Wijzigingen Bbl per 1 augustus 2024

Staatsblad 2024, 184

Asbeststelsel

Er zijn verschillende wijzigingen in hoofdstuk 7 (bouw- en sloopwerkzaamheden) van het Bbl doorgevoerd. Dit heeft te maken met het aanpakken van gesignaleerde knelpunten in het asbeststelsel. Bestaande uitzonderingen op de inventarisatieplicht zijn voor een aantal situaties uitgebreid. Er is een nieuwe uitzondering op de asbestinventarisatie-plicht opgenomen voor (regionale) beheerders van gas- en elektriciteitsnetten (netbeheerders) indien zij (asbesthoudende) gas- en elektrotechnische componenten geheel of gedeeltelijk verwijderen uit het gas- of elektriciteitsnet waar zij de beheerder van zijn. In deze situatie is niet langer een sloopmelding vereist voorafgaande aan het uitvoeren van de werkzaamheden.

Wijzigingen Bbl per 1 juli 2024 

Staatsblad 2023, 426

Alcoholwet (artikel 2.10 vervalt)

Als een eis in de Alcoholwet strenger was dan in het Bbl, dan was die eis van toepassing. In de Alcoholwet staan (met uitzondering van de tussenruimte tussen een slijtlokaliteit en een neringruimte) geen bouwkundige eisen. Daarmee komt de verwijzing in het Bbl (artikel 2.10) naar de Alcoholwet te vervallen.

Ventilatie bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik

In het huidige Bbl is de ventilatie-eis afgestemd op het aantal personen in de ruimte. Per 1 juli 2024 geldt daarnaast een bodemeis van 3,8 dm³/s per m² vloeroppervlak. De aan- of afvoer of combinatie daarvan moet mechanisch zijn. Deze nieuwe eisen gelden voor zowel bestaande bouw (voor de verblijfsruimte) als nieuwbouw (voor het verblijfsgebied of de verblijfsruimte). Eerder was deze eis al van kracht in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet (overgegaan in de Alcoholwet) en de Tijdelijke regeling maatregelen COVID-19.

Constructieve veiligheid (het tweede lid van artikel 5.9 niet van kracht)

Beoogd was in artikel 5.9 tweede lid te regelen dat bij de verbouw van een bouwwerk ook de bouwconstructies die niet worden verbouwd, maar die uiteindelijk wel zwaarder worden belast door die verbouwing, ook ten minste moeten voldoen aan het specifieke verbouwniveau voor constructieve veiligheid. Dit voorschrift is niet in werking getreden.

Doorvalveiligheid ramen bij verbouw huurwoningen

Bij bestaande huurwoningen waarbij een raam met kozijn volledig wordt vernieuwd moet een afscheiding met een hoogte van 0,85 m worden aangebracht. Dit kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van een stang op 0,85 m hoogte of toepassen van doorvalveilig glas. De eis geldt niet bij bestaande borstweringen van 0,85 m hoog.

Vrijhouden van vluchtroutes in woongebouw

In hoofdstuk 6 (Gebruik van bouwwerken) van het Bbl worden in afdeling 6.2 (Brandveiligheid) twee artikelen toegevoegd die concrete eisen stellen aan het brandveilig gebruik van vluchtroutes in een gemeenschappelijke verkeersruimte in woongebouwen. Er wordt in artikel 6.15a een (niet limitatieve) lijst gegeven van brandbare objecten die niet in de vluchtroute aanwezig mogen zijn:

  • meubilair, tenzij dit onbrandbaar is;

  • fietsen en scootmobielen;

  • afval (zoals huisvuil, grofvuil, oud papier) en kratten;

  • decoratie, tenzij dit onbrandbaar is.

Naast het verbod op brandbare objecten wordt in artikel 6.23a van het Bbl geregeld dat er geen objecten in de vluchtroute aanwezig mogen zijn die het vluchten belemmeren. Het gaat daarbij in ieder geval om objecten die de bouwkundige vrije breedte van de verkeersruimte (gang, trap e.d.) inperken, tenzij er ten minste een beschikbare breedte overblijft van 0,85 m.

Aanpassingen begrippen

Met de uitzondering voor gastouderopvang bij het begrip bijeenkomstfunctie voor kinderopvang wordt voortaan bedoeld gastouderopvang volgens artikel 1.1 eerste lid van de Wet kinderopvang.
De begrippen woonfunctie voor gastouderopvang en woonfunctie voor verhuur worden toegevoegd.

