Op 1 mei treedt de Wet open overheid (Woo) in werking. Dat is nog 8 weken. Een mooie aanleiding om in een blogserie acht voor de praktijk belangrijke onderwerpen te bespreken. In dit blog gaan wij in op de inwerkingtreding van en het overgangsrecht bij de Woo.
Op 1 mei treedt de Woo in werking met uitzondering van een deel van de bepalingen over actieve openbaarmaking
Op 1 mei 2022 treedt de Wet open overheid (klik hier voor de doorlopende tekst van de Woo) nagenoeg volledig in werking. Er geldt echter een belangrijke uitzondering. De verplichting voor bestuursorganen om actief bepaalde categorieën informatie openbaar te maken (artikel 3.3 Woo) treedt nog niet in werking. Deze verplichting treedt op een nader bij Koninklijk Besluit (KB) te bepalen tijdstip in werking. De tekst van het KB is op het moment van het schrijven van deze blog nog niet bekend. Het is overigens mogelijk om in dat KB de verplichtingen tot actieve openbaarmaking van categorieën van informatie gefaseerd in werking te laten treden.
Belangrijk is dat de algemene inspanningsverplichting van bestuursorganen om publieke informatie actief openbaar te maken (artikel 3.1 Woo) wel al vanaf 1 mei 2022 gaat gelden. Op grond daarvan is een bestuursorgaan tot actieve openbaarmaking verplicht als dat
zonder onevenredige inspanning of kosten redelijkerwijs mogelijk is en
er geen sprake is van een van de uitzonderingsgronden (artikel 5.1 of 5.2 Woo) of met de openbaarmaking geen redelijk belang wordt gediend.
Het is aan te bevelen voor bestuursorganen om beleid op te stellen over de wijze waarop aan deze inspanningsverplichting uitvoering zal worden gegeven. In dat beleid kunnen ook prioriteiten worden gesteld.
In de Woo is weinig overgangsrecht opgenomen. Dat betekent dat de Woo, behalve een aantal specifieke uitzonderingen, uitgaat van directe of onmiddellijke werking. De Woo zal derhalve gaan gelden voor alle bestaande situaties op 1 mei 2022. Dat heeft onder andere als consequentie dat ingediende Wob-verzoeken waarop nog niet is beslist op 1 mei met inachtneming van de Woo zullen moeten worden afgehandeld. Dat betekent onder andere dat er kortere beslistermijnen gelden en dat er deels gewijzigde uitzonderingsgronden van toepassing zijn. De directe werking betekent ook dat op bezwaren tegen Wob-besluiten waarop ná 1 mei 2022 moet worden beslist de Woo van toepassing is.
Het overgangsrecht waarin wel is voorzien heeft betrekking op:
de positie van DNB en AFM: de Woo is gedurende drie jaar niet van toepassing op informatie die zich op 1 mei 2022 onder deze bestuursorganen bevindt;
de actieve wijze van openbaarmaking van adviezen van de Raad van State tot de inwerkingtreding van artikel 3.3 Woo en
de verplichting tot actieve openbaarmaking van categorieën van informatie: geldt niet voor documenten die zijn vastgesteld of ontvangen voordat de verplichting in werking treedt.
In deze blogserie komen de onderstaande acht onderwerpen aan bod. De volgende blog zal gaan over het bij de Woo ingestelde Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding.
Inleiding, inwerkingtreding, overgangsrecht
Het Adviescollege
De procedure bij passieve openbaarmaking – termijnen
De procedure bij passieve openbaarmaking – omvangrijke verzoeken
De procedure bij passieve openbaarmaking – misbruik
De weigeringsgronden (deel 1)
De weigeringsgronden (deel 2)
Actieve openbaarmaking