Wijzigingen Omgevingsregeling per 1 juli 2024

 

Wijzigingen Omgevingsregeling (Staatscourant 2024, 12699)

  • vaststelling van regels voor de periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van een bouwwerk

  • wijziging van de regels over de onderzoeksplicht van breedplaatvloeren

  • nieuwe versie CCV-inspectieschema

  • oververhitting (zie publicatie Nieman)

  • enkele andere wijzigingen

Nieuwe versies NTA8800, BRL9500U/W en BRL9501

Per 1 juli 2024 is ook de inwerkingtreding van de 2024-versies van NTA 8800, de BRL 9500-U, BRL 9500-W en de BRL 9501 beoogd. Hiermee worden een aantal interpretatiezaken verduidelijkt en enkele vereenvoudigingen en beleidsmatige zaken doorgevoerd.

In de pijplijn voor 2025 / 2026

 

Verbouw onder kwaliteitsborging

Aangekondigd (Stb. 2023, 106) is dat artikel 2.17 lid 4 (uitzonderingsregel dat verbouw niet valt onder gevolgklasse 1 van het stelsel van kwaliteitsborging) van het Besluit bouwwerken leefomgeving komt te vervallen bij een nader vast te stellen tijdstip. Aanvankelijk was de invoering van verbouw onder kwaliteitsborging per 1 januari 2025 beoogd. Inmiddels is bekend dat het besluit hierover een half jaar is uitgesteld (bron: kamerbrief over Besluit verbouw onder kwaliteitsborging d.d. 6 juni 2024).

Ontwerpbesluit aanscherping en uitbreiding milieuprestatie-eisen

Op 21 juni 2024 is het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving aangeboden. De inwerkingtreding wordt geregeld bij koninklijk besluit. Beoogd is inwerkingtreding per 1 juli 2025.

De milieuprestatie-eis voor woningen en kantoorgebouwen wordt aangescherpt. Er wordt onderscheid gemaakt in de eisen voor woningen in een woongebouw en andere woningen. De eis voor een woonfunctie met een gebruiksoppervlakte kleiner dan respectievelijk 60 m² en 80 m² wordt soepeler (de versoepeling te bepalen aan de hand van een formule). Daarnaast gelden ook voor andere gebruiksfuncties een milieuprestatie-eis.
De bepalingsmethode voor de milieuprestatie wordt gewijzigd, naar aanleiding van een herziening van de methode op Europees niveau.

Verzamelbesluit bouwwerken leefomgeving 2024

Op 7 mei 2024 zijn de volgende onderdelen in voorhang gegaan. De inwerkingtreding wordt geregeld bij koninklijk besluit. Dat kan voor de verschillen onderdelen op een ander moment worden vastgesteld.

Verblijfsvoorzieningen bouwwerkafhankelijke beschermde diersoorten

Bij nieuwbouw en bij ingrijpende renovatie moet de uitwendige scheidingsconstructie (gevels / daken) verblijfsvoorzieningen bieden aan gebouwafhankelijke beschermde diersoorten, zoals de huismus, gierzwaluw en diverse soorten vleermuizen. De regels over deze verblijfsvoorzieningen worden opgenomen in de Omgevingsregeling.

Wijzigingen eisen toegankelijkheid (mogelijk per 1 januari 2026)

Voor woonfuncties (nieuwbouw) gaat een drempeleis van 20 mm gelden voor:

  • de hoofdtoegang van een woonfunctie (dus niet meer uitsluitend voor elke toegang);

  • de hoofdtoegang van een woongebouw;

  • de toegang tot de buitenruimte (balkon, tuin); en

  • de toegang tot de buitenberging.

Daarnaast worden de eisen aan hellingbanen verbeterd. Ook de eisen aan de bereikbaarheid en toegankelijkheid van andere gebruiksfuncties dan woningen worden verbeterd / verduidelijkt. Dit betreft beleidsneutrale aanpassingen.

Verplichte CO2-meters bestaande scholen

Met deze wijziging van het Bbl worden CO2-meters in het gehele funderend onderwijs verplicht gesteld voor bestaande gebouwen en nieuwbouw. Voor het basisonderwijs was dit al verplicht (met uitzondering van verblijfsruimtes waarvan de ventilatievoorzieningen voor 1 juli 2015 zijn gebouwd). Onder het funderend onderwijs vallen schoolgebouwen voor (speciaal) basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet (speciaal) onderwijs.

Droge blusleidingen

De eisen voor de aansluitpunten voor droge blusleidingen worden afgestemd op de brandweerpraktijk om onnodige rookverspreiding door doorvoering van brandslangen door deuren bij de brandweerinzet te voorkomen.

Aanpassing regels vergunningplicht bouwen

In paragraaf 2.3.2 van het Bbl worden gevallen aangewezen waarvoor een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit noodzakelijk is. Naar aanleiding van vragen vanuit de praktijk wordt de regeling op een aantal punten verduidelijkt. Deze wijzigingen zijn beleidsneutraal.

Maatwerkvoorschrift zon op dak (uit het voorstel gehaald)

Maatwerkvoorschrift zon op dak

De wetgever was voornemens een gemeentelijke maatwerkmogelijkheid in te voeren om de aanleg van hernieuwbare energie te verplichten voor bestaande utiliteitsgebouwen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 250 m². Met deze wijziging zou het bevoegd gezag op grond van dit maatwerkvoorschrift verplichten om het dak te gebruiken voor het opwekken van hernieuwbare energie. Mede naar aanleiding van binnengekomen reacties is deze aanpassing heroverwogen en uit het voorstel gehaald.

Gespoten PUR-schuim

Om het risico op gezondheidsklachten verder te verkleinen zullen aanvullende regels in het Bbl worden opgenomen voor het gebruik van gespoten PUR-schuim. Door VPRC/Nieman is onderzocht welke eisen kunnen worden opgenomen in het Bbl. In het onderzoek wordt aanbevolen om aanvullende eisen te stellen aan met name het proces van het aanbrengen van gespoten PUR-schuim en aan de ruimte waar het PUR-schuim wordt aangebracht.

Het Ministerie van BZK streeft ernaar om in de zomer van 2024 een wijziging van het Bbl ter internetconsultatie te publiceren. (Bron: Kamerbrief bouwregelgeving d.d. 20 december 2023)

Verwacht per 1 januari 2026

Staatsblad 2023, 426

Onderstaande wijzigingen zijn in november 2023 gepubliceerd in Staatsblad 2023, 426. In de Kamerbrief bouwregelgeving van 20 december 2023 is aangegeven dat onderstaande wijzigingen uit dit Staatsblad naar verwachting op 1 januari 2026 in werking zullen treden.

Aanscherping brandveiligheidseisen (brandklasse en brandwerendheid) voor hoge gevels

Bij de nieuwbouw en verbouw van hoge gebouwen wordt de brandklasse van de gevels aangescherpt van brandklasse B naar brandklasse A2 (artikel 4.44a van het Bbl). Het gaat hierbij om constructieonderdelen die grenzen aan de buitenlucht en hoger liggen dan 50 m boven het meetniveau van gebouwen waarin wordt geslapen (gebouwen met een woonfunctie, woonfunctie voor zorg, bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied, celfunctie, gezondheidszorgfunctie met bedgebied of logiesfunctie) en constructieonderdelen hoger dan 30 m van gebouwen waarin wordt geslapen door verminderd zelfredzame personen (woonfunctie voor zorg, bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied, celfunctie of een gezondheidszorgfunctie met bedgebied).

In plaats van brandklasse A2 mag ook worden voldaan aan bij ministeriële regeling gestelde regels. In de Omgevingsregeling zal daartoe een alternatieve methode voor de brandklasse A2 eis worden vastgelegd. Het gaat daarbij om het toepassen van grote of middelgrote brandproeven op gevels.

Voor dezelfde categorieën hoge gebouwen worden ook de eisen aan de brandwerendheid aangescherpt (art. 4.53a). Deze wijziging komt neer op een extra brandwerendheidseis van 120 minuten tussen brandcompartimenten/ ruimten die in hoogte meer dan 20 meter van elkaar liggen. De eerdere eisen in het Bbl regelen al dat direct boven elkaar gelegen brandcompartimenten/ ruimten een brandwerendheid moeten hebben van 60 minuten. De eis van 120 minuten geeft een extra veiligheid dat in een hoog gebouw geen snelle branduitbreiding plaatsvindt over een grote hoogte van het gebouw.

Verbod op loden leidingen in bestaande kindlocaties en huurwoningen

Bij huurwoningen en kindlocaties (kinderopvang, gastouderopvang en basisscholen) komt een verbod op loden leidingen (concentratie van lood niet meer 5 microgram per liter). Hiertoe worden in het Bbl twee nieuwe subgebruiksfuncties voor de woonfunctie geïntroduceerd: de ‘woonfunctie voor verhuur’ en de ‘woonfunctie voor gastouderopvang’. Voor deze eis zal een overgangstermijn gelden, zodat eigenaren de tijd krijgen om de loden leidingen te vervangen.

Toegankelijk bouwen

In de brief nr. 365 van Hugo de Jonge aan de Tweede Kamer wordt een toelichting gegeven over de stand van zaken rondom de vrijwillige norm voor toegankelijke bouwen. De conceptversie Ontw. NEN 9120:2024 is te commentaar gepubliceerd bij NEN. Aangegeven is dat de verwachting is dat de norm rond de zomer 2024 definitief wordt. Mogelijk worden in de toekomst onderdelen uit deze norm in het Bbl opgenomen.

Daglichtfactor

De nieuwe regels voor daglichttoetreding (daglichtfactor conform NEN-EN 17037) treden niet eerder in werking dan 1 januari 2026. Het ministerie neemt daarover in 2025 een beslissing. De inwerkingtreding zal op een later moment via een koninklijk besluit in werking treden. Bron: Staatsblad 2023, 113, onderdeel 63.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.